INHOUD E.S.
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

Ed Schilders - Boeken op zondag - met foto's van Joep Eijkens
Op de boekenmarkt 'Boeken rond het paleis' van zondag 31 augustus 2003 hadden zowel Joep Eijkens als ik een stand. Hieronder vindt u een aantal impressies van ons, twee handelaren in oude boeken voor één dag per jaar.



Klant met vergrootglas


Jasper Mikkers vindt een van zijn eigen boeken op de kraam


Moeder en dochter


Martin Ros met een nieuw deel voor zijn erotica-reeks


Vader en twee zonen

Straf

Afgelopen zondag heb ik een boezem gefotografeerd. Kuis hoor. Maar wel, zoals ze dat zeggen, een ‘weelderige’. Rubens, maar dan bedekt. Hij viel me op (gek dat een woord als boezem mannelijk is) toen de dame tot wie hij behoorde afgelopen zondag voor mijn boekenkraam verscheen. Ik heb deze dame uit Hilvarenbeek, wier goede naam en faam mij gebiedt de grootst mogelijke discretie te betrachten, uiteraard netjes om toestemming gevraagd of ik haar torso mocht vastleggen. Zij stemde gaarne toe, temeer daar zij begreep dat ik geenszins door wellustige bedoelingen gedreven werd maar door literaire. Voornoemde boezem werd namelijk bedekt door een zwart T-shirt met daarop vier regels poëzie, die ik hier voor u citeer omdat ze het wezen van het lezen weergeven: ‘Dit is op aard van al ’t kwaad/ de grootste straf:/ Wie eenmaal lezen kan,/ die leert het nooit meer af.’ Het zijn regels van Koos Versteeg, een dichter die ik verder niet ken, maar wiens verzen ongelooflijk geboft hebben. Verreweg de meeste poëzie is immers veroordeeld tot doodgewoon papier.

Ik zal nooit handelaar in oude boeken worden, dat is me na zondag wel duidelijk. Te weinig geduld, en nu al weer spijt dat ik sommige boeken verkocht heb. Ik ben blijkbaar een lezer, en word dus, zoals de dichter het wil, gestraft. Maar wat leuk is, is het gadeslaan van de bezoekers. Zo’n boezem is natuurlijk een uitzonderlijk verheugende gebeurtenis, een fotografie waard, maar in de loop van de dag krijg je toch ook zicht op de verschillende types die er op zo’n markt boeken lopen te sneupen.

Ik onderscheidde bijvoorbeeld de boekenzombie. Hij, want bij vrouwen komt dit niet voor, ziet zijn omgeving niet meer maar stuurt zijn blik als een laserstraal langs de boeken op de kraam. Hij registreert titels en auteursnamen; soms zie je zijn ogen inzoomen op een boek.

Heel apart vond ik ook het type van de lezende koper. Hij posteert zich voor de kraam, neemt het boek van zijn gading ter hand, en begint vrolijk te lezen. Het record klokte ik op elf minuten. Maar toen kocht hij het toch.

Een grote groep wordt gevormd, zeker op markten, door de nostalgiezoekers. Ze kopen weinig maar zwijmelen veel. Topattractie in dezen op mijn kraam waren wel de twee exemplaren van de ‘Kleine catechismus’. Heel de dag lang werden ze opgepakt onder het slaken van kreetjes als ‘Ach kijk eens’, en ‘Ochchottoch.’ Vooral als ze met z’n tweetjes zijn wordt het knus: ‘Ken je die nog?’ Die kent ze nog wel. Zulke boekjes worden gestreeld en geaaid, maar niet door de nostalgielezer gekocht. Uiteindelijk verkocht ik ze aan een andere handelaar die in mijn zachte prijsje geen nostalgie zag maar een winstmarge rook.

De grootste straf voor de lezer is natuurlijk dat boeken geld kosten. Een biertje van bijna twee euro is geen probleem, maar bij een boek van één euro vragen ze toch graag of het niet voor een halve kan. Ik ben er na zondag nog niet uit of het pathologische pingelaars zijn of gewoon krenten. Boeken worden blijkbaar al snel duur gevonden. George Orwell heeft lang geleden voorgerekend dat boeken in vergelijking met eieren helemaal niet prijzig zijn, maar veel geholpen heeft het niet. En een jaar of tien geleden heeft S.M. Bertina in een dagblad vastgesteld: ‘De totale markt voor het algemene boek in Nederland bedraagt nauwelijks 700 miljoen gulden. Dat is evenveel als de markt voor droog kattenvoer.’ Dat is, lijkt me, de straf voor de boekhandelaar. Een dagje zelf boeken verkopen werkt in dezen erg geneeskrachtig. Met een variant op de strafregels hierboven zou ik zeggen: ‘Wie eens een boek verkoopt/ Die pingelt nooit meer af.’ Staat mooi op mijn T-shirt, volgend jaar op de Tilburgse boekenmarkt.