Dames
en Heren,
Wij
gaan hem vanavond niet heilig verklaren... per slot van rekening
was hij onze Pa... ene gewone mens van vlees en bloed.
Ik
wil de mythevorming geen geweld aandoen, maar wel even z’n
bijna-zaligverklaring... kritisch beschouwen.
Hij
zou bijvoorbeeld gekeken en genoten hebben van de bruiloft van
Máxima en
Alexander...
hij kon wel genieten van de glamour en de pracht en praal... en
hoe ze eruit zagen en of de vorsten ouder waren geworden.
Hij
was wat ambivalent... hij hield van de monarchie, maar droeg soms
ook de republiek een warm hart toe.
Zou
hij dat leuk gevonden hebben... een symposium... ja… hij kon van
aandacht genieten... mits niet overdreven... maar als het te
weinig was, dan was het ook weer niet goed. Ieder mens heeft recht
op z'n eigen afwijking, zo ook hij.
Wij
zochten immer een verklaring voor zijn soms onverklaarbaar en
vooral niet te beredeneren gedrag.
Wij
hadden daar snel een antwoord op...: ‘fraterstreken...’ dat
moest het zijn.
Al
hetgeen wij niet begrepen, niet konden thuisbrengen en hij niet
nader wenste of kon toelichten... ging in de vergaarbak
fraterstreken... waarmee wij overigens de fraters in het geheel
niet willen kwetsen.
Een
typisch Robben-trekje... hetgeen je oprecht meent en uitspreekt...
ook weer direct nuanceren, om toch vooral niet te kwetsen.
Zo
was Pa... voorzichtig, conflicten vermijden, niet echt de
confrontatie aangaan.
Ons
Pa is gevormd bij de fraters en dat heeft hij nooit onder stoelen
of banken gestoken.
Bij
zijn geloofsgenoten zat veel intellect en talent.
Hij
was het met kerkelijke en religieuze opvattingen niet altijd eens,
maar hij sprak er nooit kwaadaardig over.
Hij
hield ervan vooral iedereen in zijn waarde te laten.
Op
de kweekschool in Goirle is hij opgevoed van jong broekje tot
jonge man... tot frater Armand... een gewaardeerd docent en
mede-confrère, met wie men graag kontakt had.
Hij
was prettig in de omgang en zijn medefraters liepen met hem weg.
Deze
jonge religieus was in vele opzichten begaafd en ook verbaal stond
hij zijn mannetje. Van tante Jo, een van zijn jongere en inmiddels
overleden zussen, heb ik 'ns gehoord, dat toen Pa voor het eerst
met weekendverlof thuiskwam... zijn overige broers en zussen de
opdracht kregen hem met U aan te spreken en vooral niet teveel
lawaai te maken in zijn nabijheid
Ook
voor zijn ouders was gewijd of religieus bijna heilig.
Als
Frater Armand thuis was... was het - ondanks de kinderschare -
stil in huis.
Na
enige jaren is hij toch vertrokken bij de fraters, omdat hij -
zeggen wij dan - liever achter de rokken aan zat, dan dat hij ze
aan had..!
Toch
is hij op zijn manier van de fraters blijven houden... daar heeft
hij leren studeren.
Wij
hoefden van hem geen frater, pater of priester te worden, maar wij
moesten wel studeren... ofje nu wilde of niet..!
Wij
moesten allemaal als het enigszins kon naar het Gymnasium en
daarna... of het onderwijs in of een baan bij de gemeente...
zekerheid en een vaste baan... daar ging hij voor... en wij
moesten dat ook maar doen!!
Mijn
broer Jan is neerlandicus geworden en Pa was trots, maar toen Jan
niet wilde promoveren... keek hij bijna verbijsterend verdrietig.
Hij
had onderwerpen genoeg voor Jan om te promoveren... dit niet doen
was in zijn ogen intellectuele kapitaalsvernietiging... en hij
wilde dit niet begrijpen... maar dan ook nooit!
Vanuit
mijn jeugd herinner ik mij Pa als een vader die veel met ons
optrok en ons overal mee naar toe nam... vooral de natuur in, en
hij vertelde geweldige verhalen.
Onze
Pa wist zo ongeveer alles.
Toen
ik een keer met 'n simpel vliegertje aan het spelen was, kwam hij
kijken en mij aanmoedigen... nog hoger en ik nog harder rennen...
totdat ik mijn oog open viel op de bumper van een auto in de
Plataanstraat.
Hij
raapte mij op en droeg mij hollend over de Ringbaan West naar
dokter Gerbranda.
Het
bloed gutste eruit en ik zag niets... en vroeg of mijn oog er nog
inzat… na nog ’n keer vragen... kwam zijn onthutsende antwoord…
nou, zo te zien niet... maar ge het er nog een!!
