INHOUD BOEKEN OP ZONDAG

INHOUD ED SCHILDERS

HOME


PRINT PAGINA

Deze column verscheen eerder in de Volkskrant.

 

Ed Schilders

Voetnoot

 

In de Librije van Zutphen kan de liefhebber nog steeds zien hoe vanaf de zestiende eeuw de kostbare boeken op zogenaamde pulmten stonden, kruisingen van lezenaars en kerkbanken, en hoe iedere boekband met een ketting aan de leesbank gekluisterd is.

Vorige week las ik de geschiedenis van deze boekerij, in 1902 geschreven door K.O. Meinsma. Wat er gelezen werd, hoeveel zo'n pulmt kostte, hoe de ketting met een wervel aan een oog, en het oog rond de stang werd bevestigd, alles staat erin. Maar het mooiste detail betreft de vloer. Op sommige tegels daarvan, zegt Meinsma, zien we nog 'de indrukken van hondepooten'.

En in een voetnoot voegt hij eraan toe dat dit de indrukken zijn die Staring bedoelt in zijn gedicht 'Jaromir'.

De monnik Jaromir zit in de Librije te studeren op een dag waarop hij moet vasten. Als zijn lunch wordt gebracht, blijkt in het korfje een gebraden hoen te zitten. Jaromir weert de verzoeking af door te gaan lezen in de 'Belijdenissen' van Augustinus. Dan echter verschijnt de duivel in de Librije, die hem opnieuw tempteert met het hoen. Jaromir zwicht.

Deze duivel had de gedaante aangenomen, schrijft Staring, van een hond, en hij liet in de Librije na: 'dat spoor van hondenstappen/ waarmee de vloer 't gebeurde aan 't nageslacht zal klappen.'

Zo heeft de dichter de indrukken op de tegels geduid waarvan de historicus, Meinsma, sobertjes meende: 'die ze ongetwijfeld reeds hadden toen ze den steenoven verlieten'. Toch is de werkelijkheid een voetnoot bij de poëzie, en niet andersom. Daarvan moge ook een voetnoot bij Starings gedicht getuigen. Staring kende de legende, maar niet de Librije. Het gedicht was al voltooid toen bleek dat op de desbetreffende plaats in de Librije, daar waar monnik, hoen, en hond elkaar troffen, inderdaad op de pulmt aan de ketting lag: de 'Belijdenissen' van Augustinus.