INHOUD E.S.
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

Ed Schilders

De Tilburgse kruikezeiker

Hebben Tilburgers in vroeger tijden werkelijk hun urine opgespaard in kruiken om die voor een paar centen te verkopen aan de textielfabrikanten? ‘Kruikezeiker’ is immers al sinds mensenheugenis een bij- of spotnaam voor de Tilburger, en het staat vast dat in de textielindustrie inderdaad gebruik werd gemaakt van urine (met name het bestanddeel ureum daarin) om wol te wassen of te verven. Vooral tijdens de carnavalsdagen wordt de bijnaam door duizenden Tilburgers gekoesterd, en wordt het verhaal zichtbaar gemaakt. Tilburg heet dan Kruikenstad, er is een Kruikenconcert, en er is speciaal Kruikenbier (uiteraard in kruiken) van de paters van de abdij van Koningshoeven. Op het centrale plein in de binnenstad verrijst voor de duur van het carnaval een levensgroot standbeeld van een afgesloofde textielarbeider die een kruik op de juiste hoogte houdt en met de andere hand zijn kiel omhoog trekt. Gedurende de rest van het jaar staat een vergelijkbaar bronzen beeldje elders in de binnenstad als permanente herinnering, en bij de Stads-VVV is een groot assortiment kruikensouvenirs en –versierselen te koop. Het Nederlands Textielmuseum biedt Kruikezeikersjaals aan, en voor de liefhebber is er Kruikezeikerdrop.

Maar is het waar? Henk van Doremalen en Paul Spapens komen in hun boek Kruikezeikers, Mythe en werkelijkheid tot de conclusie dat er tot nu toe geen enkele historische bron gevonden is waaruit blijkt dat er ooit één textielarbeider daadwerkelijk betaald is voor het inleveren van zijn urine. Ook van de vaak gehoorde bewering dat de urine van maandagmorgen verboden was wegens een te hoog alcoholpromillage konden de onderzoekers geen enkele bevestiging vinden. Deze vaststellingen worden gepresenteerd met de nodige voorzichtigheid, maar die lijkt niet zozeer ingegeven door onzekerheid als wel uit mededogen met een hardnekkige mythe waaraan zoveel stadgenoten gehecht zijn. Voor het Brabants Dagblad was de uitkomst van het onderzoek schokkend genoeg om het op de voorpagina te plaatsen.

Toch is er hoop. Een notariële akte uit 1689 rept van ‘warm stinckende pis of seep’ om wol te wassen, en een verfboek uit 1822 schrijft voor een bepaald procédé ‘15 Emmers Pis’ voor. Bovendien is het onderzoek tot nu toe beperkt gebleven tot Tilburg. Ook in andere Nederlandse textielsteden (Leiden, Amsterdam, Haarlem, Rotterdam) is in de zeventiende en achttiende eeuw waarschijnlijk van urine gebruikgemaakt. Wellicht kan daar nog vastgesteld worden dat arbeiders inderdaad voor hun ‘menschenwater’ beloond werden. Zodat de legende van de Kruikezeiker niet alleen tijdens carnaval werkelijkheid is.

Henk van Doremalen en Paul Spapens: Kruikezeikers – Mythe en werkelijkheid van een Tilburgs fenomeen

ISBN 90 77643 01 X

Uitgever: Stadsmuseum Tilburg

Prijs: EURO 5,--