INHOUD RKJW
CUBRA HOME

 

Jos Naaijkens

UIT DE RIJKE GESCHIEDENIS VAN DE TILBURGSE DRUKKERIJ R.K. JONGENSWEESHUIS


 

Het leesplankje 'aap roos zeef...' van Becker

 

In het jaar 1905 verschijnt bij ‘Drukkerij R.K. Jongensweeshuis Tilburg’ een nieuwe leesmethode: ‘Sprekende Beelden’. Hierbij behoren de serie boekjes ‘Boschbloempjes’, een leesplankje met letterdoosje en een klassikaal leesbord. De auteur van de methode is F.E. Becker, een pseudoniem van Frater Euthymius Bekker (1874 – 1946).

 

 

Leesplankje Becker - eerste versie (omstreeks 1905).

 

Vóór 1905 worden de leesplankjes van Hoogeveen veel gebruikt. M.B. Hoogeveen (1863-1941), hoofdonderwijzer uit Deventer, ontwikkelt omstreeks 1894 zijn eerste leesplankje. Hij gaat uit van woorden waarin de belangrijkste klinkers en medeklinkers verwerkt worden. In 1910 krijgt het zijn definitieve woordenreeks (aap, noot, mies enz.).

 

   

Leesplankjes van Hoogeveen.

Links een ontwerp vanaf 1917 t/m 1930. Rechts een ontwerp vanaf 1940 t/m 1949.

 

 

Hoogeveens verbeterde leesplank (klassikaal leesbord) in het Onderwijsmuseum te Dordrecht.   

 

 

 

Leesbord van Beckers 'aap roos zeef' uit de collectie van Museum Scryption, tegenwoordig in de collectie van Stadsmuseum Tilburg.

 

Mattheus Bernard Hoogeveen (1863-1941).

 

Becker neemt het idee van het leesplankje en leesbord van Hoogeveen over. Hij vindt het uitstekende leermiddelen voor de eerste fase van het leren lezen. Bij de samenstelling van zijn woorden hanteert Becker iets andere criteria.

Zijn leesplankje bestaat uit 18 afbeeldingen en normaalwoorden waarbij klinkers en medeklinkers hun ongewijzigde klank hebben. In onze spelling komen we twee verschillende ‘o’-klanken tegen. Die van ‘hok’ en van ‘bók’. Hier wordt rekening mee gehouden. Op de ‘o’ van ‘bók’ komt een accent aigu. Vier ‘vreemde’ letters c, q, x en y komen niet voor.

Boven op het klassikaal leesbord is een ‘vertelselplaat’ gemonteerd. De afbeeldingen van het leesplankje zijn op de plaat verwerkt.  

 

 

Klassikaal leesbord Becker.

 

Het letterdoosje bevat 61 letters. Ze hebben twee kleuren. De klinkers blauw, de medeklinkers zwart.

 

 

Becker’s letterdoosje.

        

 

Klassikaal leesbord op de Leoschool paochie Goirke te Tilburg (1907).

(Bron: Regionaal Archief Tilburg - Fotonummer 051299)

 

Het plankje slaat aan. De fraters Jozef Reynders en Nicetas Doumen besluiten om het te integreren in hun nieuwe leesmethode ‘Ik lees al’ die in 1910 verschijnt.      

 

 

‘ik lees al’ deel 8 (1925).

 

 

Leesplankje Becker derde en laatste versie (1954).

 

 

En wat te denken van het ‘Tilburgs leesplènkske’ uitgegeven in 2010…

 

 

Bron: ‘De Tijd’ (16 augustus 1941).

 

 

  

Gedachtenisprentje Gijsbertus Bekker (Frater M. Euthymius).

 

 

Bronnen.

Regionaal Archief Tilburg, Collectie bidprentjes.

Regionaal Archief Tilburg. Collectie foto’s.

Caesarius Mommers & Ger Janssen, Zwijsen een passie voor uitgeven, Tilburg, 1997.

Dr. Drs. G.J.M. Mensink, Het Leesplankje – Leren lezen tussen Groningen en Kaapstad, Leeuwarden, 2010.

Karen Ghonem-Woets, Boeken voor de katholieke jeugd. Verzuiling en ontzuiling in de geschiedenis van Zwijsen en Malmberg, Zutphen, 2011.

Ronald Peeters (eindred.), Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur – jaargang 29, nummer 1, Tilburg, 2011.