
DDe teksten
op deze pagina's zijn voor het overgrote deel ontleend aan 'Waar Ligt Poot?
- Over de dood en de laatste rustplaats van Nederlandse en Vlaamse
schrijvers', van Hans Heesen, Herry Jansen, en Ed Schilders; uitgeverij De
Prom, Baarn, 1997.
|

|
Matthijs van de
Merwede (Heer van Clootwijk, eigenlijke achternaam Van
Muylwijk; geboren zondag 7 juli 1613 [niet 1625] in Geertruidenberg)
overleed mogelijk voor de zuidkust van Vietnam op 3 maart 1664.
Winkler Prins Lexicon: Hij trad in dienst van de voc en in 1663
vertrok hij met een oorlogsvloot naar China en Taiwan; hij overleed op
de terugreis naar Java. Andere bronnen noemen echter 1677 als jaar van
overlijden (en Geertruidenberg als plaats) en staven dat met de
mededeling dat uit 1675 nog een door hemzelf geschreven brief bekend
is. De laatste theorie lijkt de meest waarschijnlijke, want de
administratie van de Nederlands Hervormde Kerk in Geertruidenberg kent
inderdaad een graf uit die tijd van een Van de Merwede, zij het dat
het sinds lang geruimd is. Van de Merwede werd berucht door zijn
autobiografische bundel Uytheemsen Oorlog, ofte Roomse Min- triomfen,
die verboden werd om zijn 'onbeschaamd sensualisme'; op verkoop ervan
stond vijfentwintig gulden boete. Hij leidde een avontuurlijk leven en
schreef daarover. In 1648 was hij met Nicolaas Heinsius de oudere naar
Italië gegaan, waar hij onder anderen Reyer Anslo leerde kennen. Zijn
lichtzinnige levenswandel kwam hem in Rome te staan op een
beschuldiging van 'nonnenschennerij' maar hij werd vrijgesproken. In
april 1649 viel hij in handen van Napolitaanse bandieten maar wist
door een list aan de dood te ontsnappen. De beeldhouwer Jan Gambas da
Volterra zou in klei Van de Merwedes buste gemaakt hebben. Van de
Merwede meende echter dat het beeld niet op hem leek, en stuurde het
terug, waarna, zo luidt de anekdote, Da Volterra zo kwaad werd dat hij
binnen enige dagen stierf.
|
|
|