Daaldreef
- Vogel gestolen
D
E V R O U W O P H E T T E R R A S
De
vrouw op het terras
haar
ogen toe
alsof
zij niet van deze wereld was,
een
slapend dier, een tijdloos wezen,
wie
zal de glimlach van haar lippen lezen.
De
vrouw op het terras
alsof
zij niet meer te genezen was
van
eeuwigheid – de tijd klopt in haar keel.
Men
weet niet waar zij in haar dromen was,
haar
glimlach is fluweel.
Ik
zag het glas dat in haar handen was
bewegen
in haar schoot
en
sneller dan haar adem was.
De
vrouw op het terras,
alsof
zij boven dood en leven was,
men
weet niet hoe zij haar gedachten spon.
Hield
zij zich of zij slapend was,
men
zag haar glimlach beven.
Zij
bleef nog in de zon
toen
die al even onder was.