Daaldreef - Vogel gestolen

 

E v a :*)

Mijn eerste ademtocht

ontsprong niet onder lagen aarde,

er was geen siddering van klei

boven gestold water,

God nam mij uit Adam.

Mijn oorsprong is abstracter:

een vleug vlees

waarrond ik vluchtig oprees

tot meer sublieme vormen dan mijn man.

God overtrof zichzelf

in de geur van mijn huid,

in de beknoptheid van mijn borsten.

God lof. Ik ben van Adam

  het vervolmaakte schetsplan.

Als Adam spreekt over aarde

zeg ik: wit duinzand;

als Adam spreekt over rotsen

zeg ik: simpel grint;

als Adam stormvloed roept

fluister ik: lentewind.

*)  dit gedicht en de volgende 4 maken deel uit van de Adam-cyclus van 14 gedichten, bekroond met de Poëzieprijs van de Groot-Kempische Cultuurdagen.

---