vignetenkleur.jpg (4514 bytes)

INHOUD

VOLGENDE

VORIGE

thdjali.jpg (2792 bytes)

AFBEELDING

vignetc.jpg (2292 bytes)

HEMEL & AARDE

door ED SCHILDERS

logo.jpg (12658 bytes)

Rituelen
Lijfspreuk - Maak leeg! - Censuur - Vuur - Bibliomantie - Ariostomantie - Malagrida

 

Er zijn maar weinig romans waarin een geit een belangrijke rol speelt. Daarom is het gemakkelijk de beroemdste literaire geit te benoemen: Djali. Ze is het eigendom van Esmeralda, in De klokkenluider van de Notre-Dame, en Djali beschikt over bijzondere vermogens. Hugo schrijft meer dan eens over haar kunstjes, maar Djali's mooiste prestatie staat in hoofdstuk 1 van boek 7, dat getiteld is: "Waarom het gevaarlijk is een geheim toe te vertrouwen aan een geit". Je moet maar durven, als schrijver.

Djali draagt om de nek een buideltje met daarin de op houten blokjes geschreven letters van het alfabet. In een onbewaakt ogenblik raakt dat buideltje los, de letters vallen eruit, en Djali arrangeert er enige met een voorpoot, net zo lang totdat er een naam staat die "geheim" had moeten blijven: Phoebus.

Je zou dit voorval 'capramantie' kunnen noemen, want capra is Latijn voor 'geit' en met het achtervoegsel 'mantie', van het Griekse 'manteia', werden manieren van voorspellen aangeduid. Capramantie zou dan als het ware een close reading-techniek zijn waarbij letters, teksten, of boeken gebruikt worden om de lippen van het Lot los te maken, en de ogen van Justitia te openen.

Onder bibliomantie werd het voorspellen en waarzeggen verstaan waarbij de Bijbel, of afzonderlijke boeken daarvan, het medium waren. Vooral de Psalmen en de Openbaring van Johannes waren geliefde teksten voor bijbelorakels.

De methode varieert, maar moeilijk was het in principe niet: formuleer een vraag, sla het boek op een willekeurige pagina open, en lees de eerste zin van de pagina: die bevat het gezochte antwoord. Doordat het verband tussen vraag en antwoord vaak heel vaag is, zal de uitspraak in het algemeen sterk lijken op een orakelspreuk.

Tot in onze eeuw is de bibliomantie beoefend, zij het niet meer met goedkeuring van de katholieke kerk. Eeuwenlang is deze "witte magie" echter getolereerd met betrekking tot geloofszaken, omdat het leek te werken, maar vooral ook doordat een van de kerkvaders, de heilige Augustinus, aan bibliomantie zijn bekering tot het christendom te danken had.

Sint-Augustinus heeft dat beschreven in boek 8, hoofdstuk 12, van zijn Belijdenissen. Hij is nog een heiden, dat wil zeggen niet bekeerd, en verkeert in hoge gewetensnood als hij vanuit een naburig huis plotseling een kinderstem hoort die steeds maar herhaalt: Tolle, lege, neem en lees. Augustinus interpreteert dat als volgt: "God beval mij het heilige boek te openen, en de eerste plaats te lezen die ik zou vinden." Hij doet dat, en leest een tekst uit de brieven van de apostel Paulus: "Verkeer niet langer in gezelschap van hoereerders of hebzuchtige personen, van afgodendienaars, beschimpers, dronkaards, en afpersers." Hij bekeert zich.

De wereldse auteurs wier werk ooit op grote schaal bevoegd werd geacht als orakel, beperken zich tot Homerus en Vergilius. De auteurs die daarover geschreven hebben, spreken van 'Homeromantie' en 'Sortes Vergilianae'. Het werpen met dobbelstenen, of andere handelingen waaruit een getal ontstond, leidde in deze gevallen naar een versregel in het boek.

De bijbel heeft het nog een tijdje volgehouden, maar na Homerus en Vergilius hebben wereldse auteurs de status van orakel slechts zelden bereikt. Een mooie uitzondering is de Ariostomantie, waarover in het volgende hoofdstuk.

Maar als het geitje Djali nogmaals in de literatuur opduikt, is het niet meer om te voorspellen of geheimen te onthullen, als een knipoog van Gustave Flaubert naar Victor Hugo: de geletterde geit is dan het schoothondje van Emma Bovary geworden in Madame Bovary. Geen geheimen meer, geen bekeringen, maar schoothondjes en romantiek. En als het meisje Ana, in Claríns roman La Regenta, in de Belijdenissen van Augustinus leest en bij de passage van het 'tolle, lege' komt, siddert ze weliswaar, gaan haar haren zelfs overeind staan, en gelooft ze dat ze een verschijning zal zien, maar Clarín voegt er cynisch aan toe: "Op dat moment werd haar ziel vrouw."

Slechts heel even dacht ik dat er "vroom" stond.



AFBEELDING

Esmeralda en Djali in de gevangenis. Uit: Victor Hugo, Notre-Dame-de-Paris, Parijs, 1832

djali.jpg (44105 bytes)

Terug naar tekst

vigneta.jpg (3816 bytes)