Buukske 11 - CRS

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Buukske 11

Nieuws in detail



19 oktober 2012

Presentatie Prentebuukse 11 Cees Robben bij Selexys Gianotten

Wilma Robben presenteerde gisteravond bij boekhandel Gianotten Selexyz het eerste exemplaar van Prentebuukse, deel 11 over Tilburgse stadsgezichten.

Tilburgs Prentebuukske 11
’k zie oe daor zo gèère ligge...
Tilburgse stadsgezichten van Cees Robben


Met het nieuwe ‘buukske’ viert de Cees Robben Stichting haar tienjarig bestaan in 2012. Deze stichting beheert het erfgoed van de legendarische tekenaar en stelt zich ten doel initiatieven in zijn geest te stimuleren. In opdracht van de stichting hebben Ed Schilders en Ronald Peeters de stadsprenten geselecteerd. Peeters combineerde de prenten met foto’s uit de collectie van het Regionaal Archief Tilburg en zocht er de historische feiten bij. Schilders schreef een algemene tekst over de manier waarop Robben naar zijn geboortestad keek en hoe hij haar in beeld bracht.  

Wilma Robben, dochter van sprak daarbij de onderstaande speech uit.

”Dames en heren,
Namens de Cees Robbenstichting heet ik u hartelijk welkom bij deze officiële presentatie van Prentenbuukse 11. We hebben dit buukske uitgegeven, zoals u intussen wel weet, omdat de stichting 10 jaar bestaat. Het is weer een bijzonder buukske geworden. Dankzij de samenwerking met Ed Schilders en deze keer ook met Ronald Peeters. Ed ging op zoek naar prenten, waarin Tilburgse stadsgezichten een belangrijke rol spelen. Hij plaatste ze op zijn eigen beschouwende wijze in de tijd van de wederopbouw van Tilburg. En Ronald zocht er in het Regionaal Archief de foto’s en historische feiten bij. Sander Neijens tekende voor de vormgeving.

Dat Ed een echte kenner van het werk van Cees Robben is, bleek vandaag weer ee
ns in zijn column in BD. Het werk van Cees Robben komt daarin regelmatig om de hoek kijken. Vandaag belicht hij een prent uit 1972, waarin een typisch Tilburgs stel in een museum naar een schilderij van een schaars geklede danseres staat te kijken.

De vrouw vraagt aan haar meneer: ‘Des de Venus van Mierlo, war Jaon?’ Waarop Jaon als echte Tilburgse kunstkenner haar verbetert: ‘Mar Mina toch, des de maagd van Oerlemans’. Een woordspeling, dacht Ed, op de ‘Venus van Milo’ en een Tilburgse variant op de ‘Maagd van Orléans’. Zelf dacht ik altijd aan het type mensen van: ze hebben de klok horen luiden, maar weten niet waar de klepel hangt.

Naar nu mogelijk blijkt, refereert die prent van 40 jaar geleden, aan vondsten van oude stenen, waarop dansende figuren zijn afgebeeld. Op de ene steen een danseres, ’De danseres van Geldrop’, die ook wel de ’Venus van Mierlo’ werd genoemd en op de andere steen een danser, die de ’Danser van Wanssum’ werd genoemd. Zondag wordt door het Limburgs Museum bekend gemaakt of de stenen echt zijn, of dat het om archeologische vervalsingen gaat. Kan maandag die prent zo weer in de krant. Hoe actueel kun je zijn…

Onze stichting is opgericht om het erfgoed van Cees Robben te bewaren en waar mogelijk te verspreiden. We hebben in de afgelopen jaren vele activiteiten ontplooid, waaronder een herdruk van de buukskes 1 tot en met 7, en een nieuw deeltje 8 met prenten over de kroeg. De scheurkalender in 2004. Erg leuk was het educatief project Prentepraot in 2006. Veel schoolkinderen maakten zo kennis met het dialect. Dialect is in en terecht. Het is een uitingsvorm van de eigen cultuur.

Bovendien kan tweetaligheid Alzheimer tot vijf jaar vertragen. Ik zou zeggen, toon je ware aard, praot zo nou en dan zo plat agge kunt, want dan activeerde hersencellen waor ge oe lèève lang plezier van hèt.
Een minder bekende activiteit is het Schabberdebonkmenu, geserveerd in scholen maar ook in het zorgcentrum Padua. Een smakelijk product voor jong en oud rond het thema: slaaj met aaj mee juin meej èèrepel.
Dan zijn daar nog de prentbriefkaarten, de buukskes 9 en 10 en het Cees Robben Prentenlaontje bij Padua niet te vergeten.

Dit jaar is het project ‘Taal van Tilburg’ van het Stadmuseum in uitvoering. Dat valt mooi samen met de verschijning van ons buukske 11. In de vitrine is dat ook mooi uitgebeeld.

Kurt van Kasteren stuurde Stadsmuseum Tilburg de volgende e-mail:
Citaat:
Toen ik las dat het Stadsmuseum een project deed over de Tilburgse Taal was ik meteen enthousiast.
Vroeger las ik op donderdagochtend als allereerste de Prent van de Week in het Nieuwsblad van het Zuiden. Vervolgens moest ik regelmatig mijn ouders om een vertaling vragen. Zij waren net als ik geboren en getogen Tilburgers, maar ik werd ABN opgevoed. Gelukkig konden zij vrijwel altijd de vertaling geven en indien nodig de clou uitleggen. Het was met afstand de leukste ochtend van de week en de enige waarop ik moeiteloos mijn bed uit kon komen.

Inmiddels woon ik al 25 jaar boven de rivieren en kan ik mijn zachte G en rollende R alleen opfrissen tijdens familiebezoeken waarvoor ik mijn neven en nichten erg dankbaar ben. Mijn dochter van twaalf heeft wel eens moeite om de slaap te vatten. Ik lees haar dan een paar bladzijden voor uit een prentenboek van Cees.
Einde citaat. 

Een mooi bewijs, dat dialect nog steeds leeft en zelfs toegepast kan worden als slaapmiddel voor 12-jarige tieners...

Wij hebben nu 10 jaar gewerkt aan de nalatenschap van onze pa. Wat biedt de toekomst? Ed Schilders speelt al lang met de gedachte om een biografie te maken. Wij hebben het plan opgevat om mede aan de hand van de tekeningen in buukske 11 een stadswandeling met de stadsgidsen te organiseren. Daar hoort u ongetwijfeld meer over. Uiteraard spelen de pecunia een belangrijke rol. We hebben voor ons doen als stichting nu flink geïnvesteerd in dit nieuwe buukske. Als het goed opbrengt en dat hopen we, dan kunnen we weer nieuwe plannen bekostigen.

Graag wil ik het hierbij laten en samen met u het glas heffen op buukske 11.

Proost!”

Een voorbeeld uit het boekje, het oude politiebureau aan de Bisschops Zwijsenstraat

De Bisschop Zwijsenstraat in 1956 met op de hoek van de toenmalige Markt vanaf
rechts naar links: Café Monument uit 1907 (genoemd naar het daar tegenover
staand monument van koning Willem II), café Chez Antoine en het hoofdbureau van
politie. Dit gebouw was aanvankelijk het woonhuis van schoolmeester M. Reijers,
voordat het in 1908 politiebureau werd. Het is tot 1958 in gebruik geweest en een
jaar later gesloopt. Het politiebureau kreeg in de Lange Schijfstraat, de ‘Schèèf’, een
gloednieuw gebouw.

Inbrekers hebben werkoverleg bij het politiebureau.


 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu