INHOUD E.S.
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
Meer over boeken

Deze bespreking verscheen oorspronkelijk in Cicero, de boekenbijlage van de Volkskrant

 

Ed Schilders

De stal in de fik

‘Gebraden varkensvlees. Van alle lekkernijen in de gehele mundus edibilis is naar mijn stellige overtuiging dit de grootste lekkernij.’ Aldus Charles Lamb (1775-1834) in wat waarschijnlijk zijn beroemdste essay is: A Dissertation Upon Roast Pig. Iedere Engelse lezer met een voorkeur voor de literatuur van de vroege negentiende eeuw kent het als een van de hoogtepunten uit The Essays of Elia, de bundel die Lamb in 1823 samenstelde uit stukken die hij voor het London Magazine geschreven had, en

die zijn reputatie als humoristisch essayist voorgoed gevestigd heeft. Sindsdien is ‘Elia’ een letterkundig huishoudwoord, en is de echte Lamb-lezer gemakkelijk herkenbaar: hij weet dat je het uitspreekt als ‘Ellia’. In 1833 verscheen een tweede verzameling, getiteld The Last Essays of Elia.

Lambs plaats in de Engelse letteren is omgekeerd evenredig aan zijn vrij kleine oeuvre. Zijn biografie werd meermaals geschreven, zijn brieven verschenen in twee delen, voor verzamelaars en studenten is er een complete bibliografie, en er is een Companion to Charles Lamb, een naslagwerk over personen en plaatsen die in zijn leven en werk een rol hebben gespeeld. In Engeland hield in 1940 de Ellian Club op te bestaan, maar er is nog steeds een Charles Lamb Society, en in het Charles Lamb Bulletin worden Lamb en diens tijdgenoten bestudeerd. In Nederland is hij zo goed als onbekend gebleven.

Alleen de Tales from Shakespear, navertellingen voor de jeugd die hij samen met zijn zuster Mary geschreven heeft, verschenen in de vorige eeuw in Nederlandse en Belgische edities. Als die veronachtzaming gebaseerd zou zijn op het idee dat Lambs subtiele humor en veeleisende stijl moeilijk genietbaar zouden zijn in vertaling, dan bewijst Een verhandeling over gebraden varkensvlees dat dat idee vals is. Een van de mooiste essays van ‘de lachende wijsgeer’ blijft ook in de vertaling van Hans Heesen een bewonderenswaardig mengsel van idee en glimlach. Het begint met de toevallige ‘uitvinding’ van gebraden varkensvlees in het oude China, waar een boerenzoon per ongeluk de varkensstal in vlammen doet opgaan. Hij proeft aan het verbrande vlees en vindt het een lekkernij. Beetje bij beetje wordt het geheim hoe je deze delicatesse moet bereiden bekend, en nog eeuwenlang hebben Chinezen hun varkensstallen in brand gestoken als ze trek hadden in gebraden varkensvlees. Daarmee is de toon gezet: een altijd milde satire op het menselijk bedrijf, Lambs handelsmerk.

Het essay is echter ook een ode, zowel aan het varken als aan varkensvlees. In die zin ligt het voor de hand dat de vertaling totstandkwam in het kader van de reeks ‘Het geslacht Sus’, een serie teksten waarin de lof van het varken gezongen wordt. Lambs tekst is aflevering vier, werd gedrukt in hoogdruk, en een zeefdruk van Nina Kurth werd meegebonden. De oplage is 150 exemplaren. Nog steeds geen groot Nederlands publiek voor Lamb, maar mogelijk een begin. In ieder geval doet deze verzorgde uitgave recht aan de wijze waarop Lamb zijn teksten tot in de puntjes stileerde. En aan het varken. Want, zo luiden de laatste woorden: ‘Het varken is een delicaat wezen, een bloem.’

Ed Schilders

Charles Lamb: Een verhandeling over gebraden varkensvlees
TeleXpress, Telexstraat 4a, Tilburg, EURO 22,50