INDEX SCHILDERS
HOME
SPECIAAL

 BRABANTS

AUTEURS
 TEKSTEN
INTERVIEWS

Ed Schilders

Kirk Douglas in Tilburg

 

De film duurde meer dan drie uur en daarom meldde de bioscoopadvertentie in Het Nieuwsblad van het Zuiden: 'Alle rangen met vijftig cent verhoogd'. De Volkskrant had deze film 'het beste in zijn genre' genoemd, en Het Vrije Volk sprak van 'overweldigend en grandioos'. Laurence Olivier, Charles Laughton en Peter Ustinov maakten deel uit van een rolbezetting die louter uit sterren bestond, maar Kirk Douglas speelde de titelrol : Spartacus.

Dat was in 1965. Ik was net veertien geworden en kon dus met een gerust geweten naar Spartacus. Tot voor kort had ik moeten liegen over mijn leeftijd, en ik voorzag weliswaar dat me ook in de toekomst gevraagd zou worden hoe oud ik was - ik was nu eenmaal klein van stuk - maar ik zou nu zonder blikken of blozen, misschien zelfs lichtelijk verontwaardigd, kunnen antwoorden: veertien!

Alle leeftijden, veertien jaar, achttien jaar, en geestelijk volwassenen. Dat waren in 1965, en nog lang daarna, de vier categorieën waarin de katholieke filmcensuur de bioscoopbezoeker had ingedeeld. Jongensranch met Roy Rogers was alle leeftijden. Veel liefs uit Moskou was achttien jaar, en Jong en immoreel was voor geestelijk volwassenen. Spektakelfilms, zoals dat toen heette, als Bridge over the River Kwai, 55 Dagen in Peking, en Barabbas, waren 'voor boven de veertien', al zal de kijker tegenwoordig moeite hebben vast te stellen waarom dat nu precies was. In Bridge over the River Kwai doet geloof ik niet eens een vrouw mee.

Wat Spartacus betreft, weet ik precies hoe de katholieke keuring aan de norm 'veertien jaar' gekomen is: Jean Simmons. Spartacus, de opstandige slavenleider die Rome bedreigt, zit in een cel. Wie komt hem daar met enige regelmaat water en brood brengen? Jean Simmons!

Van het een kwam ook in het oude Rome al het ander en voordat wij, jongens die net veertien geworden waren, het wisten, stonden Kirk en Jean elkaar in die donkere kerker diep in de ogen te kijken. Dan laat Jean haar eenvoudige doch verzorgde gewaadje zakken. Misschien maakte Kirk eerst de twee bandjes op haar schouders los, ik weet het niet meer, maar nooit schoof een gewaad schoner uit beeld. Zo schoon, dat je dacht dat het een choreografie van textiel was; zo levensecht, dat je zou verwachten dat deze geweven wolken uit beeld zouden vallen en op het toneel onder het doek terecht zouden komen.

En wellicht lag het daar ook, maar niemand zag het. Want iedereen keek naar Jean's ogen.

 

Met een schok drong het in de donkere zaal tot ons door, plotseling begrepen wij alles: wij zagen slechts Jeans schouders, schoner schouders aanschouwden wij nimmer; maar… dat betekende… dat zij nu… geheel… eh… zonder kleren was.

Toen werd het beeld zwart voor onze ogen. In mijn herinnering was dat in de Midi-bioscoop, maar nu ik de jaargang 1965 van Het Nieuwsblad van het Zuiden heb doorgekeken - bioscoopadvertenties elke woensdag - zie ik dat Spartacus in de Ambassade draaide.

Midi en Ambassade zijn de twee enige bioscopen uit die tijd die nog steeds bestaan. De laatste onder een andere naam, Cinecitta. Chicago, tussen Heuvelplein en Piusplein, het theater waar je wel eens een rat hoorde trippelen tussen de balken en planken van het plafond, verdween met de bouw van de Heuvelpoort. Noorderlicht, een van de jongste filmtheaters, werd een pop-podium en later een diner-salon. Rex, het theater dat in die tijd de slechtste reputatie had op zedelijk gebied, lag te ver buiten het centrum om te kunnen overleven (het gebouw bestaat nog). De Harmonie werd disco, later een gelegenheid waar je elkaar virtueel kunt doodschieten, en uiteindelijk gesloopt. De Camera bestond nog niet, net zo min als filmhuis Louis. Wie toen de kunstzinnigere films van Ingmar Bergman,

Godard, of Buñuel wilde zien, was aangewezen op de nachtvoorstellingen in de Ambassade, voordat dat theater in de jaren zeventig zich ging toeleggen op van lieverlee steeds hardere pornofilms.

