|
|
Ed
Schilders
Boeken
op Vakantie (12) - Jeruzalem
Jeruzalem
Ik heb me voorgenomen, zegt hij, in 1999 naar Jeruzalem
te gaan. Op de fiets. Ik bewonder alle voornemens en dit in het
bijzonder, want hij zal over deze pelgrimage op luchtbanden een boek
schrijven.
Ik denk aan Jantje van Helmond. Jantje fietste vanuit Helmond in de
jaren twintig en dertig op en neer naar Rome en Lourdes. Hij schreef
schriftjes vol met lekke banden, regenbuien, zonsondergangen en
vergezichten. Hij schreef er schriftjes vol mee; en die zag ik ooit in
het archief van zijn start- en finishplaats.
Ik denk ook aan Herman, die ook naar Jeruzalem ging, vorig jaar. Te
voet. En die daar ook al een boek over schreef.
Ik lees graag over zulke tochten. Thuis. Rustig, met een sigaret en een
glas wijn. Gloeiende zonsondergangen laven de dorst. De glimlach van een
inheems meisje prikt elke blaar door. God stuurt een plaatselijk lidmaat
van zijn Gemeenschap der Heiligen om de lekke band te repareren of de
schoen te verzolen.
Ik denk aan Chateaubriand, die een 'Pelgrimsreis naar Jeruzalem'
schreef. Anderhalf jaar lang was hij onderweg. Lezers van zijn boek
hebben zich altijd afgevraagd waarom hij, na zo'n lange en inspannende
reis, slechts twee weken in het Heilig Land bleef, en weer spoorslags of
met volle zeilen, via Noord-Afrika en Spanje naar Parijs terugkeerde. Ik
dacht altijd: die wil zo snel mogelijk aan dat boek beginnen.
Vorige week las ik de waarheid. Chateaubriand was verliefd gevallen van
Delphine. Mooi meisje, Delphine. Maar ook veeleisend. Zij ging naar
Granada, en ze vroeg François haar daar te bezoeken. Maar dan wel via
Jeruzalem graag. Hij zuchtte maar nam het zich voor en ging op reis. En
steeds als hij dorst had, of honger, telkens als zijn paard een hoef
verloor, en vooral als een inheems meisje tegen hem glimlachte, steunde
hij op zijn pelgrimsstaf en dacht hij aan het eind van zijn bedevaart.
Het heiligdom dat in Granada op hem lag te wachten.
|
|
|