INDEX SCHILDERS OVER BOEKEN
SPECIAAL
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRAABANS
HOME

Ed Schilders
10.000 Boeken verhuizen - 6 columns

Lijstje

- Koop handzame dozen bij de Dozenspecialist; 27x29x43, tachtig cent; ze nemen ze na gebruik niet terug; driehonderd stuks.
- Sterke plakband kopen en zo'n houder-roller (Het Feestpaleis, negentien gulden); misschien daar ook vloeipapier voor de kwetsbare banden?
- Etiketten.
- Boeken inpakken.
- Dozen zo veel mogelijk in de buurt van de ramen stapelen, zodat ze daardoorheen rechtstreeks op de karren kunnen.
- Geleende boeken terugbezorgen.
- Elektrische schroevendraaier kopen (kruiskop!).
- Kasten demonteren.
- Timmerman zoeken die alle kasten een kopje kleiner maakt, en ze op nieuw adres opbouwt.
- Bestelauto huren; hoeft niet hoog te zijn, want de dozen kunnen toch niet hoger dan vijf op elkaar. Liefst elektrische laadklep. Th. vragen, die heeft groot rijbewijs.
- Steekwagen kopen; veertig gulden bij Praxis; twee nemen?
- Verhuiskarren met opstaande rekken lenen bij T.; alleen in weekeinde mogelijk. (Timmerman vragen een opritje te maken voor bij de drempel bij de lift.)
- B. wil wel mee komen sjouwen, maar niet op het oude adres, wegens hoogtevrees.
- Zoek nog eens een keer in de boeken over boeken; er zal toch zeker ergens wel één tekst zijn, waarin ons verzekerd wordt dat boeken verhuizen leuk is?


De verhuisploeg: vlnr: Theo, Margriet, Wim, Ernest

De dozenspecialist

Ik spreek met een vakman. Hij zit op een vorkheftruck. Een goede boekendoos? In een donkere doolhof van op elkaar gestapelde pallets met daarop platgevouwen karton, adviseert hij: 'Daarvoor neem ik altijd deze.' Alsof hij elke week zijn boeken verhuist.
De keuze van de juiste boekendoos is zeer belangrijk. Het formaat natuurlijk, maar bij een verhui zing ook de greepvastheid en de doorgeefbaarheid.
In beginsel zullen de gedachten van de gemiddelde boekenverhuizer uitgaan naar de vooral onder antiquaren zo gewilde bananen- en andere zuidvruchtendozen. Ze zijn stevig, hebben twee handgre pen, en er kan veel in. Te veel, zegt onze rug al na de vijftigste doos. Een ander nadeel is de open bodem. Ook de klassieke verhuisdoos doet de rug van de lezer in de regel geen plezier. Boeken hebben immers een ander soortelijk gewicht dan porselein of pannensets.
Dozen van uiteenlopende formaten, ingepikt op markten of in supermarkten, zijn weliswaar kostenbesparend, maar niet aan te bevelen. Karton dat chips of pampers draagt, geeft boeken onmiddellijk terug aan de zwaartekracht. Diverse formaten zijn bovendien een ramp voor de stapelbaarheid, en in gestapelde opstelling zal de kartonmoeheid zeer snel toeslaan.
De dozenkenner stapt uit zijn vorkheftruck. Hij vouwt een doos in elkaar, en doet net of hij tilt. 27 centimeter bij 29 bij 43 hoog. Ik zeg dat hij me wat aan de kleine kant lijkt. Hij kijkt in de doos en vraagt: 'Hoeveel moest u er?'
'Driehonderd,' zeg ik.
Hij zwijgt.
Ik neem ze.



Inpakken

De boeken zitten in de dozen, de kasten zijn gedemonteerd. Wat gisteren nog herkend kon worden als het restant van een huisbibliotheek, heeft heden een vorm gekregen die geschikt is voor verhuizers, die stapelbaar is in een bestelbusje, en die op de juiste volgorde ligt voor de timmerman. Alles is gereduceerd tot karton, verpakkingsplakband, staanders, banken, en achterwanden, en twee oude theekistjes vol schroefjes en ijzeren hoekstukjes. Deze zijde boven, 25 millimeter inkorten. Dat is, kort maar volledig, de anatomie van de boekenkast.
Twee weken lang mag ik 'lezer' tussen aanhalingstekens zetten, want er valt hier niets meer te lezen. Ik ben een optiller en een inlader. Wreef ik onlangs nog de vermoeide oogleden, nu blijk ik op onvermoede plaatsen rugspieren te hebben. Ik klaag niet. Ik zou kunnen jammeren dat ik een deel van mezelf in karton heb verpakt, of mijmeren over de fantoompijn van een geamputeerde lezer. De werkelijkheid is veel eenvoudiger: een maand lang zijn de rollen omgedraaid. Niet ik bepaal wat de boeken doen, zij dicteren wat er gebeuren moet en wanneer.
Deze wanverhouding zal de reden zijn waarom nooit één liefhebber van boeken geschreven heeft over 'het inpakken der boeken', laat staan over het handwerk dat 'het afbreken der kasten' heet.
Uitpakken, dat wel. Zie bijvoorbeeld 'Over het uitpakken der boeken' van Arthur van Schendel. Ik kan er niet uit citeren; het is ingepakt. Maar die vreugde van de uitpakkers begrijp ik nu. Ze scheppen uit hout en schroefjes een nieuwe orde, en ze blazen het karton de adem van nieuw leven in. Dan zijn ze weer lezer, en zien ze dat het goed is.


