INHOUD ROBBEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS

CuBra

Bernard Robben
Voordracht over zijn vader, Cees Robben

Uitgesproken bij de overdracht van de "verloren prenten" te Tilburg op 19 februari 2002.

Dames en Heren,

Wij gaan hem vanavond niet heilig verklaren... per slot van rekening was hij onze Pa... ene gewone mens van vlees en bloed.

Ik wil de mythevorming geen geweld aandoen, maar wel even z’n bijna-zaligverklaring... kritisch beschouwen.

Hij zou bijvoorbeeld gekeken en genoten hebben van de bruiloft van Máxima en

Alexander... hij kon wel genieten van de glamour en de pracht en praal... en hoe ze eruit zagen en of de vorsten ouder waren geworden.

Hij was wat ambivalent... hij hield van de monarchie, maar droeg soms ook de republiek een warm hart toe.

Zou hij dat leuk gevonden hebben... een symposium... ja… hij kon van aandacht genieten... mits niet overdreven... maar als het te weinig was, dan was het ook weer niet goed. Ieder mens heeft recht op z'n eigen afwijking, zo ook hij.

Wij zochten immer een verklaring voor zijn soms onverklaarbaar en vooral niet te beredeneren gedrag.

Wij hadden daar snel een antwoord op...: ‘fraterstreken...’ dat moest het zijn.

Al hetgeen wij niet begrepen, niet konden thuisbrengen en hij niet nader wenste of kon toelichten... ging in de vergaarbak fraterstreken... waarmee wij overigens de fraters in het geheel niet willen kwetsen.

Een typisch Robben-trekje... hetgeen je oprecht meent en uitspreekt... ook weer direct nuanceren, om toch vooral niet te kwetsen.

Zo was Pa... voorzichtig, conflicten vermijden, niet echt de confrontatie aangaan.

Ons Pa is gevormd bij de fraters en dat heeft hij nooit onder stoelen of banken gestoken.

Bij zijn geloofsgenoten zat veel intellect en talent.

Hij was het met kerkelijke en religieuze opvattingen niet altijd eens, maar hij sprak er nooit kwaadaardig over.

Hij hield ervan vooral iedereen in zijn waarde te laten.

Op de kweekschool in Goirle is hij opgevoed van jong broekje tot jonge man... tot frater Armand... een gewaardeerd docent en mede-confrère, met wie men graag kontakt had.

Hij was prettig in de omgang en zijn medefraters liepen met hem weg.

Deze jonge religieus was in vele opzichten begaafd en ook verbaal stond hij zijn mannetje. Van tante Jo, een van zijn jongere en inmiddels overleden zussen, heb ik 'ns gehoord, dat toen Pa voor het eerst met weekendverlof thuiskwam... zijn overige broers en zussen de opdracht kregen hem met U aan te spreken en vooral niet teveel lawaai te maken in zijn nabijheid

Ook voor zijn ouders was gewijd of religieus bijna heilig.

Als Frater Armand thuis was... was het - ondanks de kinderschare - stil in huis.

Na enige jaren is hij toch vertrokken bij de fraters, omdat hij - zeggen wij dan - liever achter de rokken aan zat, dan dat hij ze aan had..!

Toch is hij op zijn manier van de fraters blijven houden... daar heeft hij leren studeren.

Wij hoefden van hem geen frater, pater of priester te worden, maar wij moesten wel studeren... ofje nu wilde of niet..!

Wij moesten allemaal als het enigszins kon naar het Gymnasium en daarna... of het onderwijs in of een baan bij de gemeente... zekerheid en een vaste baan... daar ging hij voor... en wij moesten dat ook maar doen!!

Mijn broer Jan is neerlandicus geworden en Pa was trots, maar toen Jan niet wilde promoveren... keek hij bijna verbijsterend verdrietig.

Hij had onderwerpen genoeg voor Jan om te promoveren... dit niet doen was in zijn ogen intellectuele kapitaalsvernietiging... en hij wilde dit niet begrijpen... maar dan ook nooit!

Vanuit mijn jeugd herinner ik mij Pa als een vader die veel met ons optrok en ons overal mee naar toe nam... vooral de natuur in, en hij vertelde geweldige verhalen.

Onze Pa wist zo ongeveer alles.

Toen ik een keer met 'n simpel vliegertje aan het spelen was, kwam hij kijken en mij aanmoedigen... nog hoger en ik nog harder rennen... totdat ik mijn oog open viel op de bumper van een auto in de Plataanstraat.

Hij raapte mij op en droeg mij hollend over de Ringbaan West naar dokter Gerbranda.