Ja...
sommige dingen blijven je bij...
Hij
was nuchter en bepaald niet flauw.
Ik
heb hem nooit zien huilen, hij was nimmer zichtbaar emotioneel en
maakte ook nooit een… gekwelde indruk.
Het
leven heeft hem toch zeker niet gespaard... zijn eerste vrouw
overleed op 38-jarige leeftijd en zijn tweede vrouw was pas 49
jaar… en tweemaal waren er jonge achterblijvende kinderen.
Nooit...
nee... nooit... heb ik hem horen klagen of jammeren… hij droeg
zijn lot manhaftig.
Hij
aanvaardde wat hem overkwam en probeerde de draad weer snel op te
pakken... het hoofd koel en de rug recht.
Van
zijn weigerende, opstandige hart had hij last... maar hij klaagde
niet… hij vond het vervelend, lastig… pillen slikken deed hij
op zijn manier…hij spoelde ze door met 'n glas wijn, maar vaak
ook gooide hij ze achteloos weg.
Met
opmerkingen was hij niet flauw... en toen hij in zijn terminale
fase verkeerde... probeerde hij - op zijn manier - ons toch nog
iets mee te geven… zoo... en nou bende gullie aan de beurt… en
dat werd onderstreept met een vette knipoog...
De
Prent van de Week - dames en heren - was tot op het laatst actief
en op dreef.
Maar
wij pakten hem wel eens terug... ja... je kon best veel tegen hem
zeggen.
In
1956 verhuisde ons gezin vanuit de Plataanstraat in Tilburg naar
de Bergstraat in Goirle. Ik bewoon nu het ouderlijk huis... Corry
en ik hebben het huis gekocht in 1984... met onze Pa erbij!!
Hij
vond dat eigenlijk heel gewoon... dat wij het huis kochten en dat
hij bij ons kwam inwonen… uiteindelijk hadden de ouders van zijn
tweede vrouw ook bij hem ingewoond.
Aan
dit soort betogen en wijze van argumenteren moest je wel wennen
…fraterstreken!!
Het
huis werd opgeknapt en daar genoot hij van, want hij woonde graag
aan de Vloed.
Wij
zijn het nooit eens geworden... wie nu bij wie inwoonde...
Wij
hebben nog diverse spullen van hem in ons huis… wij houden
daarvan… uit grootmoederstijd... en Pa had die destijds in
overvloed.
Wij
waren daar altijd zuinig op… hij wat minder.
Toen
bij de derde inbraak... twee Friese staartklokken verdwenen met
koperen borden en tinnen kannen... heb ik hem eens de oren
gewassen, de les gelezen zogezeid!
Het
was alsof frater Armand de persoon Cees Robben ontsteeg… hij
ging in zijn volle lengte staan en vroeg mij bars van wie die
spullen eigenlijk waren... van jou zei ik… waar maak jij je dan
druk om antwoordde hij terwijl ik rode konen kreeg!!
De
verzekering kwam er goed vanaf... hij heeft niets geclaimd.
Hij
kon op een vreemde manier met geld en goederen omgaan.
Hij
was gul en gierig tegelijk... maar meestal gul.
Broer
Jan heeft hem in Parijs - in een gezellige kroeg hartje Montmartre
- voor een klein faillissement behoed. toen hij voor de tweede
keer een rondje voor de hele zaak dreigde weg te geven voor de
somma van zo'n kleine 450 gulden.
Zijn
gulle gaven reikten ver…
Maar
Cees Robben onze Pa was een goeie vent... hij had op zijn manier
belangstelling voor ons en ook voor de kleinkinderen. .. vooral de
rapporten trokken zijn aandacht... een goed rapport leverde vrij
gemakkelijk 25 tot 50 gulden op… hij voerde al vroeg de
prestatiebeloning in.
Zoals
ik al eerder zei trok Pa veel met ons op toen wij klein waren,
maar ook later.
Hij
wilde ons veel laten zien... hij wilde veel vertellen …
eigenlijk wilde hij voortdurend docerend bezig zijn.
Toen
hij bij ons inwoonde... duurde ons avondeten vaak een diner lang…
ik vroeg en hij verklaarde... Affectief was hij afstandelijk…
hij gaf een hand… een knipoog… geen vaderlijke hand op de
schouder. Toen hij overleden was... heb ik voor het eerst zijn
gezicht aangeraakt... zijn typische voorhoofd... mijn broer Peter
heeft datzelfde voorhoofd en mijn zoon Bas ook.
Het
was toen klam en koud en ik heb hem een poosje aangekeken… hij
was een liefdevolle autoriteit op vaderlijk gebied - laat ik het
zo maar zeggen - met een oprechte, warme belangstelling voor zaken
die ons in het dagelijks leven bezig hielden, zowel in de privé-
als in de werksfeer.