Walging

'Alles gaat weer eens door je handen', en 'Uitpakken, straks, dat is pas leuk werk.' Dat zijn de wijsheden die mij de laatste tijd met grote regelmaat worden toegevoegd. Boeken inpakken en verhuizen: eigenlijk is het een voorrecht, een luxe, begrijp ik. En een lezeres van 'de Volkskrant' schrijft me dat zij zeventig jaar is en twee- tot drieduizend kilo schoolboeken per jaar verzendklaar maakt voor Oekraïne en Roemenië. Je kunt het dus tot op hoge leeftijd blijven doen. Maar toch.
Een andere lezer stuurt mij een tekst van Solomon Eagle, getiteld 'Moving a Library'. 'Gedurende dit proces,' lees ik daarin, wordt de ziel overspoeld door een sterke, bittere boekenmisselijkheid.' Ik weet nu hoe dat voelt, zij het dat deze walging bij mij niet veroorzaakt werd door de hoeveelheid op zichzelf. Ik voelde haar voor het eerst toen ik achter een eerste rij boeken een twaalfdelige uitgave van De Fellers biografisch woordenboek aantrof. Niet doordat ik niet meer wist dat ik die had, sloeg de nausea toe, maar omdat nu bleek dat ik dus al jaren de bezitter ben van twéé De Fellers.
Alles gaat weer eens door je handen. Dus ook dubbele boeken, nog steeds niet gelezen boeken, en de verzameling die geen verzamelaar meer heeft. Boekenwalging is: niets meer begrijpen van de lezer die je ooit geweest bent.
De remedie? Goede voornemens om het na de verhuizing anders te doen: minder inhalig worden, veel verkopen, meer naar de bibliotheek gaan.
Het oude huis is nu al een week vrij van boeken. Ze staan elders te wachten tot de kasten vertimmerd zijn en opgebouwd in de nieuwe woning. 'Cold turkey' heet dat. Eergisteren bracht de post de veilingcatalogus van Burgersdijk & Niermans, een dag later die van Bubb Kuyper. Ik heb dus wel degelijk wat te lezen, al moet ik toegeven dat er geen betere boeken zijn om goede boekvoorne mens te slopen dan veilingcatalogi.


Thermofelt

Vandaag wordt er een muur doorgebroken om plaats te maken voor een boekenkast waar je door heen kunt lopen van de ene naar de andere kamer. Dat wordt hopelijk heel nuttig. De eerste boekenkast staat al en begint gevuld te raken. Dat is prettig, zij het dat het 'daar' is, in het nieuwe huis.
'Hier', in de oude woning, zijn al wekenlang geen boeken meer in huis. Het borstbeeld van Dante is ingepakt, net als Goethe ten voeten uit. Op de muren zie je donkere randjes waar lijsten hingen. De gordijnen hangen er nog, zij het ingekort.
Op de bibliotheek van de Theologische faculteit vertoef ik de afgelopen weken vaker dan daarvoor het geval was, misschien om toch omringd te zijn door boeken. Dit is een rustige bibliotheek waar men veel voor lener en lezer overheeft, en de beheerder van de catalogus geeft me op een zonnige ochtend een aantal brochures. Daarin staat beschreven hoe de paters kapucijnen dienden om te gaan met boeken: hun 'regel'. In 1884 luidde het: 'Dat onze missalen, brevieren en ook al onze andere boeken armoedig gebonden zijn en ook zonder kapittelstokken.' Kapucijnen zijn minderbroeders, bedelmonniken. Nederigheid en armoede zijn hun kenmerken. De kapittelstok is een bladwijzer, en zelfs die mocht dus niet. Nederig lezen wilden zij, zoals ze hun sandalen aantrokken over blote voe ten. Ze kennen maar één boek: het boek des levens, Christus zelf. Wie toch meer lectuur nodig heeft, zal die 'in gemeenschap en niet ieder voor zich hebben'. Dit zal 'de armoede beter bewaren en de gehechtheid wegnemen uit de harten'.
Nog een week of twee zal ik ook zo nederig moeten zijn. De man van één, hooguit twee boeken. Enige dagen geleden is de houten vloer hier opgebroken en naar een nieuwe eigenaar gegaan. De geluiddempende onderlaag ligt er nog en ik betrap me erop dat ik steeds lees wat erop geschreven staat: Thermofelt 9015706.
De gehechtheid is nog steeds niet uit mijn hart weggenomen.



