Daaldreef
- Vogel gestolen
W
O N E N I N P A R K E N
Laten
wij in deze
zeer
zuivere marmeren stad
de
torens tellen,
onze
lippen warmen tegen muren en tegels;
laten
wij wonderlijke woorden spellen
tussen
twee teugen zon.
Laten
wij hand in hand gaan,
twee
zingende kinderen;
zien
wij hoe op het plein
het
achterland zijn kleuren spreidt,
eten
wij met watertanden
deze
zuivere zuidvrucht.
Laat
ons in deze zeer
zuidelijke
stad vergeten:
er
is angst in de ogen
en
verdriet achter vlugge gezichten
en
zie: wij zijn speelzieke herten,
wij
wonen in parken, in het gras verzonken.
Men
zal de stad berichten:
twee
kinderen zijn hand in hand
aan
land verdronken.