CuBra
Inhoud Eisenbarth
Home
Andere rubrieken van Ben Hartman
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud kluchten
Inhoud beroepen- liedjes
 

Ben Hartman

Ik ben de Dokter Eisenbarth
Leven en werk van een rondtrekkende Duitse plattelandsdokter (1663-1727)

12 - Eisenbarth legt examens af, verandert van geloof en trouwt

1677:

 

Eisenbarth gaat bij zijn zwager Alexander Biller in de leer om wondarts te worden. Hij is dan 14 jaar en woont dan al 4 jaar bij zijn zwager in Bamberg.

Eisenbarth begon zijn opleiding als leerling.

 

1678:

 

Eisenbarth gaat het klooster in!

 

In dit jaar gebeurt er iets merkwaardigs.

Eisenbarth gaat als 15 jarige het klooster in, ná het beëindigen van zijn leerlingentijd en vóór het einde van zijn gezellenexamen.

Waarschijnlijk moet er dus Latijn in het toenmalige keuzepakket gezeten hebben!

 

Wat de reden van deze merkwaardige beslissing ook mag zijn, waarschijnlijk is het de bedoeling dat Eisenbarth onderricht krijgt in het Latijn.

Dit blijkt o.a. uit Latijnse citaten die Eisenbarth gebruikt in zijn latere vlugschriften, op dit begrip kom ik later nog terug.

 

Eisenbarth blijft slechts een half jaar in het klooster en keert dan weer terug naar zijn leermeester Biller in Bamberg om met hem of alleen als gezel- in- opleiding rond te trekken en het vak te leren.

 

1684:

 

Eisenbarth legt zijn gezellen-examen af.

 

In 1684, na een periode van tien jaar als leerling én gezel, legt Eisenbarth zijn ‘Gesellenstück’ af in het bijzijn van zijn meester Alexander Biller.

Zijn ‘eindexamen’ bestaat uit een staaroperatie die hij met succes uitvoerde bij een 50 jarige man in Laufen bij Salzburg.

Eisenbarth is nu 21 jaar en blijft voorlopig wonen bij zijn zwager en leermeester Biller.

 

Het meester-examen.

 

Dan volgde de ‘Meisterprüfung’ , het meesterexamen.

Ook weer praktisch, men moest een operatie uitvoeren, en theoretisch.

Slaagde een gezel voor dit examen dan kreeg hij een z.g. meesterbrief.

Deze meesterbrief was de voorwaarde om je als wondarts ergens te vestigen en het burgerrecht te verkrijgen.

Toch heeft Eisenbarth waarschijnlijk dit examen nooit gedaan.

 

Hoe gemotiveerd was Eisenbarth om zijn opleiding af te ronden?

 

Eisenbarth leerde de kunst van de wondartsenij grondig. Hij is zeer leergierig en wil het ver schoppen.

Hij een rijke kennis hebben van zijn vak, hij wil bekend en welvarend worden.

Hij wil niet zo’n armlastig bestaan hebben als zijn ouders hebben gehad.

 

Eisenbarth is handig en bouwt zijn theoretische kennis op door gebruik te maken van chirurgische studieboeken en naslagwerken.

Hij wil op zijn vakgebied de grootste worden en om dit te bereiken heeft hij een goede leermeester in zijn zwager Biller.

 

1685.

Eisenbarth verhuist van Bamberg naar Altenburg.

 

 

In 1685 verlaat Eisenbarth zijn leermeester en zwager Alexander Biller en gaat naar de stad Altenburg, zo’n 200 kilometer van Bamberg en zo’n 50 km ten zuiden van Leipzig gelegen.

Daar wordt hij assistent van de okulist, steensnijder en breukzetter, Johann Heinigken.

Dit blijkt later een toevallig en beslissend besluit geweest te zijn.

Hij wordt namelijk verliefd op de dochter van zijn baas: Catharina Elisabeth Heinigken en trouwt met haar in het jaar 1686.

 

Tot 1702 blijft Altenburg zijn vaste verblijfplaats van waaruit hij, meestal te voet, reizen maakt naar de directe omgeving of wat verder weg.

Ondertussen geneest Eisenbarth talrijke personen, in en rond Altenburg.

 

1686:

 

In dit jaar verlaat Eisenbarth Johann Heinigken en gaat in een huis wonen op de markt van Altenburg.

 

Eisenbarth verandert van geloof.