Tomado

Twee gipsen apen, twee lezende monniken, twee doodshoofden. 'Nemen we die mee?' vraagt mijn vrouw, die ze aantreft in een oude dekenkist. We zitten in de berging en beslissen over voorwerpen: meeverhuizen of niet. De overtollige vazen gaan naar schoonzus M., de ijskoeler van Ricard krijgt een tweede leven, want we krijgen een tuin, dus die koeler kan van pas komen als we daar willen lezen.
Overbodig geworden boekensteunen, nemen we die mee? Dat bepaalt de herinnering. Lezende monniken, gekocht in een trappistenklooster, die doe je niet naar de vlooienmarkt.
De kist bevat nog meer leesattributen in ruste. Een oude klemstok voor kranten; een handdoeken rekje met twee glazen spijlen, dat met de houdertjes eenvoudig op een boekenplank geschroefd kan worden en dus ideaal was om kranten op te hangen.
Een Tomado-rekje. Twee ijzeren houdertjes en drie leggers: rood, geel, zwart. Mijn eerste boekenk ast. De muren waren nog niet van beton, en vader gebruikte lucifershoutjes in plaats van pluggen. Vooral de Prisma's en Elsevier-pockets pasten er mooi op. Onhandig was wel dat de jeugdboeken te groot waren. De winterboeken en Bolleke de Beer gingen nog net, maar de sprookjes en de avontu ren van Bas Banning konden, door hun hoogte, alleen op de bovenste legger staan.
Het hing aan de muur en alle boekjes vielen altijd om. Je nam Bas Banning ter hand, en de rest ging scheef staan drukken tegen de schuin aflopende zijkant van de houder. Met grote regelmaat over won de zwaartekracht het design.
Ook de lucifershoutjes bleken na verloop van tijd overbelast.
Vader ging plamuur lenen bij de buren.
'We nemen het toch maar mee,' zeg ik.



Illusies

De afgelopen zes weken schreef ik over het wel en het wee dat zich voltrekt aan hen die boeken verhuizen. De overtocht is volbracht, en onlangs zijn de dagen aangebroken waarop de boeken uitgepakt worden. Ik zou willen dat het nu een week of drie heel hard gaat vriezen.
Wat verwacht ik eigenlijk van dat uitpakken? Niet dat gevoel van gelukzaligheid dat al zo vaak bezongen is door de boekenliefhebbers die mij al verhuizend voorgingen. Juist het inpakken stemde mij somber over al dat papier dat zich in de vijftien voorbije jaren genesteld heeft in de kamers die we nu verlaten hebben.
Ik zal daarom het uitpakken in het teken stellen van een nieuwe orde. Ik ga de chaos bestrijden en een papieren wereld scheppen waarin alles zijn juiste plaats heeft. Ik zal daar iets langer over doen dan zes dagen, maar dan zal ik zien dat het goed is. Alle problemen zal ik overwinnen. De hoogte en breedte van de boeken zal ik verzoenen met de hoogte en diepte van de planken. De pockets zal ik scheiden van de gebonden boeken. Ik zal streng het alfabet eren, en nimmer en nergens zal een lezer een betere indeling op onderwerp aanschouwen dan in mijn kasten.
In de elfde of twaalfde doos die ik als schepper uitpak, vind ik Jonathan Schells 'The Fate of the Earth', de anti-nucleaire klassieker uit de jaren tachtig. Er staat een opdracht in van een vriend, die het mij schonk: 'Het eerste en hopelijk niet het laatste boek dat aan je verzameling wordt toege voegd.' Getekend op 1 juli 1982, de dag waarop we de woning betrokken die we nu verlaten hebben.
De schenker kreeg gelijk. Een paar duizend boeken volgden. Even bekruipt mij de vrees die ook een zekerheid is: dat het ook in de toekomst niet anders zal zijn.
Dan pak ik verder uit, en ga hardnekkig door met scheppen.

 
NAAR BEGIN VAN DEZE PAGINA