Het
was een merkwaardig toeval. Weken geleden had ik het mezelf al
beloofd: op de eerste echte mooie lentedag zou ik mezelf vrijaf
geven en op de fiets een rondje maken langs de dorpen rond
Tilburg. De winter uit de knoken trappen, genieten van de zon, en
en passant in Helvoirt proberen het graf te vinden van pater Piet
Heerkens. Doordat die eerste mooie lentedag ook de dag was waarop
koningin Juliana werd begraven, zag ik ’s morgens op de
televisie haar lijkstoet door de straten van Delft trekken, en
fietste ik ’s middags door de Brabantse dreven. Het werd een dag
vol gedenken. Her en der hingen de vlaggen halfstok, en ik
fantaseerde dat dat ook een beetje gedaan was om mijn bedevaart
naar pater Piet een bijzonder decorum te geven.
Veel
hoop dat ik het graf van de dichter van het Tilburgs volkslied zou
vinden, had ik overigens niet. Zijn laatste rustplaats kreeg hij,
47 jaar jong, in 1944 op het kerkhof van het Missiehuis St.
Lambertus in Helvoirt, maar een adres of telefoonnummer van dat
huis had ik niet kunnen ontdekken. Heerkens was een pater van het
Heilig Goddelijk Woord, een missiecongregatie, en in de loop der
jaren zijn dergelijke paters op hun laatste missie gegaan, en
werden hun huizen gesloten. Maar dat kerkhofje, dat zou er
misschien nog zijn.
Het
heilig goddelijk woord, dat paste wel bij hem. Hij schreef veel,
en zijn zes boekjes met gedichten en versjes in het dialect
genieten nog steeds bekendheid bij de liefhebbers. ‘Den örgel’
was de eerste bundel (1938), zo genoemd naar een gedicht dat hij
eerder onder de naam Piet Körvel had gepubliceerd. ‘Den örgel’
bevat ook het vers ‘Tilburg’, dat blijkbaar zo is aangeslagen
dat het sindsdien als het ‘Tilburgs volkslied’ wordt
beschouwd. Net als van het Wilhelmus ken ik alleen het eerste
couplet uit mijn hoofd: Ik zie oe daor zo gččre ligge,/ Tilburg,
waor ’k geboore ben,/ mee oe kerken, oew febrieke,/ waor ik
iedere lijn van ken.
De
pastoorsmeid, zullen we maar zeggen, van de Nicolaaskerk in
Helvoirt kent dat missiehuis zeker nog wel. Het stond daar aan de
overkant, waar nu de nieuwe school is gebouwd. Was er een
kerkhofje bij? Dan werden de paters misschien herbegraven hier op
het gewone kerkhof?
De
doden liggen netjes gerangschikt, in Helvoirt. Het overgrote deel
van het kerkhof bestaat uit graven die allemaal precies dezelfde,
bescheiden zerk hebben, een kruis met de letters PX, en daaronder
een zeshoekige plaat van zwart marmer met de namen van de
rustende. Het valt meteen op dat op de meeste van die marmeren
platen twee woorden staan: In Pace; soms afgewisseld met de
Nederlandse variant: Rust in vrede. En dan herinner ik me dat
pater Piet ook nog eens een dik boek heeft samengesteld met
heilige goddelijke woorden: voorbeelden voor teksten op
bidprentjes. Het heet ‘In Pace’. Met een beetje fantasie kun
je dus zeggen dat op al die Helvoirtse graven de titel van dat
boek staat. Een indirecte nagedachtenis aan de schrijvende
dorpsgenoot.
Maar
zijn graf heb ik niet gevonden. Ik had hem daar heel gččre zien
liggen. |