
|
Marcus
Zuerius Boxhorn (Boxhornius; geboren op woensdag 25
september 1602 [niet 1612] in Bergen op Zoom; zoon van predikant
Jacob Zuerius en Anna Boxhorn)
overleed op vrijdag 3 oktober 1653. Na de dood van zijn
vader in 1604 vestigde zijn moeder zich in Breda en na de inname
van die stad door de Spanjaarden vertrok Boxhorn met zijn
grootvader van moederszijde naar Leiden. In die tijd nam Marcus
Zuerius de naam van zijn moeder aan, op aandrang van zijn
grootvader, die geen mannelijke erfgenaam had. Boxhornius begon
gedichten te schrijven, onder andere op de stedendwang van Den
Bosch door Frederik Hendrik. De belangrijkste van zijn zestigtal
werken zijn alle in het Latijn geschreven en omvatten
commentaren op Latijnse dichters, stads- en landbeschrijvingen
en een lofzang op Plinius. Hij was bekend als lijkredenaar. In
1633 werd hij in Leiden benoemd tot hoogleraar in de
welsprekendheid. Hij kreeg het aanbod om naar het hof van
Christina van Zweden te komen maar weigerde. Daags na het
overlijden van prins Willem II sprak Boxhorn in Leiden in de
aula van de universiteit een lijkrede uit. Zijn rustige leven
werd verstoord door een conflict met Claudius Salmasius - die
ook al in onmin leefde met Daniel Heinsius, diens zoon Nicolaas,
en Isaac Vossius. Het geschil werd bijgelegd door tussenkomst
van enige vrienden.
Pierre Bayle (die hem onder de
Z van Zuerius behandelt) noteert dat Boxhornius stierf 'na een
behoorlijk lang ziekbed'. Zijn dood werd echter vrij algemeen
toegeschreven aan zijn overmatige studie, die 'eene slepende
ziekte' veroorzaakte en hem de eetlust benam. Toen hij overleed,
was zijn echtgenote, Susanna Duvelaer, dochter van de
burgemeester van Middelburg Pieter Duvelaer, zwanger van hun
derde kind.
Erratum
Van der Aa meldt nadrukkelijk
dat het geboortejaar niet 1612 kan zijn, zoals 'overal elders
bepaald' wordt; en op goede gronden: zijn vader, Jacob Zuerius,
overleed in 1604.
Over de
grootvader van Marcus Zuerius Boxhornius
Hendrik Boxhorn
(Bochorinc; geboren in 1550 in Brussel; zijn vader was
doodgraver; grootvader van Marcus Zuerius Boxhornius) overleed
vermoedelijk in 1631 in Breda.Boxhorn was rooms priester
maar twijfelde na enige tijd aan enige leerstellingen, waaronder
die van de transsubstantiatie, waarbij wijn werkelijk bloed is,
en brood werkelijk vlees, en ook aan het gegeven dat roomse
priesters nu eenmaal brood zijn en geen vlees en toch bloed
hebben en geen wijn. Hij huwde. Zij het pas nadat het kind
geboren was en hij en zijn geliefde wegens hun 'minnehandel'
vanuit Tienen naar Mondorf gevlucht waren. In 1595 werd hij
Luthers predikant in Woerden maar hij ging over naar de
hervorming, en uiteindelijk werd hij predikant in Breda, de stad
die hij na de inval van de Spanjaarden verliet met medeneming
van zijn kleinzoon Marcus Zuerius.
Van zijn altijd
strijdbaar-religieus getinte geschriften, is vooral zijn
polemiek met Hendrik Cuickius bekend gebleven.
|