INHOUD DALDEROP
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

Print Pagina
 


Ed Dalderop

Reactie op Huub Moonen's Sinterklaas-nostalgie

KLIK HIER voor het artikel van Huub Moonen

 

Toen ik een paar weken terug Piet de Leeuw's oproep las om zijn geheugen bij te staan bij het reconstrueren van het schone lied "Zedde gij ne pronte meens", was mijn eerste impuls er een van herkenning: Ja, dat is er een van onze stad, van Tilburg net as ikke! En met hetzelfde soort jeugdsentiment.

Ed Schilders is daarop blijkbaar , praktisch en trefzeker als altijd, aan het zoeken geslagen naar de officiële bronnen, maar ik heb verwoed mijn persoonlijke hersens uitgeknepen om minstens iets opgeslagens terug te vinden van de vele varianten die je destijds bij kampvuren, feesten of busreizen wel kon opvangen. En waarvan er vele misschien maar éen keer geklonken hebben, maar tot trots dan wel van een incidentele lieddichter die even tijd over had gehad.

 

Bij Huub Moonens schetsen van Sinterklaas-vroeger had ik iets soortgelijks. Hoe verder zijn verhaal vorderde, hoe meer ik op het scherm in mijn hoofd terug zag (en hoorde, en rook, en voelde) hoe dat vroeger ook weer toeging.

 

De kleine verschillen in onze herinneringsbeelden maken het dan nog aardiger.

Ik heb het dan niet over de persoonlijke verschillen, - zoals bijvoorbeeld dat ikzelf, inplaats van zijn ónbeweeglijkheid, in termen van nu misschien eerder een a.d.h.d-kind was. Nee, ik bedoel de kleine nuances die het individuele uitmaken. En die trouwens ook het tijdverschil markeren. Hij is weer van een jaar of vijftien later dan ik.

 

Mijn school-zuster heette dan wel niet Clara maar Giovanni, maar ze zal zeker dezelfde zwarte ruisende kleren aan gehad hebben, dezelfde hardgesteven kap en borstplaat , en dezelfde rinkelende rozenkrans. Maar hij mocht in zijn tijd al met een schaar werken, terwijl dat voor óns dat nog dicht in de buurt van een doodzonde lag.

Iets maken was bij ons trouwens nog helemáal niks voor in de klas; alleen sommen, je veters vast, en een kruisteken, dat mocht je maken daar.

 

De Gluton rook ongetwijfeld hetzelfde – heerlijk! Bijna om op te eten. Maar het was in mijn tijd nog niks voor op school. Het woord en de bezigheid handenarbeid waren in mijn tijd exclusief gereserveerd voor slechtbetaalde volwassenen op hun werk.

Niet alleen handenarbeid, maar alle beweeglijkheid was op school rücksichtslos alleen toegestaan op de speelplaats. Binnen in de klas zat je stil in je bank, en er waren maar een stuk of vier dingen waarbij je mocht bewegen: schrijven, je vinger opsteken, je boekje ombladeren en je handen samendoen bij het bidden.

Die Huub zou dus zeker beter bij mijn schooltijd gepast hebben dan ik. Qua motoriek zouden we allebei misschien gelukkiger geweest zijn als we hadden kunnen ruilen.

 

Maar : onze pakjesavonden lijken weer heel veel op elkaar. Dezelfde stapels pakjes, dezelfde vervang-neiging van de vroegere surprises tegen vele bijgevoegde verzen. Van uiterst ongelijk kaliber, dat wel, - en waar je achteraf toch bepaald geen tijd mee bespaarde, zoals je eerst verwacht had.

En ieder jaar maar wéer het voorstel 'om er dit jaar maar niks aan te doen, alleen voor de (klein-)kinderen'. Terwijl je dan gaandeweg in de gaten krijgt dat bijna iedereen toch wel graag énkele toevallige kleine presentjes zou willen uitwisselen, als herinnering aan vroeger, - waarna het op 5 december ook dit jaar weer over twaalven wordt, eer alles daadwerkelijk is uitgepakt en hardop voorgelezen.

Alleen een lichte kentering, ook bij ons, van chocolademelk naar fris en alcohol, en van zoet naar hartig. En steeds minder roken, óf althans meer bezwaren ertegen!

 

Maar het meest heeft Huub toch mijn hart gestolen met zijn beschrijving van het "rijen op de tafel". Je hebt om zo te zeggen de neiging met je ogen dicht verder te lezen, om die hele uitstallingen allemaal nog eens voor je te zien. Helemaal uitgeschoven die tafel, compleet met de witte tafellakens, ja zo ging dat - en dan het keuren van de speculaas, en de geur van taai-taai en chocoladeletters, die je dan als vanzelf uit het verhaal voelt opstijgen.

