INHOUD E.S.
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

Ed Schilders

Met de billen bloot in Korea

‘Op de billen slaan gaat zo: ze trekken het slachtoffer de broek uit en leggen hem plat op de aarde neer of binden hem over een bankje. De vrouwen laten ze uit kuisheid een dun broekje aanhouden, maar opdat zij de slagen goed voelen maakt men het broekje eerst goed nat.’

Hendrik Hamel heeft zich terdege verdiept in de strafvormen en –maten die door justitie gehanteerd werden in Korea, halverwege de zeventiende eeuw. Uit lijfsbehoud, mogen we aannemen, want Hamel en de andere opvarenden van het VOC-schip de Sperwer hadden in augustus 1653, op weg van Taiwan naar Deshima, schipbreuk geleden op de kust van het Koreaanse eiland Cheju. Van de vierenzestig opvarenden overleefden er zesendertig de ramp. Hamel was aan boord hun boekhouder, en dat bleef hij ook op het vasteland. Achter de regels van het Journaal dat hij over de lotgevallen van de Nederlanders in Korea schreef, is zijn beroep heel vaak merkbaar: hier schrijft een boekhouder. Hamel noteert precies wat een huisje kost als je het moet kopen; wat rottende huiden nog kunnen opbrengen in de uitverkoop; hoeveel vrouwen een Koreaan mag hebben; en wat de ruiters en soldaten uit steden en dorpen jaarlijks aan linnen moeten opbrengen om hun collega’s in de hofstad Seoul te onderhouden: negen gulden en tien stuivers.

Hamel was precies op de hoogte van het aantal stokslagen dat de Koreaanse magistratuur liet toedienen (op billen, schenen, kuiten, of voetzolen); een monnik die gemeenschap heeft met een vrouw krijgt er zeventig of tachtig (een verantwoording van de marge geeft hij niet). Die kennis wordt belangrijk en ook begrijpelijk als we zijn Journaal lezen met een debet-credit-oog waar het gaat over de risico’s die met een ontsnapping uit Korea samenhangen. Toen drie van Hamels lotgenoten een poging ondernamen en gearresteerd werden, kregen ze er vijfentwintig: ‘Ze konden daarna een maand lang niet uit bed komen.’ Noem het een verlies- en winstrekening.

De Koreaanse overheid was in wezen bijzonder mild voor de Nederlanders -- ze hadden tenslotte niets misdaan behalve schipbreuk geleden – maar het was nu eenmaal de gewoonte om buitenlanders niet meer uit het land te laten vertrekken. In 1663 voeren Hamel en zijn vrienden gesprekken met de dan over hun gebied heersende gouverneur. Die vraagt hun meer dan eens waarom zij geen pogingen doen om te ontsnappen. Japan is toch vlakbij? Omdat de koning geen toestemming geeft, antwoordt Hamel. En bovendien: een bootje stelen, daar zouden ze (hij maakt de balans op) extra voor gestraft worden. De gouverneur ‘moest altijd hartelijk lachen als we dit zeiden’, schrijft Hamel, die ondertussen in stokslagen rekende. Hij had een inburgeringscursus gehad: ‘om ons in al hun gebruiken en manieren te onderwijzen’.

Dat Hendrik Hamel boekhouder was, is zowel een nadeel als een voordeel voor de moderne lezer. Zijn Journaal biedt door die beroepsafwijking veel feitelijke informatie, maar heeft hem ook belemmerd te schrijven over dingen die minder goed in kolommen passen. Hij geeft ons betrekkelijk weinig informatie over onderwerpen als flora en fauna, bouwkunst, klederdracht, rituelen, en vooral zijn eigen gevoelens of herinneringen; ‘zo sukkelden we door’ is een frase die meermaals al zijn wel en wee moet samenvatten. En leefden dan al die Nederlanders dertien jaar lang als Koreaanse monniken?

Hamel en zeven van zijn lotgenoten ontsnappen in 1666 uit Korea. Via Japan en Batavia vaart Hamel naar Nederland. Zijn Journaal werd al in 1668 gedrukt door uitgevers in Rotterdam en Amsterdam. In De Wereld van Hendrik Hamel, is het oorspronkelijke Journaal helaas alleen te vinden in een hertaling: modern Nederlands. Het was mooier geweest als Hamels (hand)schrift daarnaast was afgedrukt. Zelfs het proza van een boekhouder is interessant na meer dan driehonderd jaar. Verlies-en-winst is ook een taalkundige som. De tekortkomingen, niet zozeer van het Journaal als wel van Hendrik Hamel, worden echter voor een groot deel opgeheven door de vier begeleidende essays, die de brontekst in een historisch kader plaatsen, en die daarmee de titel van het boek rechtvaardigen: ze maken de kleine wereld van de boekhouder zichtbaar tot achter de komma.

 

Vibeke Roeper e.a. (red.)

De wereld van Hendrik Hamel – Nederland en Korea in de zeventiende eeuw

SUN

ISBN 90 5875 116 3

EURO 19,50

 

Hamels manuscript en illustraties daarbij zijn te zien op website www.henny-savenije.pe.kr