Cees van Raak


Reizen langs gene zijden

Een prozagedicht over dodenbezorging


I

Opeten, te water laten,
in een moeras werpen,
begraven, verbranden, bewaren,
aan de vogels voeren,
al dan niet als offer,
in een ritueel, als symbool.

Onder de hoede van de tijd
spannen natuur en cultuur samen,
bepalen priester en sneeuw,
ingewanden en wolken,
god van het hiernamaals,
dogma en lama, steen en been,
hoe de levenden de doden
bezorgen.


II

Van de honger, voor kracht of uit wraak,
het kannibalisme dat teruggaat tot de Neanderthaler
(75.000 v.C.), is van alle tijden.
Van de Irokezen tot de Maori's,
de offers in het Oude Testament, de Azteken.
Het Vierde Lateraanse Concilie in 1215:
de hostie is werkelijk Christus' lichaam.
W.O. II: het Beleg van Leningrad, de hel.
Hoe tijdens de Culturele Revolutie
mensen om ideologische redenen opgegeten werden,
in het openbaar, hoe de toeschouwers
in revolutionaire vervoering raakten.


III

Het zeemansgraf is bekend, de heilige Ganges,
die dagelijks vele lichamen of resten vervoert, en
nog immer varen in Oceanië de doden de zee op.
Het toevertrouwen aan het water was gebruikelijk
bij oude Skandinavische en Slavische volkeren.
In de Edda steekt Odin de boot met Balders lijk,
zijn paard en zijn geliefde nar, in brand en
geeft hem daarna aan de golven prijs.

De magische uitstraling van moerassen en venen,
prehistorische offerplaatsen, de veenlijken.
Man van Tollund (in gedichten van Seamus Heany,
Hugo Claus, J.B. Charles), Man van Grauballe,
de Lindow Man, Juffer van Zweeloo (toch geen meisje),
het Paar van Weerdinge (toch twee mannen).
Enkele benoemde slachtoffers van de druïden,
rituelen van de 2500 jaar oude Keltische theocratie.


IV

Sinds de Bronstijd kwam in veel culturen
zowel het begraven als het verbranden van de doden
naast elkaar voor. Reeds in de hunebedden zette men
urnen bij met de as van de doden
die elders waren verbrand (immer volgde
bijzetting; verstrooiing is van deze tijd).


V

Het ter aarde bestellen het meest verspreid.
Het graf in het Oude Testament `groeve der vertering'.
In Genesis 3,19 lezen we: `Want ge zijt stof en tot stof keert ge terug'.
In Ezechiël 34,1-14: het visioen der doodsbeenderen.
In de Middeleeuwen de letterlijk gemeende verrijzenis
op de Dag des Oordeels; daarom mochten de beenderen
niet in rook opgaan, werden ze, ingeval van
overvolle dodenakkers, in een ossuarium opgeslagen.

Bij vele volken de gewoonte van een tweede begrafenis:
het gebeente wordt opgegraven om elders opnieuw
te worden begraven, bijgezet of verbrand.

Joden en mohammedanen begraven hun doden altijd.


VI

Karel de Grote stelde in zijn Edict van Paderborn
(785) de doodstraf op de heidense crematie.
In `Ueber das Verbrennen der Leichen' (1850)
pleitte Jacob Grimm voor herinvoering van
de lijkverbranding die hij juist niet in strijd
achtte met het christelijk idee van de opstanding.
(Merkwaardig omdat in de Romantiek de cultus
van het graf een gewaardeerd thema vormde.)
Eduard Douwes Dekker (1820-1887) liet zich als
eerste Nederlander cremeren, in Gotha, Duitsland.
In 1913 verrees op de begraafplaats Westerveld
in Velsen het eerste Nederlandse crematorium.
Het werd getolereerd. Het tweede volgde in 1954.
Wettelijk in 1955. Sinds 1964 is crematie volgens
Rome niet meer bij voorbaat on- of anti-christelijk.

Hindoes verbranden hun doden altijd.

VII

Het blootstellen aan de lucht, veelal tevens
als voer voor de vogels, is het minst bekend.
Heden ten dage bij enkele stammen op de Molukken,
tijdens het dodenmaal eet men ook van de dode.
De Parsi's, volgelingen van Zoroaster, leggen hun doden,
die aan Ahriman, god der duisternis, toebehoren,
op hun Dakhma, Toren der Stilte, nabij Bombay, India.
Vogels, met name gieren, pikken de lijken schoon en
de overgebleven botten worden daarna verzameld.


VIII

In Tibet de dodenbezorging op zowat alle wijzen,
al naargelang de status van de overledene:

de hemelse begrafenis met de heilige gieren;
de waterbegrafenis voor bedelaars, alleenstaanden en armen;
de aardebegrafenis voor overledenen aan lepra en pokken
en voor rovers, moordenaars en andere misdadigers;
het vuur voor monniken en hooggeplaatste personen.

Bijzetting in een stoepa, een klokvormig grafmonument,
slechts weggelegd voor boeddha's, bodhisattva's
en koningen, veelal gebalsemd.


IX

Het conserveren van lijken ziet men bij een aantal,
ver van elkaar in ruimte en tijd verwijderde volken.
De pyramiden, mausolea der farao's; ook
gebalsemde kinderen, katten, scarabeeën,
ibissen, stieren, bavianen, valken.
De oudste mummie uit Egypte stamt uit 3200 v.C.,
maar in Arica, Noord-Chili, zijn mummie's
van 6000 v.C. gevonden, volgens geheel andere techniek.
De vaak lange tijd tussen sterven en begraven
van vorstelijke personen bracht
de noodzaak van balsemen met zich mee.


X


Vladimir Iljitsj Oeljanov,
bij leven zo spraakmakend,
sinds 1927 tentoongesteld,
`op verzoek van de werkende klasse'.
Vladimir Iljitsj Oeljanov,
je neus viel eraf, je oor brak,
je erewacht werd opgeheven,
zestig procent was ben je geworden.
Vladimir Iljitsj Oeljanov,
minder dan dood zo ondragelijk,
en een kapitalist bood één miljoen DM,
en bijna ging je weer op tournee.
Terwijl jij Vladimir Iljitsj Oeljanov,
gewoon begraven wilde worden,
naast je moeder, op het Volkovkerkhof
in het wel verdwenen Leningrad.