Maar niet alleen de liefhebber van filmkunst had het in de jaren zestig in Tilburg moeilijk, ook de liefhebbers van het luchtigere genre moesten diep in de nacht op pad om aan hun gerief te komen. Voor geestelijk volwassenen gingen de deuren pas om twaalf uur open.

 

Jean Simmons. Hoe vaak heb ik in gedachten haar gewaad zien vallen? Versneld, in slow motion, de film terugdraaiend. Hoe vaak ben ik Kirk Douglas geweest? Maar altijd is het grote raadsel gebleven: wat Kirk zag. Uiteraard hadden wij, veertienjarigen, wel zo onze vermoedens, maar de regisseur heeft ons toch geen grotere dienst bewezen dan door die vermoedens niet te visualiseren. Puber te zijn geweest in een tijd die nog geheimen kende, ik zal daar de katholieke filmcensuur altijd hoogst dankbaar voor blijven.

De bioscoop was in die tijd de enige plaats waar dat ritueel van de erotische mystiek elke week weer werd geprojecteerd. Men stelle zich daar de meest geraffineerde beelden bij voor. Jurken met spaghettibandjes die achteloos afzakken; vrouwen in babydolls onder AaBe-dekens; de zwembroek van Burt Lancaster: ruimte genoeg voor vijf erecties; schoenen met Eiffeltoren- of stilettohakken; dames tussen wier lippen sigarettenrook van het merk Miss Blanche opkringelt, en die die rook inhaleren door de neus; dijen, mannelijk of vrouwelijk, in geprepareerde vachten van bedreigde diersoorten; geerdelen die spannen onder panty's van palmbladeren; bikini' s van jakobsschelpen; teennagels die gelakt worden met parelmoer; vrijgekochte Romeinse slaven met lederen en zwaarbeslagen polsbanden, en in sla-olie gedrenkte biceps; lippenstift van walvisvet op de rand van een champagnefluit; een oorbel van ivoor uit Goudkust, verloren naast een satijnen hoofdkussen.

Een 'keperflanellen damesnachthemd' kostte op woensdag 15 september 1965 drie gulden en achtennegentig cent. Ik lees het in de krant van die dag. Wat kostte een bioscoopkaartje? Twee gulden? Een prismapocket kostte een gulden vijfentwintig. Op zondagmiddag won ik bij het kaarten wel eens zeventien cent. Het geheim was er maar het geheim was redelijk duur. En toch ook weer niet. Want elke woensdag viel die krant in de brievenbus, en elke woensdag bevatte die krant de gedrukte varianten op het geheim: de advertenties. Nu ik ze terugzie, blijken ze niets van hun raffinement te hebben verloren. In tegendeel: nu ik geestelijk volwassen ben, althans volgens de normen van toen, laat dat raffinement zich des te duidelijker analyseren. In den beginne was er de vrouw en de eerste vrouw die de filmgod toen schiep, heette Brigitte Bardot. De advertentie voor Le mépris op woensdag 18 augustus 1965 beslaat niet de gewoonlijke twee kolommen maar liefst zes, een breedte die is opgelegd door de foto. Brigitte ligt op haar buik in de zon, gekleed in een bikini, Het bovenstukje wordt bij elkaar gehouden door een strik waarmee Kirk Douglas weinig moeite zou hebben. Op het broekje ligt een opengeslagen boek. Literatuur en erotiek. Toen al. Sekssymbolen behalve Bardot: Liz Taylor in Kat op een heet zinken dak; Angelique, ook al met een boek afgebeeld, en in de advertentie benoemd tot 'de meest vrouwelijke vrouw'. Sophia Loren, Kim Novak, Ursula Andress, en Ava Gardner in De nacht van de leguaan. Bij de heren: James Bond, Eddie Constantine, en waarschijnlijk - ik lette daar niet zo op - de vrijgevochten Romeinse slaven en Spartaanse gladiatoren, van Spartacus tot Maciste.

De krant van 1965 was volkomen seksloos. Toen ik jaargang 1965 van Het Nieuwsblad van het Zuiden doornam, verwachtte ik dat slechts twee vormen van erotiek onder het stof van de jaren en de herinnering vandaan zouden komen: de filmadvertenties en de lingeriereclames. Maar zelfs dat laatste bleek niet het geval te zijn. Step-ins, nachtponnen, en 'b.h.'s met maagband (ook grote maten met voorgevormde cup)', ze waren misschien maar drie gulden en achtennegentig cent, maar de wijze waarop ze afgebeeld werden in de advertenties was van katoen en dralon. Nooit werd een foto gebruikt, altijd werden ze kuis getekend. Zelfs de woorden zijn verouderd, en 'bustehouder' is de meest expliciete aanduiding die ik tijdens mijn research mocht optekenen.

