CuBra

INHOUD ED SCHILDERS

HOME

Deze column verscheen oorspronkelijk in het Brabants dagblad / Tilburg Plus van 31 mei 2012

Ed Schilders
Een fles voor Peerke Donders

Raadsel

Ze hebben het mooi druk gehad, in het Peerke Donders Paviljoen in Tilburg Noord. Met Pinksteren, maar ook vorige week, toen herdacht werd dat de ‘apostel der melaatsen’ dertig jaar geleden in Rome zalig werd verklaard. De beheerder van dienst vertelt het me als ik er op dinsdagmiddag ben, want na twee warme Pinksterdagen wil een mens wel eens wat anders over zich laten nederdalen dan de vurige tongen van Bruce Springsteen of die van Bert van Marwijk en zijn apostelen. Ik besloot te gaan kijken naar de kleine tentoonstelling over de bestrijding van lepra, en over het werk van de Leprastichting. Het eerste wat me echter opviel, was dat ook de kruiswegstaties in het park er beter bij staan dan ooit. De meeste van die beeldengroepen zullen wel nooit de schoonheidsprijs winnen, maar er is duidelijk hard gewerkt om ze beter tot hun recht te laten komen. Zelfs de Romeinse soldaten zijn ervan opgeknapt. Er is er nog maar één die een halve hand mist, een onbeduidend detail in vergelijking met de ellende die lepra heet.

Het eerste wat ik in het paviljoen in een documentatiemap zie, is een foto van een zwart ijzeren kruis, met daarbij de tekst: ‘Laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt’. Zo’n kruis stond in Peerkes tijd bij de aanlegsteiger van de leprozerie Batavia, waar hij tot zijn dood, in 1875, gewerkt heeft. Wellicht herkent u de tekst. Het is de waarschuwing die volgens Dante Alighieri bij de ingang van de hel te lezen stond. Het mooie is natuurlijk dat het niet meer waar is, dat verlies van alle hoop. Vroeger niet omdat er Peerkes waren, tegenwoordig zeker niet meer dankzij de medische vooruitgang en het werk van de Leprastichting. Het leven van een lepralijder is geen hemel maar hoeft ook geen hel meer te zijn. Er zijn veel lachende gezichten te zien op de foto’s van de patiënten. Zo ziet hoop eruit.

Ik heb me vaak afgevraagd of Peerke Donders ooit heimwee heeft gehad naar Tilburg, naar de Heikant die hij nooit meer terug heeft gezien. Voor de Tilburgse revue Gloria Historia (2009) heb ik daar een scène over geschreven en een liedtekst. Want ook in Peerkes tijd kon je al doneren, en dat deden de Tilburgers. Ik liet in Batavia een flinke kist bezorgen met spulletjes die Peerke goed kon gebruiken. De inhoud verzon ik zelf, met als mooiste donatie een fles met water uit de Ley, het Tilburgse riviertje waarin Peerke zo graag nog één keer had willen pootjebaden, op z’n Tilburgs: dokkelen. Dat kon nu, hoe bescheiden ook. De muziek zette in, en Peerke dokkelde nog één keer in een teiltje met het water uit die fles. Zo klinkt troost.

Theater? Dat dacht ik ook. Totdat ik eergisteren verbluft stilstond bij een van de vitrines in het paviljoen. Daarin zie ik een groene, zeer verweerde literfles liggen. Er ligt een kleine ketting bij met een etiketplaatje. Op het opgeplakte papiertje staat getypt: ‘fles gevonden in Batavia Suriname standplaats van pater P. Donders’. Sinds dinsdagmiddag vraag ik me dus af hoe dat nou toch mogelijk is. Dat een fles met Leywater die ik in 2009 in Tilburg verzin, meer dan een eeuw eerder al bezorgd is bij Peerke Donders in Suriname.