INHOUD BOEKEN OP ZONDAG

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


PRINT PAGINA
 

Ed Schilders

Geheim

Eigenlijk wìlde hij helemaal geen paus worden. Hij probeerde nog uit Rome te ontsnappen in een ton op de rug van een ezel, maar ze wisten hem te vinden: op 3 september van het jaar 590 werd Gregorius de Grote de nieuwe paus; tegen wil en dank.

In Ornamenta ecclesiae, een tentoonstellingscatalogus (Keulen, 1985), staan drie middeleeuwse portretten van Gregorius. De situatie is steeds dezelfde: hij peinst. Naast hem zit een secretaris met een Schoevers-opleiding, die zijn dictaat snel kan notuleren. Op de schouder van Gregorius zit een witte duif: de Heilige Geest die hem inspireert. Het merkwaardige is echter dat tussen Gregorius en de secretaris een gordijn hangt,

en dat de secretaris,letterlijk de ‘geheimschrijver’, daarin een gaatje prikt. Wat dat gordijn betekent, dat weten de kunsthistorici van Ornamenta Ecclesiae blijkbaar niet, want ze verklaren veel maar niet dat gordijn. Ik vond de oplossing in de Gulden legende, Jacob van Voragine's verzameling heiligenlegenden uit de dertiende eeuw.

Gregorius was een merkwaardige man: hij wilde ook al geen schrijver worden, en toch schreef hij belangrijke boeken en honderden (bewaard gebleven) brieven. Toen een correspondent Gregorius' commentaren op het bijbelboek Job prees, antwoordde hij na een paar maanden (dus per kerende post) dat hij geen prijs stelde op zulke lovende recensies. De briefschrijver kon maar beter het werk van de heilige Augustinus lezen; zoiets als het boekenweekgeschenk van die tijd.

Terecht zijn in de legendevorming een aantal wonderen die zich rond de persoon van Gregorius voltrokken hebben, in verband gebracht met zijn liefde voor het boek en de pen. Hij zou bijvoorbeeld een geëxcommuniceerde monnik uit de hel gered hebben door op diens dode lichaam een brief te leggen: een verzoek aan God om clement te zijn. De monnik verscheen later aan Gregorius om hem te bedanken.

Ook als lezer had hij een reputatie. De paus had hem op missie gestuurd om de Engelsen te gaan kerstenen, maar het Romeinse volk eiste zijn terugkeer. De achtervolging werd ingezet, maar Gregorius had een schier onoverbrugbare voorsprong van drie dagreizen. Door een wonder werden toen de zwaluwen ingeschakeld, en die haalden hem in. Hij zat te lezen. (Waarin? In Augustinus natuurlijk.) De zwaluwen zongen dat hij daarmee maar lekker moest voortgaan, en Gregorius las drie dagen lang, met als gevolg dat zijn achtervolgers hem konden inhalen. Hij wilde niet, maar hij ging toch terug naar Rome.

Gregorius heeft twee biografen. De laatste heette Jan, en Jan kreeg, in de negende eeuw, tijdens het schrijven van zijn biografie bezoek van een verschijning: de duivel, wie anders. Satan schopte Jan z'n schrijflamp uit, en probeerde onder dekking van de duisternis het manuscript te roven. Maar gelukkig verschenen toen Gregorius zelve en Sint Nicolaas, in zijn tijd een gekende vechtersbaas. Dat liep slecht af voor de duivel.

Onze prenten met het gaatje in het gordijn laten echter niet Jan zien, maar Gregorius' eerste biograaf, Petrus Lombardus. Na de dood van Gregorius (604) hebben kritici namelijk roddels over hem verspreid, en in Rome gingen stemmen op om zijn werken te herwaarderen met de brandstapel. Toen heeft Petrus Lombardus het geheim van de secretaris geschonden. Hij bekende dat hij, letterlijk, mocht doodvallen, als hij niet méér dan eens gezien had hoe tijdens Gregorius' dictaten een duif was nedergedaald, die bij Gregorius de heilige teksten in het oor fluisterde. Gregorius had nooit gewild dat hij, Petrus, dat geheim zou onthullen, maar nu het toch op boekverbranding aankwam, had hij geen keuze meer en luidde hij de klok.

Het gordijn, dat stelt het geheim voor. De pen van Lombardus onthult het door er een gaatje in te prikken.

De legende eindigt prachtig. Petrus wìlde uiteraard niet doodvallen, maar hij viel: dood. Afspraak is afspraak. En toch werden Gregorius' boeken niet verbrand. Want zie: Petrus viel dood, maar er daalde een vogel neder, een duif die zijn ziel op pikte en naar de hemel bracht.

Dat zegt de legende.

Ik denk dat het een zwaluw was.