Plotseling
valt het je op. Het donkerbruine leder van de boekband heeft
een enigszins zwarte gloed gekregen. Je neemt het boek van
de plank, en strijkt met de rug van je hand over de rug van
het boek. Warempel: baardstoppels.
Met
andere woorden: moeten boeken die een lederen band hebben
met enige regelmaat geschoren worden? En zo ja, moet dat dan
elektrisch gebeuren of mag het ook nat?
Het
antwoord is, uiteraard, ‘nee’. Ik zou me de vraag ook
nooit gesteld hebben als ik enige tijd geleden niet een
fotokopie had ontvangen van een knipsel uit een Engelse
krant, de Weekly World News van 29 augustus 1995. De
verontrustende kop boven het artikel roept: ‘Book made of
human skin is growing real hair!’ ofwel: ‘Haargroei op
boek in mensenhuid!’
Dan
ga je twijfelen. Het staat immers in de krant, en eerlijk
gezegd: het lijkt me ook wel leuk als het wáar is. De enige
keer dat ik zelf ooit een boek in handen heb gehad dat
gebonden was in leder van mensenhuid, kon ik inderdaad een
huidachtige structuur waarnemen met duidelijk zichtbaar de
plaatsen waar vroeger de haartjes gestaan hadden.
Het
desbetreffende boek wordt ook afgebeeld in de Weekly
World News, overigens zonder dat enige haargroei
zichtbaar is. In de tekst komt een zekere Gareth Jenkins aan
het woord, een conservator van het museum waar het boek
bewaard wordt. Heel betrouwbaar allemaal. Jenkins: ‘Het is
erg griezelig. Je kon altijd al de stoppels voelen die er in
de negentiende eeuw op gegroeid zijn, maar een paar weken
geleden stelde ik vast dat het haar langer en zachter werd.
Het lijdt geen twijfel dat er weer haar groeit op het boek.’
Ik
kende het. Het is een van de legendarische boeken ‘relegatum
de pelle humana’, gebonden in mensenhuid. In dit geval in
de huid van een moordenaar, William Corder. In Engeland zijn
er minstens nog vier van zulke moordenaars; ze heten George
Walton, George Cudmore, John Horwood, en William Burke.
Allemaal ter dood veroordeeld en na hun dood gevild voor
looier en binder om de boekband te worden van hun eigen
processtukken.
Ik
kreeg het krantenknipsel van een kennis, Peter Burger. Zijn
meest recente boek heet De gebraden baby (in karton
gebonden). Het boek bevat ‘sagen en geruchten uit het
moderne leven’, en zo’n behaarde boekband behoort tot
dat leven. ‘Niet zo'n betrouwbare bron,’ schrijft Burger
me over de Weekly World News. Is dat zo? Wie weet wat
voor genen en kiemen in zo'n moordenaarsvel achterblijven
door onervarenheid van de leerlooier?
Dus
bel ik op naar het museum in Bury St. Edmunds, waar Corder
ongeschoren op de plank staat: Moyse's Hall Museum. Meneer
Jenkins? Die werkt hier al lang niet meer. Ik moet mevrouw
Blake hebben. Nee, die is er nu ook niet.
Na
twee weken krijg ik van mevrouw Blake antwoord op mijn
brief. ‘Geachte heer Schilders, dank u voor uw brief over
het boek dat in de huid van Corder gebonden is. Ik moet u
meedelen dat er geen haar groeit op het boek.’
Burger
noemt de verspreiding van dergelijke geruchten en moderne
griezelverhalen ‘het verhaalvirus’. Hij schrijft: ‘van
tijd tot tijd zijn ook de massamedia onbewust gastheer van
het verhaalvirus.’ Welnu, dit lijkt me een goed voorbeeld
van zo'n tijd. Mevrouw Blake voegt er nog aan toe: ‘Gareth
Jenkins dacht dat het wel leuk zou zijn zo'n verhaal te
verspreiden.’ En alsof ze wil benadrukken dat het Museum not
amused was door het bericht, schrijft ze dat het bericht
uit augustus dateert, en dat Jenkins al vanaf januari niet
meer aan Moyse's Hall verbonden is. Maar, mijnheer
Schilders, schrijft ze met de buitengewone hoffelijkheid van
de Engelsen, er zijn nog andere interessante dingen in het
museum. Een haarlok van Mary Tudor bijvoorbeeld. Misschien
wil ik daar eens een keer over schrijven?
Dat
lijkt me niet, tenzij er op het haar van Mary ondertussen
een boek is gegroeid.
|