INHOUD BOEK- BESPREKINGEN

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


PRINT PAGINA

Ed Schilders

Aanslag

Het kaliber van de kogel, de laatste woorden van het slachtoffer, de aard van de verwonding: Katja Doubek beperkt zich in haar Lexicon van de belangrijkste aanslagen vrijwel altijd tot de anekdotiek van het drama. Het boek mag zich ‘lexicon’ noemen omdat de slachtoffers op alfabet zijn gezet, maar wie achter die typering een zekere analytische benadering van het onderwerp hoopt te vinden, zal tevergeefs zoeken. ‘Aanslag’ is immers een nogal veelzijdig begrip, en de ondertitel ‘Beroemde samenzweringen, complotten en aanslagen’ maakt het er niet duidelijker op met zijn herhaling en twee begrippen die hetzelfde betekenen. De inleiding helpt ons ook niet verder. Het is eerder een rijgsnoer van populaire trefwoorden, dat begint met ‘11 september’, en dat verder vooral de fatale aanslagen van Booth op Abraham Lincoln, en van Oswald op John F. Kennedy nog eens presenteert in zijn meest folkloristische vorm: de schijnbare overeenkomsten. In de slotregels schrijft Doubek dat het gaat om ‘internationaal belangrijke aanslagen’, maar dit magere begin (en tevens einde) van een analytische waardering van ‘de aanslag’ wordt niet bevestigd door de verhalen over bijvoorbeeld Hustler-uitgever Larry Flint, tennister Monica Seles, of ijsdanseres Nancy Kerrigan. Sensationele verhalen, zeker, maar belangrijk? Dergelijke criminaliteit lijkt van een andere orde dan de aanslag op Frans Ferdinand van Oostenrijk in 1914.

Van Katja Doubek mochten ze allemaal samen sneuvelen, en soms overleven. Haar lexicon omvat de politieke moord, de koningsmoord, de meer ideologisch bepaalde tirannenmoord, de verdoolde gek, het echte complot, de geslaagde èn de mislukte aanslag. Daar is op zichzelf niets op tegen, behalve dat het boek zoveel meer inzicht had kunnen bieden in het beschreven fenomeen als de schrijfster niet alleen de slachtoffers op alfabet had gezet, maar zich meer had bekommerd om de geschiedenis van het fenomeen zelf. Er valt tussen Caligula en Kennedy wel wat te vertellen over religieuze en politieke opvattingen omtrent de konings- of tirannenmoord. Of over de patronen in de motieven van de diverse soorten daders.

Doubek koos voor de oppervlakte, en die benadering blijkt ook uit de bronnen. Soms is er maar één bron, bijvoorbeeld in het lemma over Willem de Zwijger, dat gebaseerd is op de Duitse vertaling van een Engelstalig boek. ‘Ronald Reagan’ is een van de lemmata die uitsluitend geschreven zijn op basis van kranten- en tijdschriftpublicaties. Nooit zijn die journalistieke bronnen voorzien van titel of auteursnaam. Bild am Sonntag staat er dan, gevolgd door de datum van publicatie. Kortom: het is een lexicon waarin de dader soms ‘bittere tranen weent’, en de nabestaanden ‘nog luider beginnen te snikken’.

 

Katja Doubek

Lexicon van de belangrijkste aanslagen

Uitgeverij Aspekt

312 pagina’s

Euro 26,98

Isbn 90 5911136 2