 

Nu gebeurt er weer iets belangrijks in zijn leven: E. verandert van geloof: van katholiek naar protestant en dat heeft een economische reden!

De Staatsreligie in het Hertogdom Saksen-Altenburg was immers het protestantisme en als katholieke andersdenkende was het voor Eisenbarth waarschijnlijk moeilijker, zo niet onmogelijk, aan een privilege te komen om zijn beroep als plattelandsdokter te mogen uitoefenen!

Bovendien kon Eisenbarth als plattelandsdokter meer geld verdienen dan ’n plaatsgebonden en bij het Gilde aangesloten chirurgijn.

Kortom: door te veranderen van geloof kwam Eisenbarth eerder in aanmerking voor een privilege van de Hertog van Saksen-Altenburg.

 

Eisenbarth ervaart het als een goddelijke opdracht om zieke mensen te genezen.

Hij dankt de Schepper dat deze hem zo’n buitengewone gave heeft geschonken.

Hij alleen is de beste arts die zijn patiënten wil beschermen tegen het geknoei van kwakzalvers, onwetende en grootsprakerige wondartsen.

Deze laatste richten alleen maar schade aan i.p.v. mensen te genezen.

Eisenbarth weet evenwel, door te beweren dat hij de beste en meest vakbekwame wondarts is, dat hij van hogerhand zeer kritisch op de proef gesteld en beoordeeld zal worden.

Eisenbarth onderschat zijn eigen prestaties en zijn kunnen geenszins! Is zeer zelfverzekerd!

 

Ook kent Eisenbarth de wet die zegt dat onbemiddelde, zeg maar arme mensen, gratis behandeld moeten worden.

Zo biedt Eisenbarth dan ook onmiddellijk aan om de armen ‘vrijwillig’ en gratis te genezen!

 

Eisenbarth trouwt met de dochter van Johann Heinigke: Catharina Elisabeth Heinigke.

 

Zoals al gezegd; Eisenbarth wordt verliefd op de dochter van zijn leermeester en trouwt in 1686 met Catharina Elisabeth Heinigke in de Brüderkirche in Altenburg.

Het bewijs hiervoor is trouwens te vinden in het nog bestaande trouwboek van deze kerk in Altenburg.

 

Uit dit huwelijk kwamen 7 kinderen voort.

Ze werden op een na, allemaal gedoopt in Altenburg, het zevende kind in Maagdenburg.

Drie kinderen sterven op zeer jeugdige leeftijd, maar ook de oudste dochter is geen lang leven beschoren, zij sterft op 32-jarige leeftijd.

Hier nog eens de stamboom van de familie Eisenbarth waarop duidelijk te zien is wanneer de kinderen van Johann Andreas Eisenbarth en zijn zojuist genoemde vrouw, geboren en gestorven zijn, met uitzondering van Susanne Catharina Eisenbarth!

 

 

We blijven in het jaar 1686.

 

Eisenbarth is getrouwd en heeft zijn privilege om zijn werk als plattelandsdokter te doen in het Hertogdom Saksen-Gotha-Altenburg.

Eisenbarth besluit nu om zijn werkterrein te verleggen naar buiten Altenburg.

Hij doet als rondtrekkende plattelandsdokter de volgende min of meer bekende plaatsen aan, allemaal plaatsen die in de vroegere DDR lagen: Gera, Zwickau, Leipzig en Weimar.

 

Eisenbarth vraagt inmiddels een privilege aan voor het Hertogdom Saksen-Weimar en Saksen-Jena.

Deze privileges worden hem verleend en zodoende kan en mag hij zijn werk als plattelandsdokter doen op jaar- en weekmarkten en mag hij zijn geneesmiddelen aanprijzen en verkopen.

Over deze geneesmiddelen kom ik later nog uitgebreid te spreken.

Eisenbarth gaat deze namelijk zelf produceren als hij in Magdeburg een pand koopt waar hij een geneesmiddelenfabriek begint.

Hij wordt zelfs de eerste Duitse geneesmiddelenfabrikant!

 

1689:

 

Eisenbarth gaat nu zijn werkterrein uitbreiden naar Erfurt en met succes.

Hij krijgt zijn privilege van de stad en voor het Keurvorstendom Mainz waar Erfurt onder valt.

Als tegenprestatie voor het verkrijgen van het privilege moest Eisenbarth zich wel in Erfurt vestigen, in ieder geval het burgerschap van Erfurt aanvaarden.

Hij blijft echter toch in Altenburg wonen.

