CUBRA
INHOUD COLUMNS TILBURG PLUS
INHOUD ED SCHILDERS
HOME

Deze column verscheen in het Brabants Dagblad van 29-07-04

Ed Schilders
Vakantie - Goirle en de Gôolse gèèt


Eerlijk gezegd had mevrouw Schilders er aanvankelijk niet echt veel zin in: een dagtripje naar Goirle, en dan nog wel op de fiets. Ik wilde graag het monument van en voor de befaamde Gôolse Gèèt zien, en controleren of de geruchten daarover waar zijn. Pas nadat ik beloofd had dat we na de kunstroute door Goirle ook de nieuwe toeristische route van de onrechtmatige bouwvergunningen zouden doen, ging ze akkoord.

En het viel niet tegen. Het grote voordeel van kunst in de openbare ruimte in Goirle is dat je meestal kunt zien wat het voorstelt. Voor Tilburgers is dat even wennen. Hoewel, de stenen in het midden van de rotonde van de Abcovenseweg hadden ook in Tilburg opgestapeld kunnen staan. Een typisch ‘Tilburgs’ kunstwerk vind ik ook de bollingen die iets verderop langs dezelfde weg boven het wateroppervlak van een vijver uitsteken.

De geit staat er fraai bij; ‘doodgemoedereerd’ zou je zeggen. Ze is uit staalplaat gefiguurzaagd, maar zeer herkenbaar met uiers en alles, en gemonteerd op een klassiek Grieks zuiltje. Op het omheinde veldje scharrelen hennen, en huizen inderdaad enige geiten. De Gôolse gèèt op een voetstuk. Eindelijk, want het heeft wat voeten in de aarde gehad voordat ze stond waar ze staat. Zijn wij in Tilburg trots op het symbool van de kruikezeiker (in brons in de Nieuwlandstraat), een regelrechte verwijzing naar de armoede in het Tilburg van de textiel, in Goirle waren velen niet blij met een vergelijkbare verwijzing: de geit als de koe van de arme man. Bovendien zegt een gevleugeld woord: Uit Gôol komt nog gin goei gèèt.

Maar ja, beloofd was beloofd, en wel aan Norbert de Vries. Bij zijn vertrek als gemeenteambtenaar bedankte hij voor een geleerd symposium als afscheidscadeau, en bedong hij de oprichting van het monument voor de geit. Het is toeval dat ik De Vries goed ken, en daar zal ik hier geen misbruik van maken. Alles wat in Goirle met cultuur te maken had, leek echter collectief geslagen met schaamte voor het verleden van de armoe, en ging eendrachtig (en dat is zeldzaam in Goirle, behalve als het over bouwvergunningen gaat) gebukt onder de last van die goeie gèèt die niet uit Gôol komt. Gelukkig is er nu ook een boekje over ‘De geiten van Goirle’ van Piet Wiercx, uitgegeven door de Heemkundige Kring. Daarin las ik dat Goirle vroeger inderdaad een hoge geitdichtheid had, en hoe misplaatst de recente Goirlese geitenfobie is geweest.

We zagen die dag nog veel meer kunstwerken in Goirle. De Stoere, een zaaiende boer, een mollige vrouw, maar het is vakantie, en ik ga ze dus niet allemaal beschrijven. Eerlijk gezegd viel alleen de afgetreden-wethoudersroute ons wat tegen. We nuttigden een glas ranja op De Hovel, maar zochten tevergeefs naar prentbriefkaarten met daarop de Gôolse gèèt om aan het thuisfront in Tilburg te sturen. Die moeten er snel komen. Met als opschrift: Groeten van de Goeie Gôolse Gèèt.

PS: de geruchten zijn echt niet waar. De Gôolse geit staat niet met haar gat richting Tilburg.