In 1990 inventariseerde ik in opdracht van
de gemeente Tilburg de begraafplaatsen van de stad. Dit was in het kader van het
Monumenten Inventarisatie Project (M.I.P.); alle gemeenten van Nederland dienden hun
jongste monumenten op te geven aan het Rijk om te bezien of ze een aparte status
verdienden. In Tilburg had men zelfs een speciaal iemand voor het funerair erfgoed. Moi.
Een jaar lang struinde ik de grafakkers af op zoek naar cultuurhistorisch
interessante grafmonumenten. Maar ook dook ik in de archieven om de geschiedenis van die
bijzondere plekken naar boven te halen. Resultaat: een drukbezochte tentoonstelling 'De
dood niet vergeten' in het Gemeentearchief van Tilburg en deze publicatie als een special
van Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur.
Juist in die dagen kwam er een belangstelling voor dit vergeten hoofdstuk
uit onze vaderlandse cultuurgeschiedenis op gang. Het zou me nooit meer loslaten, getuige
de daaropvolgende artikelen, boeken, voordrachten etcetera. Redacteur werd ik eerst van De
Terebinth Nieuwsbrief en daarna van Doodgewoon, tijdschrift over de dood. In die laatste
hoedanigheid werd ik geïnterviewd zowel vanuit Tokyo als vanuit Sydney. Zo kom je nog
ergens.