CuBra
Inhoud Eisenbarth
Home
Andere rubrieken van Ben Hartman
Inhoud dieren- liedjes
lnhoud kluchten
Inhoud beroepen- liedjes
 

Ben Hartman

Ik ben de Dokter Eisenbarth
Leven en werk van een rondtrekkende Duitse plattelandsdokter (1663-1727)

13 - Drie afbeeldingen van Eisenbarth

Eisenbarth heeft drie afbeeldingen van zichzelf laten maken.

De oudste daarvan is pas ontdekt in de zestiger jaren van de vorige eeuw, in een bibliotheek in Dresden en werd voor het eerst gepubliceerd in 1967!

 

De eerste afbeelding van Eisenbarth (1692)

Deze z.g. Erfurter-afbeelding van Eisenbarth is een houtsnede van J.E. Balduin uit het jaar 1692 en werd afgedrukt op het voorblad van een van zijn strooifolders.

Hij laat deze uitdelen/verdelen door zijn helpers/assistenten/medewerkers.

Eisenbarth denkt dat de mensen de man willen leren kennen en een afbeelding van hem willen zien, om vertrouwd met hem te raken.

Kortom, dan weten ze wie ze voor zich krijgen.

 

Op deze afbeelding presenteert zich een 29-jarige hooggeprivilegieerde operateur en stadarts van Erfurt.

In een zelfbewuste pose geplaatst in een ovale bladcartouche met op zijn hoofd een machtige allongepruik waarop hij, volgens overlevering, een op drie punten omgeslagen hoed zet.

De lange rok, hoogstwaarschijnlijk was deze van scharlaken, met een mouw met omgeslagen rand was bezet met sierknoppen.

Om zijn hals een plastron, een halsdoek gebonden als een vlinderdas.

In soortgelijke kleding laat Eisenbarth zich later ook afbeelden.

 

 

Zo staat Eisenbarth in vol ornaat in het museum in Oberviechtach.

Nu terug naar de Erfurter-afbeelding.

 

In zijn rechterhand houdt hij twee elkaar kruisende en door hemzelf uitgevonden ‘Starnadel’.

Zijn linkerhand rust op een gesloten boek.

 

In de cartouche onder de afbeelding staat een tekst:

 

Gott allein ist der Helffer welcher mich

in meiner Kunst bisshero gesegnet, das

viel 100.Men=

schen ihre Gesuntheit erlanget haben.

Johann Andreas Eyssenparth

Anno 1692

J.E. Balduin.

 

 

 

 

De afbeelding van Eisenbarth is echter meer een illustratie dan een natuurgetrouwe afbeelding van de plattelandsdokter.

Toch kun je een zekere gelijkenis aantonen met een afbeelding van hem op een ets die M. Bernigeroth in 1697 in Leipzig maakte, 5 jaar na de eerste afbeelding.

 

De tweede afbeelding van Eisenbarth. (1697)

 

Dit halfportret van de nu 35-jarige Eisenbarth zit in een ovale cartouche, hij draagt weer een allongepruik.

Midden onder het portret staat zijn familiewapen.

Dat het hier om een levensecht portret gaat bewijzen de eerste twee regels van de tekst onder de afbeelding:

 

Was hier des Künstlers Hand in Kupfer eingegraben

Entwirfft zwar sehr genau Herrn Eysenbarths gesicht

Dass aber dessen Ruhm und ungemeine Gaben

Entworffen sollten seyn, vermag sie gleichwohl nicht.

 

 

 

Boven het portret staat het oog van god afgebeeld en in de rand rond de afbeelding staat zijn naam en beroep:

Johann Andreas Eysenbarth

Medicus & Operator Privileg.

 

Ook kun je in de rand lezen:

Ao.aet. 35

 

Dit wil zeggen dat Eisenbarth hier staat afgebeeld in zijn 35-ste geboortejaar, de ets moet dan wel gemaakt zijn na zijn verjaardag: 27-5-1697.

 

 

 

Het smalle gezicht laat een hoog voorhoofd zien.

Grote ogen bekijken de observator ernstig en vragend aan.

De neus is in harmonie met het gezicht. De smalle energieke mond laat een aanzet tot een glimlach zien.

Verder wordt het gezicht van Eisenbarth beschreven als energiek en dynamisch.

Maar ook een kritische blik spreekt uit het gelaat van deze mens.

 

De derde afbeelding van Eisenbarth. (1717)

 

In 1717 werd door A.B. König in Berlijn een ets gemaakt met een afbeelding van de dan 54-jarige Eisenbarth.