Het bloed gutste eruit en ik zag niets... en vroeg of mijn oog er nog inzat… na nog ’n keer vragen... kwam zijn onthutsende antwoord… nou, zo te zien niet... maar ge het er nog een!!

Ja... sommige dingen blijven je bij...

Hij was nuchter en bepaald niet flauw.

Ik heb hem nooit zien huilen, hij was nimmer zichtbaar emotioneel en maakte ook nooit een… gekwelde indruk.

Het leven heeft hem toch zeker niet gespaard... zijn eerste vrouw overleed op 38-jarige leeftijd en zijn tweede vrouw was pas 49 jaar… en tweemaal waren er jonge achterblijvende kinderen.

Nooit... nee... nooit... heb ik hem horen klagen of jammeren… hij droeg zijn lot manhaftig.

Hij aanvaardde wat hem overkwam en probeerde de draad weer snel op te pakken... het hoofd koel en de rug recht.

Van zijn weigerende, opstandige hart had hij last... maar hij klaagde niet… hij vond het vervelend, lastig… pillen slikken deed hij op zijn manier…hij spoelde ze door met 'n glas wijn, maar vaak ook gooide hij ze achteloos weg.

Met opmerkingen was hij niet flauw... en toen hij in zijn terminale fase verkeerde... probeerde hij - op zijn manier - ons toch nog iets mee te geven… zoo... en nou bende gullie aan de beurt… en dat werd onderstreept met een vette knipoog...

De Prent van de Week - dames en heren - was tot op het laatst actief en op dreef.

Maar wij pakten hem wel eens terug... ja... je kon best veel tegen hem zeggen.

In 1956 verhuisde ons gezin vanuit de Plataanstraat in Tilburg naar de Bergstraat in Goirle. Ik bewoon nu het ouderlijk huis... Corry en ik hebben het huis gekocht in 1984... met onze Pa erbij!!

Hij vond dat eigenlijk heel gewoon... dat wij het huis kochten en dat hij bij ons kwam inwonen… uiteindelijk hadden de ouders van zijn tweede vrouw ook bij hem ingewoond.

Aan dit soort betogen en wijze van argumenteren moest je wel wennen …fraterstreken!!

Het huis werd opgeknapt en daar genoot hij van, want hij woonde graag aan de Vloed.

Wij zijn het nooit eens geworden... wie nu bij wie inwoonde...

Wij hebben nog diverse spullen van hem in ons huis… wij houden daarvan… uit grootmoederstijd... en Pa had die destijds in overvloed.

Wij waren daar altijd zuinig op… hij wat minder.

Toen bij de derde inbraak... twee Friese staartklokken verdwenen met koperen borden en tinnen kannen... heb ik hem eens de oren gewassen, de les gelezen zogezeid!

Het was alsof frater Armand de persoon Cees Robben ontsteeg… hij ging in zijn volle lengte staan en vroeg mij bars van wie die spullen eigenlijk waren... van jou zei ik… waar maak jij je dan druk om antwoordde hij terwijl ik rode konen kreeg!!

De verzekering kwam er goed vanaf... hij heeft niets geclaimd.

Hij kon op een vreemde manier met geld en goederen omgaan.

Hij was gul en gierig tegelijk... maar meestal gul.

Broer Jan heeft hem in Parijs - in een gezellige kroeg hartje Montmartre - voor een klein faillissement behoed. toen hij voor de tweede keer een rondje voor de hele zaak dreigde weg te geven voor de somma van zo'n kleine 450 gulden.

Zijn gulle gaven reikten ver…

Maar Cees Robben onze Pa was een goeie vent... hij had op zijn manier belangstelling voor ons en ook voor de kleinkinderen. .. vooral de rapporten trokken zijn aandacht... een goed rapport leverde vrij gemakkelijk 25 tot 50 gulden op… hij voerde al vroeg de prestatiebeloning in.

Zoals ik al eerder zei trok Pa veel met ons op toen wij klein waren, maar ook later.

Hij wilde ons veel laten zien... hij wilde veel vertellen … eigenlijk wilde hij voortdurend docerend bezig zijn.

Toen hij bij ons inwoonde... duurde ons avondeten vaak een diner lang… ik vroeg en hij verklaarde... Affectief was hij afstandelijk… hij gaf een hand… een knipoog… geen vaderlijke hand op de schouder. Toen hij overleden was... heb ik voor het eerst zijn gezicht aangeraakt... zijn typische voorhoofd... mijn broer Peter heeft datzelfde voorhoofd en mijn zoon Bas ook.

Het was toen klam en koud en ik heb hem een poosje aangekeken… hij was een liefdevolle autoriteit op vaderlijk gebied - laat ik het zo maar zeggen - met een oprechte, warme belangstelling voor zaken die ons in het dagelijks leven bezig hielden, zowel in de privé- als in de werksfeer.

