INHOUD BOEKEN OP ZONDAG

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


PRINT PAGINA
 

Ed Schilders

Ontmoetingen

In 1974 ontmoette ik voor het eerst het Gare du Nord. En Parijs. Ik dacht er eergisteren weer aan toen ik de speciale boekenbijlage van het Brabants Dagblad onder ogen kreeg. Op woensdag is de Boekenweek begonnen, en die heeft als motto ‘Gare du Nord – ontmoetingen met Frankrijk’. Ik zou gezworen hebben dat we er in augustus waren geweest, maar mevrouw Schilders vond niet alleen de foto’s terug maar ook de treinkaartjes. En daar staat het gestempeld: Tilburg – Paris Nord via Roosendaal - Quévy, op 14 juni. Dat deden we toen nog, plakboeken maken. Een retourtje kostte negenentachtig gulden en zestig cent. We bezochten in de Orangerie een tentoonstelling met werk van Juan Gris, en op 24 juni gingen we naar het ballet van de Opera. Als je maar lang genoeg wacht, wordt zo’n plakboek vanzelf een dependance van je geheugen. Met een hoog da’s-waar-ook-gehalte. ‘Wat was je toen mager’, zegt mevrouw Schilders.

In die boekenbijlage zag ik ook een mooie foto van een vrouw die zit te lezen op het hoekje van het deksel van het graf van de schrijver André Gide. Wat me deed denken aan datzelfde verblijf in Parijs, maar nu met een ander motto: ontmoetingen met Tilburg. Ik mag namelijk graag begraafplaatsen bezoeken, op voorwaarde dat er niemand ter aarde hoeft. Dus een bezoek aan de dodenakker Père-Lachaise stond in juni 1974 hoog op het lijstje.

Een hogere beroemdhedendichtheid vind je waarschijnlijk nergens, maar of we het graf van Chopin gezien hebben, van Piaf, Balzac, Molière, en die vele andere legendes? Hier laat mijn geheugen me in de steek en biedt ook het plakboek geen uitkomst. Wat ik me van dat bezoek vooral herinner is de indrukwekkende sfeer van de begraafplaats. De slingerpaden en het groen van het oudste deel, de tientallen wilde katten die er op vogels loeren, de opengebroken grafkapellen waarin afval lag, verpakkingen van levensmiddelen, achtergelaten door de clochards die daar overnachten. Ik heb er, zie ik in het plakboek, ook niet veel foto’s gemaakt. Zeker niet van beroemde laatste rustplaatsen. Wel is er een foto van een graf waarvan ik toen niet wist wie er precies op de jongste dag ligt te wachten. Maar de naam in het gesteente sprak me aan, omdat die zo Tilburgs was: Van Spaendonck. Pas veel later realiseerde ik me dat ik mogelijk bij het graf gestaan had van Gerard van Spaendonck. Hij overleed in 1822 in Parijs, waar hij beroemd was geworden als schilder van planten en bloemen.

Père-Lachaise is uitgestrekt. Een dag is niet genoeg, laat staan de middag die ik er doorbracht. Daarom is het des te merkwaardiger dat ik plotseling voor een eenvoudig grafmonument kwam te staan met daarop slechts twee woorden: Famille Schilders. Ik heb er een foto van gemaakt, en die zit inderdaad nog in het plakboek. Ik moet maar eens uitzoeken of er behalve Van Spaendonck dus nog meer Tilburgers op Père-Lachaise rusten. En of dat familie is. Om te weten wie je ontmoet hebt.


Foto:  Ed Schilders