De pose en de afbeelding in zijn geheel lijken veel op de ets uit Leipzig van M. Bernigeroth uit 1697.

Ook hier weer bovenin het oog van God en onderop een familiewapen en een tekst:

 

So ist Herr Eysenbarth in Kupffer eingepraegt

So kann man Ihm von gold und Marmor Seilen Setzen

Was aber Gottes Hand in seine Brust gelegt

Kann weder Diamant noch Stal und pinsel aetzen.

 

 

 

 

Onder de modieuze, kortere allongepruik zie je een voller gezicht

Hij heeft inmiddels een dubbele kin en hij kijkt wat milder uit z’n ogen en niet meer zo kritisch als op de ets uit Leipzig van 1697.

Toch kun je nog duidelijk trekken herkennen uit zijn afbeelding van 20 jaar geleden.

 

We gaan verder met de chronologie tot en met 1700.

 

1693.

Toch moest Eisenbarth op verzoek van de keurvorst nog geëxamineerd worden door ervaren, academisch geschoolde artsen.

Ook moesten de originelen getuigschriften voorhanden en aantoonbaar zijn.

De keurvorst ging duidelijk niet over een nacht ijs bij de aanstelling van Eisenbarth tot stadarts.

 

In Dresden heeft Eisenbarth niet meer gewacht tot het moment waarop hem zijn privilege overhandigd zou worden.

Het duurde hem allemaal te lang.

Het concept van dit nooit aan Eisenbarth overhandigde privilege wordt nog bewaard in het Saksisch Staatsarchief en is gedateerd: 27 januari, 1694.

Waar Eisenbarth naar toe trok vanuit Dresden is tot nu toe niet bekend.

 

1693-1696:

 

Tussen 1693 en 1697 onderneemt Eisenbarth verre reizen door Europa.

Hij bezoekt Holland, Frankrijk en Polen.

 

1696:

Eisenbarth is weer in Duitsland en gaat naar Berlijn en reist vervolgens van daaruit naar Laufen bij Salzburg ( hier deed Eisenbarth eerder zijn examen voor gesel), Innsbruck, Tirol en bereikt Italie.

 

1697:

 

Eisenbarth is weer in Leipzig maar de zaken gaan slecht.

Op zijn buitenlandse reizen kon hij geen beroep meer doen op komedianten, evenwichtskunstenaars en muzikanten om aandacht te trekken bij het publiek, voorafgaande aan een optreden van Eisenbarth.

Het publiek was niet meer geïnteresseerd in hun gezondheid en in een behandeling door Eisenbarth, zo leek het.

Er waren andere zaken, attracties voor in de plaats gekomen die voor vermaak zorgden.

 

Eisenbarth moest iets verzinnen om meer bekendheid te krijgen.

Hij laat in Leipzig een ets van zichzelf maken, met zijn afbeelding en liet deze drukken op de reclamefolders/flyers. (Werbezettel).

Deze afbeeldingen van al besproken in hoofdstuk 13.

 

Van mei 1697 tot mei 1698 bezoekt Eisenbarth verschillende steden in wat nu Polen heet: Stettin, toen nog Zweeds, Danzig en Breslau.

 

Op 4 december 1697 is hij weer in Altenburg om de doop bij te wonen van zijn zoon Johann Andreas.

 

1698:

 

Maar spoedig hierna begint hij weer aan zijn rusteloze zwerversleven, waar zijn hele gezin aan deelneemt, inclusief de pasgeboren zoon.

Dit jongste kind, dat zijn voornaam draagt, overleeft dit rondtrekken niet en sterft al op 10 maart 1698, slechts een paar maanden oud.

Het wordt begraven in Wittenberg, hier zal de familie Eisenbarth zich wel opgehouden hebben op het moment dat hun jongste kind overlijdt.

 

In dit jaar bezoekt Eisenbarth de universiteitsstad Helmstedt, gelegen tussen de steden Braunschweig en Magdeburg.

Hier bewijst hij zijn chirurgische vaardigheid aan de medische faculteit en legt een goed examen af.

 

1700:

 

Op 4 april 1700 wordt in Altenburg zijn zoon Ferdinand Christoph gedoopt.

Het is niet bekend of Eisenbarth hierbij aanwezig was!

 

We kunnen nu als conclusie geven dat Eisenbarth vanuit Altenburg veel reizen maakt naar een groot aantal steden, soms met zijn hele gezin.

Hij blijft regelmatig een aantal maanden onderweg en keert af en toe terug naar Altenburg om de doop bij te wonen van een van zijn kinderen.