Als ik hem wel eens belde bij de TWM… dan kreeg ik steevast Gust Ooms aan de telefoon en dat gesprek ging dan als volgt...

‘Cees.... hier is jullie Bernard... voor jou..!’

Vervolgens werd even stevig de keel geschraapt... zijn wijze van in aantocht zijn…

‘Ja met Robben hier…’

‘Hee Pa... met mij... met Bernard.’

‘Ja met Pa. met Robben...’

Bij call-center Otto zou het nooit iets geworden zijn met hem.

Pa wilde begraven worden en niet gecremeerd... tot stof zult gij wederkeren... lag hem wel... maar dan niet te snel en vooral geen vuur en hete as.

Het ruimen van het graf van zijn eerste vrouw hebben wij behoed voor de ondergang.

Dat was al zo lang geleden... enne hij ging toch bij z'n tweede vrouw liggen... dat was een dubbel graf… faterstreken of echte liefde... wij wisten het niet.

Soms waren onze discussies stevig van inhoud alsook van aanpak... uitspraken vroegen soms om een toelichting of een nuancering... en saai waren ze niet.

In april 1975 werd hij geridderd... de eremedaille in goud, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.

De plaatselijke harmonie kwam hem een serenade brengen en kleindochter Susanne vroeg of de harmonie voor hem speelde .

‘Nee... Susanne’, antwoordde hij... ‘voor de medaille, die ik van de Koningin heb gekregen.’

‘Kent de Koningin jou dan...Opa ?’

‘Dat niet Susanne, als ze mij kende... had ik hem zeker niet gekregen...’

Als wij -dames en heren - met ons allen bij elkaar zijn - dan gaat het vaak over vroeger... en vaak over ons Pa.... wij raken nooit uitverteld.

Hij was dan ook eén toffe, joviale vader met charisma.... hij was.... werknemer, artiest, levensgenieter, boogschutter, heemkundige, carnavalvierder, kroegloper, gelovige, atheïst, dichter, schrijver, schilder... opa, maar vooral een man die het waard was om je vader te zijn... en geloof me... we hebben allemaal trekken van hem meegekregen.

 

Ik wil Ed Schilders bedanken voor zijn bijzonder aardige column over Cees Robben in het Brabants Dagblad van 1 februari. "Zijn tekeningen zijn documenten geworden", aldus Ed Schilders. " Cees Robben legde vast wat hij zag... en hij zag alles."

Ook wil ik Paul Spapens bedanken voor zijn artikel in nummer 2, jaargang 19 van Augustus 2001 van Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur.

Een prachtig verhaal, een hommage van een fan aan zijn idool. Met veel plezier heb ik mijn verhaal aan Paul verteld en met veel genoegen zijn verhaal gelezen.

Het ultieme dankwoord laat ik over aan onze enige zus Wilma, die ook de tekeningen in ontvangst zal nemen.

Dames en heren... ik ga eindigen... want ik kan blijven vertellen… maar dat bewaren we voor de eerstvolgende wonderbaarlijke ontdekking van weer een nieuwe lading prenten.

Gemeentearchief Tilburg bezit nu 142 originele tekeningen. Wij ontvangen er nu 429, en ik heb er thuis in een schoendoos - wel een fraaie doos overigens - nog 345... toch een totaal van 916 originele prenten.

Als familie beraden wij ons nog over de toekomst van deze prenten... ze verdienen in ieder geval beter dan de schoendoos!!

Toch heb ik nog een ontdekking gedaan... een primeur zogezeid!!

Ik heb als variant op Schuberts onvoltooide… Robben's nooit gepubliceerde… gevonden en meegebracht.

Het is een complete prent - volledig in potlood opgezet met tekst - maar waarschijnlijk niet aan de censuur ontsnapt... of men vond hem niet goed genoeg of... Pa was hem gewoon kwijt...per slot van rekening was hij artiest en een matig archiefbeheerder. Hij ruimde niets op, liet alles slingeren.

Ik brei nu een eind aan mijn verhaal met de tekst van zijn nooit verschenen prent:

Ooch... wè... schôon...

Braaide gij nog veul Wil...

Ak nog moes braaie, wek oot... gebrejen heb...

Dan koom ik tèèd te kort!!

Beste mensen... het was mij een genoegen herinneringen op te halen aan een unieke persoonlijkheid en een geweldige Pa.

Ik dank U voor Uw aandacht... want ik weet gewoon… het is een hele zit... zeker... ’tot teine toe...!!’

Bedankt.

 

Bernard M. Robben