Eerst voel je weer die hemelse betovering van de tafel-vol, wat je als kind ieder jaar weer ervoer. En dan jaren later de zo mogelijk nog grotere voldoening van het als ouders urenlange etaleren om het allemaal zo attractief mogelijk uit te stallen, met verborgen verrassingen en zorgvuldige blik-leiding. Op die spiegels zijn wij nooit gekomen, maar het zou een idee zijn.

En intussen ettelijke keren nalopen of het alles bij elkaar zo wel eerlijk over het kroost verdeeld is, én of 't ook wel als eerlijk zal worden belééfd.

En de kleine verrassinkjes ook voor elkaar ook nog, die je erin smokkelde.

 

Wat in die vijftien jaar al helemáal weinig veranderd lijkt geweest te zijn, dat was de spanning, en de mélange van angst en nerveuze blijde verwachting waarmee die weken doordrenkt waren.

De Zwarte Pieten en hun attributen stonden daarin centraal.

Sjaksjoer was een kwaaie, dan wist je allemaal. Maar over die Trappedoelie – die in werkelijkheid, dus bij óns, Krabbedoelie heette – daarover waren de meningen verdeeld.

 

Net als over de graad van gruwelijkheid die je kon verwachten als je bij de héle stouten bleek te horen. Dat moest blijken, want zelf wist je eigenlijk niet goed hoe je braafheids-status was, vergeleken met andere kinderen. Je hoopte er maar het beste van. Net als bij de Groten zonde en schuld, waren bij kinderen stoutigheden van allerlei aard voortdurend in je gedachten. Niet veel kinderen voelden zich braaf of schuldeloos.

Alleeen: aan sommige delicten werd door volwassenen verrassenderwijs veel zwaarder getild dan je jezelf bewust was, terwijl weer andere, die jouzelf zwaar op de maag lagen, soms met onverwachte vrolijkheid werden weggelachen. Het was lastig navigeren soms, voor een kind.

 

En in de Sinterklaasliedjes, - die je toch een beetje geneigd was als informatiebron op te vatten -, liepen de opvattingen óok nogal uiteen.

Wat je wél al gauw doorhad was dat het vroeger allemaal nog veel erger geweest moest zijn. De waarschuwende liedjes uit de jeugd van mijn moeder en tantes hoorde je nog wel eens, maar die klonken toen al oud. Ze zijn tegenwoordig ook goeddeels vergeten, en helaas kan ik ze ook met intensief speuren lang niet allemaal meer terugvinden.

In een heel sombere versie heette het bijvoorbeeld:

 

"Wat zal dat treurig wezen,

als wij naar huis toe gaan,

en wij met lege ha-handen

voor onze ouders staan."

 

En er waren ook nog veel érgere. Op de wijze van "Ik had een wapenbroeder" luidde er een:

 

O, als het eens gebeurde

dat hij met roeden kwam

en zonder dat wij 't wisten

in grote zwarte kisten

ons mee naar Spanje nam".

 

Dat was geen half werk, merkte je wel. En dan ook nog eens "zonder dat je 't wist".

 

Het verergerde nog toen ik eens navlooide wat die "roeden"nu eigenlijk waren, zo in het meervoud ook nog.

Om een of andere reden was het oerbeeld van een roe voor ons eigenlijk een soort samengebonden heksen-bezem zonder steel, waarmee voornamelijk alleen gedreigd kon worden. Maar onze buurman leerde me dat een echte roe eigenlijk een stok was, - net zoals trap-roeden immers, of als roeispanen. Dat klonk ineens een stuk harder.

Het riep, kerkgangers als we waren, meteen het dreigende beeld op van de bijbelse menigte die uitrukte 'met zwaarden en met stokken'. Je voelde, als je zoiets hoorde, onwillekeurig meteen naar je billen. Want dat was nog de tijd dat wie zijn kind liefhad, de roede niet mocht sparen, - of met harde hand het kwaad eruit probeerde te slaan.

 

En dan 'onwetend, in die zwarte kisten'. Toch niet bewusteloos geslagen of zoiets, dacht je dan ontzet? Gelukkig was het een heel oud liedje, monterde ons moeder me op. Zoiets deeën ze nou niet meer.

Maar je wist maar nooit.

 

Nee, het waren weken vol onzekerheid en spanning. Maar ook vol met veelkleurig stof voor mooie herinneringen, die je hele leven ieder jaar weer even tot leven komen.

Het is mooi om te lezen, als daar zo nu en dan iemand als bijvoorbeeld Huub Moonen zo kennelijk handenwrijvend over schrijft. Zulke mensen moet we in ere houden.

 
   

NAAR BEGIN PAGINA