Als
ik hem wel eens belde bij de TWM… dan kreeg ik steevast Gust
Ooms aan de telefoon en dat gesprek ging dan als volgt...
‘Cees....
hier is jullie Bernard... voor jou..!’
Vervolgens
werd even stevig de keel geschraapt... zijn wijze van in aantocht
zijn…
‘Ja
met Robben hier…’
‘Hee
Pa... met mij... met Bernard.’
‘Ja
met Pa. met Robben...’
Bij
call-center Otto zou het nooit iets geworden zijn met hem.
Pa
wilde begraven worden en niet gecremeerd... tot stof zult gij
wederkeren... lag hem wel... maar dan niet te snel en vooral geen
vuur en hete as.
Het
ruimen van het graf van zijn eerste vrouw hebben wij behoed voor
de ondergang.
Dat
was al zo lang geleden... enne hij ging toch bij z'n tweede vrouw
liggen... dat was een dubbel graf… faterstreken of echte
liefde... wij wisten het niet.
Soms
waren onze discussies stevig van inhoud alsook van aanpak...
uitspraken vroegen soms om een toelichting of een nuancering... en
saai waren ze niet.
In
april 1975 werd hij geridderd... de eremedaille in goud, verbonden
aan de Orde van Oranje Nassau.
De
plaatselijke harmonie kwam hem een serenade brengen en
kleindochter Susanne vroeg of de harmonie voor hem speelde .
‘Nee...
Susanne’, antwoordde hij... ‘voor de medaille, die ik van de
Koningin heb gekregen.’
‘Kent
de Koningin jou dan...Opa ?’
‘Dat
niet Susanne, als ze mij kende... had ik hem zeker niet
gekregen...’
Als
wij -dames en heren - met ons allen bij elkaar zijn - dan gaat het
vaak over vroeger... en vaak over ons Pa.... wij raken nooit
uitverteld.
Hij
was dan ook eén toffe, joviale vader met charisma.... hij was....
werknemer, artiest, levensgenieter, boogschutter, heemkundige,
carnavalvierder, kroegloper, gelovige, atheïst, dichter,
schrijver, schilder... opa, maar vooral een man die het waard was
om je vader te zijn... en geloof me... we hebben allemaal trekken
van hem meegekregen.
Ik
wil Ed Schilders bedanken voor zijn bijzonder aardige column over
Cees Robben in het Brabants Dagblad van 1 februari. "Zijn
tekeningen zijn documenten geworden", aldus Ed Schilders.
" Cees Robben legde vast wat hij zag... en hij zag
alles."
Ook
wil ik Paul Spapens bedanken voor zijn artikel in nummer 2,
jaargang 19 van Augustus 2001 van Tilburg, tijdschrift voor
geschiedenis, monumenten en cultuur.
Een
prachtig verhaal, een hommage van een fan aan zijn idool. Met veel
plezier heb ik mijn verhaal aan Paul verteld en met veel genoegen
zijn verhaal gelezen.
Het
ultieme dankwoord laat ik over aan onze enige zus Wilma, die ook
de tekeningen in ontvangst zal nemen.
Dames
en heren... ik ga eindigen... want ik kan blijven vertellen…
maar dat bewaren we voor de eerstvolgende wonderbaarlijke
ontdekking van weer een nieuwe lading prenten.
Gemeentearchief
Tilburg bezit nu 142 originele tekeningen. Wij ontvangen er nu
429, en ik heb er thuis in een schoendoos - wel een fraaie doos
overigens - nog 345... toch een totaal van 916 originele prenten.
Als
familie beraden wij ons nog over de toekomst van deze prenten...
ze verdienen in ieder geval beter dan de schoendoos!!
Toch
heb ik nog een ontdekking gedaan... een primeur zogezeid!!
Ik
heb als variant op Schuberts onvoltooide… Robben's nooit
gepubliceerde… gevonden en meegebracht.
Het
is een complete prent - volledig in potlood opgezet met tekst -
maar waarschijnlijk niet aan de censuur ontsnapt... of men vond
hem niet goed genoeg of... Pa was hem gewoon kwijt...per slot van
rekening was hij artiest en een matig archiefbeheerder. Hij ruimde
niets op, liet alles slingeren.
Ik
brei nu een eind aan mijn verhaal met de tekst van zijn nooit
verschenen prent:
Ooch...
wè... schôon...
Braaide
gij nog veul Wil...
Ak
nog moes braaie, wek oot... gebrejen heb...
Dan
koom ik tèèd te kort!!
Beste
mensen... het was mij een genoegen herinneringen op te halen aan
een unieke persoonlijkheid en een geweldige Pa.
Ik
dank U voor Uw aandacht... want ik weet gewoon… het is een hele
zit... zeker... ’tot teine toe...!!’
Bedankt.
Bernard
M. Robben
|