INHOUD ED SCHILDERS

HOME

CuBra


Print deze Pagina

 

Ed Schilders
Toon & Tilburg

TILBURG PLUS DONDERDAG 11 NOVEMBER 2010

Toon & Tilburg

Vorige week schreef ik dat ik me verheugde op de biografie van Toon Hermans. Ik vermoedde dat Tilburg daarin uitgebreid ter sprake zou komen, want het is bekend dat Toon graag en veel in onze stad kwam. En niet alleen om op te treden. Ik gebruikte zelfs het woord ‘goudmijn’.

Ondertussen heb ik het boek, geschreven door Jacques Klöters, met genoegen gelezen, maar het Tilburggehalte viel zwaar tegen. Het telt 534 pagina’s, dus dan denk je dat er lekker veel plaats is voor de meest obscure details. Als George Bush zijn presidentschap kan beschrijven in 481 pagina’s, en als Keith Richards een leven vol seks, drugs en vooral rock ‘n’ roll in 521 pagina’s afkan, dan mag je van 534 pagina’s ‘Toon’ toch ook wel wat verwachten?

Ter zake. Ik heb Tilburg in ‘Toon’ geturfd. Resultaat: een schamele zes streepjes. Daarvan gaan er drie over de Tilburgse vrienden van Toon en mevrouw Hermans: Gerrit en Francine Villevoye. In het register van het boek kun je zien dat die nog tien keer elders in het boek voorkomen. Gerrit Villevoye had in Tilburg een ijzergieterij. Hij en Hermans, schrijft Klöters, ontmoetten elkaar in Hotel Riche, en nadat dat was afgebrand, logeerde Toon bij de Villevoyes als hij in Tilburg optrad of werkte aan een nieuw programma. Francine Villevoye werd een goede vriendin van Rietje Hermans. Van wat ik al wist over Toon & Tilburg staat vrijwel niets in het boek. Ook niet hoe Toon, als hij onder de medicijnen zit, terugdenkt aan de overleden Gerrit, met wie hij zijn weerzin tegen pillen deelde (in ‘Een mooie dag’.)

Bij een van de zes streepjes wordt zeer beknopt gememoreerd dat Toon een borstbeeld kreeg in Theaters Tilburg, maar wie het beeld maakte, en waarom Toon het juist in Tilburg kreeg aangeboden, Klöters zegt er lekker niks over. De twee turfjes die dan nog resten zijn slechts bewegwijzering op de snelweg. Teleurstellend. Zelfs Toons feestelijke aftrap bij een benefietwedstrijd van Willem II tegen Ajax krijgt niet meer dan een bijzin. Terwijl Toon toch meer dan eens verteld heeft hoe hij niet aftrapte maar met de bal aan de voet Cruijff, Krol, Mühren, en Hulshoff voorbij pingelde, en de bal in het Ajax-doel joeg. ‘Het stadion daverde’, schrijft Hermans in zijn dagboek ‘Tussen mei en september’.

Beter gedocumenteerd in ‘Toon’ is de rol van Wim Bary in het leven van Hermans. Bary overleed afgelopen week, en zal dus niet meemaken hoe in 2011 het 50-jarig bestaan van Theaters Tilburg wordt gevierd, de schouwburg waarvan hij de eerste directeur was, en waarin hij meteen al Hermans programmeerde. Bary’s Tilburgse periode is echter ook alweer ongemerkt aan Klöters voorbij gegaan.

Een mooi Toon-over-Tilburg-citaat om mee te eindigen, vond ik niet. Dus ga ik maar terug naar Toon zelf. Na het scoren van dat theatrale doelpunt tegen Ajax. Hij schrijft dan: ‘Mijn hart bonsde als een grote dorpsfanfaretrom’. In Tilburg.

 

TILBURG PLUS DONDERDAG 9 DECEMBER 2010

Toon & Tilburg (2)

Een paar weken geleden schreef ik over ‘Toon’, de biografie van Toon Hermans door Jacques Klöters. En hoe teleurstellend onderbelicht daarin Toons relatie met Tilburg en de Tilburgse schouwburg gebleven is. Vanavond gaat in datzelfde Theaters Tilburg ‘Toon, de musical’ in première, met Alex Klaasen (uit Oirschot) in de rol van Toon. Naar aanleiding daarvan verscheen eergisteren een ruime voorbeschouwing in deze krant, en daarvan werden we een stuk wijzer. Ook al doordat een deel van de beschouwing mede gebaseerd was op het boek ’50 jaar schouwburg’ van Floris Mutsaers dat volgend jaar verschijnt. Er stond in dat artikel meer Toon & Tilburg dan in de meer dan vijfhonderd pagina’s van Klöters. Ondertussen kreeg ik enige reacties van lezers op mijn column. Peter Paaijmans vroeg zich af of in de biografie de ontmoeting, in onze schouwburg, voorkomt waarbij Ramses Shaffy aan Hermans komt voorzingen en advies vragen. Nee, ook dat niet. Paaijmans wees me ook op Toons eigen verslag van zijn succesvolle terugkeer naar de planken nadat hij vier jaar in een diepe theaterdip had gezeten. Dat was in 1984. Staat dat er in? Ja, dat staat erin, want het is een sleutelmoment in het leven van Toon Hermans. Maar zo spannend als Toon het zelf beschreven heeft, wil Klöters het niet herhalen. Om met Wim Sonneveld te spreken: ‘Luistert!’

Hermans: ‘Eindelijk kwam de bewuste première in de schouwburg van Tilburg. Het werd een van de merkwaardigste avonden uit mijn leven. Moedig en opgewekt ging ik er heen. Maar ik had zolang tegen die première aan zitten hikken dat, toen ik uit de coulissen kwam en de droge zaallucht op mijn tong proefde, plotseling de angst in volle hevigheid terugkwam.’ Hij grijpt naar hoestpastilles in zijn vestzakje. Het publiek kan er om lachen, maar ‘ik weet zeker dat de mensen mijn angst hebben gevoeld.’ En verderop: ‘Ik straalde de angst gewoon uit’… ‘ik kon de angst niet van me afzetten’… en ‘met het angstzweet op mijn voorhoofd’. Het wordt pauze, en in de kleedkamer stamelt Toon: ‘Ik ga naar huis…’ Mevrouw Hermans stond te bidden in de coulissen. Ze werd verhoord. Het nieuwe programma werd een succes. Het kan niet anders of die sleutelscène zit ook in ‘Toon, de musical’. Het is alleen de vraag hoeveel ruimte hoofdrolspeler Alex Klaasen gekregen heeft om behalve vrolijk en humoristisch ook angstig te zijn. Angst is ongelooflijk veel moeilijker voor een acteur dan vreugde. En angst is geen publiekstrekker. Zal Toons witte zakdoek ook te zien zijn om het zweet van die veertig graden plankenkoorts te deppen? Krijgen de hoestpastilles een stille maar belangrijke bijrol? Zal mevrouw Hermans haar gevouwen handen oprichten tot Peerke Donders? Ik hoop het.

Maar zelfs als dat allemaal niet het geval zou zijn, is het goed te bedenken dat de victorie in Tilburg begonnen is. Dat de roepieroepievogel en de poelifinario zijn uitgevlogen uit het theaternest van onze schouwburg.