De heilige Sebastiaan werd de schutspatroon van
schutterijen omdat hij de martelaarsdood stierf onder de pijlen van Romeinse
boogschutters. Dat is mooi, maar je moet niet overdrijven: Laurentius is geen goede naam
voor een restaurant, ook al verloor hij zijn leven op een ijzeren grill boven gloeiende
kolen, en zou hij - dit is de officiële lezing - na enige tijd hebben uitgeroepen:
"Draai me maar om, deze kant is gaar."
De katholieke gewoonte om voor allerlei
noodzaken, verenigingen, en bedrijfstakken schutspatronen aan te wijzen, heeft zich nooit
echt verbreid over de bij het boek betrokken personen. Automobilisten hadden Christoffel,
de tandartsen Apollonia, pelgrims Jacobus, en zeelui Maria-sterre-der-zee. Op boekgebied
is het treurig gesteld. Alleen Sint-Jan de Evangelist wist zich het patroonschap te
verwerven van katholieke drukkers en uitgevers.
In het Engelse tijdschrift The Book
Collector stelt Robert Birley dat het hoog tijd wordt dat allen die bij boeken
betrokken zijn schutspatronen kiezen. Hij stelt drie patroonheiligen voor. Goede
kandidaten, mag ik zeggen, maar een beetje saai gepresenteerd, reden waarom ik de
omstandigheden enigszins verlevendigd heb.
De heilige Cadoc zou een goede beschermheilige
voor bibliofielen zijn. Hij is een vrij onbekende heilige. Hij leefde in de twaalfde eeuw
en blijkt een bewonderaar van Vergilius te zijn geweest.
Op zekere dag lopen Cadoc en zijn vriend
Gildas, die later ook heilig werd verklaard, langs het strand. En zoals dat gaat, het
gesprek komt op boeken. Of Gildas nou eindelijk het werk van Vergilius gelezen heeft.
Het wordt stil. Aanstaande heiligen lezen geen
Vergilius. Vindt Gildas. Vergilius is immers een "heiden"?
Aanvankelijk ontspint zich nu een theologisch
dispuut van de hoogste orde, waarbij Cadoc aan de winnende hand lijkt te zijn. Want dat
Vergilius een heiden was, kon je hem niet kwalijk nemen; het christendom werd immers pas
twintig jaar na zijn dood actueel met de geboorte van Jezus? Toch? En bovendien, lees
maar, wie zo schrijft, kan onmogelijk tot de hel van de heidenen veroordeeld worden.
Op dit moment, op dit breukvlak van twee
cultuuropvattingen, haalt Cadoc zijn handgeschreven pocketeditie van de werken van
Vergilius uit zijn pij. Hij slaat het boek open, en juist op het moment waarop hij aan
Gildas een mooie passage wil voorlezen om zijn theologisch gelijk literair kracht bij te
zetten, steekt er een windvlaag op die het boekje uit Cadocs hand rukt en in zee doet
terechtkomen.
Gildas dacht dat daarmee van hogerhand zijn
gelijk bewezen was, maar de volgende ochtend zaten Gildas en Cadoc in de refter voor het
ontbijt en kregen zij verse vis. Toen Cadoc zijn vis opensneed, vond hij zijn exemplaar
van Vergilius in de vissenbuik terug. Een boekwonder, en daarom is Cadoc tot
patroonheilige van alle boekenvrienden benoemd.
Karel de Grote is volgens Birley de beste
schutspatroon voor boekbinders. Karel was tegen de jacht, tenminste als die door
kerkprelaten werd uitgeoefend. Alleen bisschoppen mochten jagen, maar dan nog moesten ze
de huid van ieder afgeschoten dier des veldes benutten om er leer van te maken waarin
boeken werden gebonden. Een goede patroonheilige, met dien verstande dat de Franse
boekbinders eeuwenlang gekozen hebben voor de apostel Bartholomeus: hij stierf nadat hij
door zijn beulen gevild was.
Blijkbaar kennen Engelse drukkers Sint-Jan
niet. Birley stelt voor om Evurtius tot hun patroon te bevorderen. Of Evurtius ooit echt
bestaan heeft, is onduidelijk, maar waarschijnlijk heette hij Enurchus, een naam die door
afschrijving verbasterd werd tot Evurtius. Zo'n foutje is echt iets voor drukkers, vond
Birley. Zelf zou ik Evurtius daarom liever voor de zetters reserveren.
Zonder volledig te willen zijn, heb ik nog een
aantal andere patroonheiligen benoemd.
De apostel Paulus: patroon van alle
boekverbranders en censuurvoorstanders, omdat Paulus door zijn brief aan de Efezen de
heidenen aanspoorde hun boeken in het openbaar te verbranden.
De "ongelovige" apostel Thomas: voor
de columnisten.
Sint-Antonius. Voor degenen die boeken
uitlenen aan vrienden. Antonius is vanouds "patroon voor hopeloze zaken". Een
standaardschietgebed luidt: "Sint-Antonius, lieve vrind, Zorg dat ik mijn [noem hier
de titel van het boek] terugvind."
Bonifatius wordt vaak afgebeeld met in de hand
een zwaard en op het zwaard een boek gespietst. Bij een aanslag op zijn leven weerde
Bonifatius het zwaard af met een boek. Daarom lijkt hij geschikt als schutspatroon van
alle auteurs die zich tegen de kritiek willen beschermen.
Sint-Job: voor de dichters die nog moeten
debuteren. In zijn bijbelboek, hoofdstuk 19, vers 23, lezen we immers: "O, dat nu
mijn woorden werden opgeschreven! O, dat ze toch maar in een boek werden opgetekend!"
Jesaja: voor historici. In Jesaja 30:8 lezen
we: "Kom nu, schrijf het in hun bijzijn op een tafel en teken het zelfs op in een
boek, opdat het mag dienen voor een toekomstige dag, als een getuigenis tot onbepaalde
tijd."
Sint-Odulphus: voor archivarissen. Een boek
over het leven van Odulphus werd door muizen aangevreten, maar ze vraten netjes om de
letters heen, zodat de tekst leesbaar bleef.
Jeremia: alle liefhebbers van Jean-Pierre
Rawie. Lees achtereenvolgens Jeremia 51:60 en 51:63.
Ten slotte: Ezechiël. Hij is de schutspatroon
voor degenen die boeken eten; hij schreef immers de mooie regels: "Mensenzoon, wat
gij vindt, eet dat. Eet dit boek, en ga... Ik opende dus mijn mond en hij liet mij dit
boek eten..." Het is een kleine doelgroep, ik weet het, maar wel een van
fijnproevers.
|