Bibliotheek
We hadden al vaker contact gehad, maar
de eerste keer dat we elkaar ontmoetten, was op de dag van de
zonsverduistering in augustus 1999. In Tilburg. We moesten daar
beiden een stukje over schrijven; proza voor mij, poëzie voor
Afshin Ellian. Toen ik 's avonds zijn gedicht las, werd ik
getroffen door één beeld in het bijzonder, de vergelijking van
het zonnelicht met 'een koude schaduw/ van Tilburg tot Teheran'.
Ellians zonsverduistering was aanmerkelijk groter dan de mijne.
Geboren in Iran, ontgoocheld door de
politieke omwentelingen, gevlucht, ondergedoken, en ten slotte
toegelaten tot Nederland. Aan de universiteit van Tilburg studeert
hij in 1996 af in drie richtingen. Geïnterviewd door Janny Groen
in 'de Volkskrant', zei Ellian: 'Poëzie kan machten
deconstrueren.' Dat hoor je niet vaak meer in Nederland.
In hetzelfde interview vertelt hij hoe
het (Nederlandse) hoofd van de vluchtelingenorganisatie UNCHR hem
een Nederlands gedicht voorlas: 'Ik vond het een mooie taal. Daar
wilde ik wel wonen.'
Hij
is even langsgekomen om me zijn nieuwe boek aan te reiken.
'Mensenherfst' (Vidya Publishers) is Ellians tweede dichtbundel.
Het gedicht over de zonsverduistering staat erin, en ook de andere
gedichten zijn best in staat de Nederlandse lezer te
deconstrueren. Veel is hier groter en bijna alles in de schaduw
van zon en maan. Maar de mooiste regel, het mooiste beeld, vind ik
toch dit: 'Ik ben een bibliotheek van liefde.'
Dat lijkt me geruststellend, van
Tilburg tot Teheran.
|