De film- of bioscoopadvertenties stelden me niet teleur. Geen dralon-erotiek, geen lycra-lusten, maar het Jean Simmons-effect: textiel dat de zwaartekracht tart, vlees dat wil vallen. Catharina von Schell gekleed in jungle-gala, rond haar dijpartij de huid van een dier dat zelfs Darwin niet kende; op haar borsten de veren van een diersoort die sindsdien beschermd is. Zij is Blanke Venus in het oerwoud, en zij werd 'wegens enorm succes geprolongeerd'. Ik ken haar alleen van de advertentie, want de film was voor achttien jaar.

'Zij vechten allen om de gunsten van een sensuele vrouw'. De teksten van de bioscoopreclames behoren tot de minder geheime verleiders. Dat begon al bij de Nederlandstalige titel, die in de regel niets meer met de originele titel te maken had. Eiland der begeerte, Caroussel van 't nachtleven, Zweedse meisjes in Parijs, Strip-poker, Rode lippen, en Wereld zonder schaamte. Het is slechts een kleine greep uit de onweerstaanbare titels. Isoleer ze uit hun tijd, en Tilburg lijkt een combinatie van Sodom en Gomorra te zijn geweest. Niets is minder waar, maar dat is nu juist de charme van het geheim.

De begeleidende teksten zijn nog mooier dan de titels. Hier ontmoeten we 'meisjes die zich schaamteloos vergooien', zijn we getuige van 'realisme dat elke verbeelding tart' of 'een spel met vuur'. Dit is de wereld van 'meisjes in de val gelokt als fotomodel voor verboden films'. Of zag u liever de film 'De prostitutie, met medewerking van Interpol'?

Het geheim was ook prachtig gefaseerd. Wie nog bij 'alle leeftijden' hoorde mocht naar 'Kolder op zolder', 'twee uur gieren'. Wie veertien jaar was mocht Spartacus en Jean Simmons zien in de kerker. En wie achttien was geworden kon terug naar 'Speelgoed op zolder, een spel met vuur'.

Vier jaar kreeg je van de katholieke filmkeuring om je op te winden bij Jean Simmons en Kirk Douglas in hun kerker. Daarna mocht je met Maria von Schell de jungle in. En de geestelijk volwassenen? Die waren volwassen en dus reddeloos verloren, en dat is waarschijnlijk de reden dat de advertenties weinig woorden besteedden aan de werving van deze doelgroep. De films voor geestelijk volwassenen waren nachtfilms en wie op dat uur van de dag nog de deur uit mocht, moest het tenslotte zelf maar weten. Nachtfilms krijgen een minimum aan plaatsruimte in de advertenties, zo minimaal zelfs dat ik ze bij het bestuderen van de kranten regelmatig verwarde met andere advertenties op de filmpagina. Duifjes is geen film maar een fabriek voor kinderschoenen in Waalwijk die 'thuisstiksters' vraagt.

Nachtfilms hadden alleen een titel. Geen foto, geen wervende tekst, geen regisseur, geen hoofdrolspelers. Nachtfilms waren wat ze waren: nachtfilms. De titels zeiden meer dan genoeg voor hen die na Jean Simmons en Maria von Schell nog steeds niet genoeg konden krijgen van het geheim. Het meisje van de zolderkamer, De zedelozen, Huis voor ontspoorde meisjes, Maribel de eerbiedige lichtekooi, Het trottoir, Striptease in Soho. Kortom: 'Onzegbare driften'. Alleen in de paasweek waren er geen nachtvoorstellingen. Ik heb al die films nooit gezien toen ik eenmaal geestelijk volwassen was. Wel andere. Ergere. Althans, als ik de reclames moest geloven. Wanneer je voor het eerst op een Tilburgs bioscoopscherm kon zien wat Kirk en Jean deden toen het beeld zwart werd voor onze ogen, ik weet het niet. Toen niemand me meer vroeg hoe oud ik was, was de betovering doorbroken. Het schijnt dat Spartacus sinds enige jaren op video verkrijgbaar is in een ongekuiste versie. Ik wil hem niet zien. Of liever: ik wil HET niet zien. De borsten van Jean Simmons, ik zag ze al duizendmaal in mijn eigen film. De veren van een bedreigde vogelsoort op de boezem van Maria von Schell: ik heb ze duizend keer geplukt. 'Wegens enorm succes geprolongeerd', daar weet ik alles van. Dit zijn de homevideo' s van mijn herinnering. Ik zal die een beetje laten bederven door de realiteit. Mooi niet, Nog liever verhoog ik de entree met vijftig cent.

 

TERUG NAAR BEGIN PAGINA