De voorhuid van Jezus en andere roomse wonderen; Groningen, Xeno,
1985.
Zes polemische, volgens sommigen
aanstootgevende, essays over de verzwegen kantjes van de katholieke reliekcultuur. Behalve
het in de titel genoemde lichaamsdeel-deel, dat in tientallen kerken in katholiek Europa
bewaard en vereerd werd, onderzocht ik ook de tradities met betrekking tot de bevalling
van Maria, haar borsten en moedermelk, en de cultus van de wreedheid die inherent is aan
de verering van martelaren.
Het boek, dat lelijk vormgegeven is, ook in
het binnenwerk, verscheen bij gelegenheid van het bezoek van de paus aan Nederland. De
drukker weigerde het omslag te drukken.
Ik stond in die tijd behoorlijk onder invloed
van de werken van Karl-Heinz Deschner en de zijnen. Als ik de stukken nu lees, vind ik dat
ik toen te weinig aandacht besteed heb aan de invloed van de volkscultuur op de beschreven
onderwerpen en misschien iets te veel aan de kerkpolitiek.
Links: houtgravure,
voorstellend de gouden monstrans uit de St.-Stephanuskerk in Wenen. In deze monstrans
wordt (een deel van) de voorhuid bewaard. |