CUBRA
INHOUD COLUMNS TILBURG PLUS
INHOUD ED SCHILDERS
HOME

Deze column verscheen oorspronkelijk in Tilburg Plus, de Tilburgse bijlage van het Brabants Dagblad, op 1 november 2002

Ed Schilders
De wollen dekens van AaBe

Het zou een vraag kunnen zijn voor de Grote Tilburg Quiz: Waar kon men dit vroeger lezen: ‘Voorkomen rheumatiek’. Antwoord: in de advertenties voor AaBe-dekens. Daarin kon je een tafereel zien dat zich in het hoge noorden afspeelde. Laplanders halen Tilburgse dekens van een slee. Het is het bekendste beeldmerk van een Tilburgs product, maar ook één grote quizvraag. Als kind al vroeg ik me af wat ‘rheumatiek’ was. Het moest wel iets ernstigs zijn, gezien de ijver waarmee die Laplanders de dekens naar hun tenten brachten. Maar het had net zo goed ‘wintertenen’ kunnen zijn, of slapeloosheid. En als me gevraagd zou zijn welk dier de slee trok, zou ik, met alle Tilburgers, geantwoord hebben: een hert. Fout dus. En is het wel in Lapland? Waaruit blijkt dat?

Het hier beschreven tafereel stond ook op het label van elke AaBe-deken. Daar heb ik er nog twee van, van die labels. Ze werden me een paar jaar geleden toegestuurd door lezers van deze krant (waarvoor nogmaals dank) nadat ik een stukje had geschreven over het AaBe-diorama dat op de Heuvel stond. Op die labels staat de tekst over reumatiek niet. Het ene label meldt wel dat de deken ‘Blijvend mot-echt’ is. Mot-echt? Het wordt verduidelijkt door de afbeelding van een gele mot met een rood kruis erdoor. Wat reumatiek is voor de mensen, is de mot voor een deken. Maar het mooist, en tegelijk het vreemdst, was dat diorama, waar dat tafereel uit Lapland levensgroot te zien was. Ik denk dat ik het voor het eerst zag op een herfstavond in de dagen voor Sinterklaas, toen we vanuit Enschot naar de stad gingen om te klotteren en naar ‘het uitgepakt’ te kijken. Ik vond het sensationeel om te zien, maar vooral ook raadselachtig. Gingen Tilburgers dekens verkopen in Lapland? Een wat krappe markt, zou je zeggen, achteraf.

Vanaf aanstaande zondag kan het diorama weer bewonderd worden in het Textielmuseum. Ik zal zeker gaan kijken. Op zoek gaan, zeg maar, naar de verloren tijd. Weer even denken dat je op de Heuvel staat in 1959. De foto die dinsdag in de krant stond, liet er al wat van zien. Met name het veelkleurige licht tegen de lucht van Lapland doet het goed. En meteen drong zich weer een quizvraag op: moest dat het noorderlicht voorstellen? Dit zal overigens niet de eerste keer zijn dat het diorama gereconstrueerd te zien is. Toen ik met Berry van Oudheusden een paar jaar geleden aan een Tilburgse Revue werkte, bedachten we dat er een mooie scène te maken moest zijn rond het diorama. Het moest tot leven komen, vonden we. Van Oudheusden is toen op zoek gegaan naar het originele hert, en kwam terug met het bericht dat hij het gevonden had, maar dat het juiste antwoord was: een rendier. Toen ik de AaBe-scène verder ging uitwerken, drongen zich nieuwe vragen op: over wat je níet kon zien. Want goed beschouwd, is het zeker voor de katholieke stad die Tilburg toen was misschien geen gewaagd tafereel, maar juist in zijn alledaagse herkenbaarheid toch ook wel dubbelzinnig. Sigmund Freud zou zeggen dat je juist door de sneeuw de warmte voelt, en dat alles wat je buiten ziet gebeuren, alleen maar zin heeft voor wat er binnen te gebeuren staat. Wat doen die Lappen onder die dekens? A: slapen; B: zorgen dat ze geen reumatiek krijgen; C: over motten praten? Of is antwoord D het juiste? Anderzijds is het een tafereel dat door de pastoor van de Heuvelse kerk waarschijnlijk met instemming werd gadegeslagen vanuit zijn slaapkamer in de pastorie. Want terwijl vader Lap zo te zien twee nieuwe dekens de tent in draagt, staat moeder tevreden terzijde: een kindje houdt zich vast aan haar lapse broek, de kleinste zit op haar arm. De laatste quizvraag is dus: had er niet ieder jaar, zo rond de Sinterklaastijd, in het diorama een Laplandertje bij moeten komen?