 

In Erfurt wordt Eisenbarth voor het eerst aangeduid met de titel Doktor als hij benoemd wordt tot stadsarts.

 

Nu, vier jaar na zijn vertrek bij zijn leermeester Biller in Bamberg heeft de 26-jarige Johann Andreas Eisenbarth al een aanzienlijke hoeveelheid titels.

Het is een hele mond vol, toch noem ik een paar titels:

 

      • Herzoglich von Sachsen-Gotha-Altenburgischer,

      • Herzoglich Sachsen-Weimarischer,

      • Herzoglich Sachsen-Jenaischer,

      • Kurfürstlich-Erzbischöflich Mainzischer privilegierter Okulist, Bruch- und Steinschneider,

      • Stadtarzt von Erfurt.

 

Geen van zijn concurrenten kan zich bogen op zo’n uitgebreide lijst van privileges en titels.

Eisenbarth maakt hier op een slimme manier gebruik van bij het reclame maken voor zijn medisch kunnen als plattelandsdokter.

En later zullen we zien dat Eisenbarth een meester was in dit reclame maken voor zijn eigen zaak.

Maar hij wil meer, alsmaar meer.

 

1691:

 

Eisenbarth reist naar steden en dorpen van het keurvorstendom Saksen om daar zijn werk als plattelandsdokter te doen.

Hij wil zijn werkterrein voortdurend vergroten, allemaal vanuit zijn verblijfplaats Altenburg.

Soms houdt hij zich in een bepaalde plaats of streek 4 weken op, maar ook wel eens drie maanden.

De zaken gaan goed, zijn roemt snelt hem vooruit.

 

Zieken en mindervaliden verdringen zich rond het podium op een marktplaats waar Eisenbarth zijn werk doet en waar men door hem behandeld wil worden.

De volgende afbeelding geeft een beeld van hoe het geweest zou kunnen zijn bij een optreden van Eisenbarth!

 

 

Eisenbarth behandelt dikwijls met succes mensen met oogkwalen, hij is tenslotte een vermaarde oculist.

Maar hij opereert ook als een echte chirurg.

 

Eisenbarth verschilt veel van andere rondtrekkende plattelandsdokters in het feit dat hij zijn patiënten dikwijls dag en nacht blijft bijstaan.

Patiënten die van ver kwamen om zich te laten behandelen en genezen door Eisenbarth, krijgen onderdak bij burgers in de plaats waar hij op dat moment zijn kampement heeft opgeslagen.

Deze nazorg is zo opvallend dat men dokter Eisenbarth enorm gaat waarderen en vertrouwen en zijn aanzien groeit daardoor alsmaar.

 

’n Attest aanvragen.

 

Eisenbarth verzoekt om een attest, dit is een getuigschrift of een schriftelijke verklaring aan het gemeentebestuur van de stad Leipzig naar aanleiding van zijn daar gelukte genezingen.

Leipzig verlangt daarvoor een getuigenis van de mensen die genezen zijn.

Deze moesten onder ede ondervraagd worden over hun genezing en deze vragen moesten ze naar eer en geweten beantwoorden.

Deze getuigenissen zijn uitvoerig beschreven en bevinden zich in diverse archieven.

 

Al deze positieve getuigenissen zijn zeer belangrijk voor Eisenbarth.

Hieruit kan bijvoorbeeld een stadsbestuur zijn kunde en kunnen afleiden om hem naar aanleiding hiervan een getuigschrift uit te reiken.

Dit gebeurde allemaal in Leipzig en dit gaf Eisenbarth de moed om naar de Saksische Residentiestad Dresden te gaan om ook hier mensen te gaan behandelen en genezen.

 

1692:

 

Eisenbarth gaat nu een verzoek om een privilege doen aan keurvorst Johann Georg IV.

Wat staat er in zo’n verzoek?

 

  • de chirurgische traditie van zijn familie,

 

  • zijn opleiding,

 

  • zijn succesvolle behandelingen,

 

hij overlegt bij zo’n verzoek ook een getuigschrift of schriftelijke verklaring van bijvoorbeeld Altenburg en getuigenverklaringen van door hem behandelde en genezen patiënten.

 

  • afschriften van eerder verleende privileges.

 

In zo’n aanvraag voor een privilege vraagt Eisenbarth om in het hele keurvorstendom zijn medische kunsten te mogen vertonen op jaarmarkten en andere gelegenheden.

En hij vraagt ook of hij zijn geneesmiddelen mag verkopen.