INHOUD VAN SCHILT
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print deze pagina

ELIE VAN SCHILT

Het tafeltje


Nee, normaal als ik een etablissement bezoek dan is mijn zitplaats niet aan een tafeltje, mijn plaats is aan de bar, hoef niet uit te kijken naar de bediening, meteen als de mij bekende barkeepers zien dat het peil in mijn glas tot bodemhoogte is gedaald dan verschijnt daar de fles om het glas weer tot een aangenaam peil te vullen.

Maar nu was het anders, ik liep niet recht naar de bar, maar naar de lectuurbak die een plaats had op de zg. stamtafel.

Het viel mij op, de stamtafel was leeg, geen klaverjassers, geen rikkers, alleen aan een klein tafeltje er naast, zat een eenzame man, een beetje mistroostig naar zijn glas te staren.

Hij voelde schijnbaar dat ik naar hem keek, richtte zijn blik op mij en zei " Het is ook maar een dooie bedoening hier, ik had net zo goed thuis kunnen blijven bij mijn hondje Fikkie "

Ja eigelijk was ik ook eenzaam en de man aan het tafeltje zat toch eigelijk duidelijk merkbaar om een praatje verlegen. Op mijn vraag of ik bij hem mocht komen zitten, zei hij " Natuurlijk mijnheer, niets is zo vervelend als in een café alleen te moeten drinken "

Voor ik iets verder kon zeggen, riep hij al naar de ober " Laat deze mijnheer ook iets drinken van mij "

Toevoegingen waren overbodig, daar de ober wist wat mijn consumptiepatroon was.

Ik hoefde niets te vragen, als de Niagara waterval zo rolde zijn verhaal over zijn lippen.

Zijn bouwjaar, net één jaar vroeger als dat van mij, ook hij was meer als vijftig jaar met zijn Trudie getrouwd, toen ze plotseling, zonder verder iets te zeggen haar ogen sloot, en ze ook niet meer opende, toen hij vroeg " Trudie laten we nog even bij elkaar blijven "

Hun huwelijk was niet wat je noemt ‘ fanatiek ‘ Het zoentje werd zuinig bewaard voor speciale dagen, zoals Moederdag en dat soort bloemisterij gelegenheden, maar ze waren er wel voor elkaar.

Wat ze samen deden, was de markt en de wekelijkse boodschappen, waren die gedaan, dan stuurde ze mij naar de koffietent in het winkelcentrum, zij kwam wel, ze moest nog even naar de drogist.

Ja ik mocht het niet weten, " maar mijnheer zegt ie, als je zolang getrouwd bent dan zijn er maar weinig geheimen. "

Ik wist dus van de inlegkruisjes, omdat ze bij het hoesten, of lachen, het niet altijd droog wist te houden. Ook van de paracetamol, omdat ze vaak last had van hoofdpijn, maar zegt de eenzame man, " Kinderen kun je nog aan het handje mee naar de dokter nemen, maar bij Trudie lukte dat niet " " Het gaat wel weer over, was dan haar weerwoord " Het is inderdaad overgegaan, maar anders als ik het in gedachten had.

Maar het is wel een beetje eenzaam, mijn hondje Fikkie, een heel lief beest, maar een gesprek kun je er niet mee hebben.

Heb ook nog het wijkgebouw bezocht, nou nee, niet de omgeving waar ik mij happy voel, al die koffie en thee lebberende oudjes, nee, een borreltje mag er niet geschonken worden en het roken gebeurd voortaan net als bij IJsselmeer-paling, in de rookkamer, echt in die ouwe sokken club, voel ik mij toch niet op de plaats waar ik mij senang voel.

Dat woordje ‘ senang ‘ maakte iets bij mij wakker, inderdaad, hij was ook in Indië geweest, maar ook over die periode had hij zijn verhaal nooit kunnen vertellen, iedereen vond, dat hij die tijd maar het beste vlug moest vergeten.

Maar mijnheer zegt hij " Voor mij zijn die drie jaren onvergetelijk, ik beleefde er meer, als in al die jaren nadien, dus in plaats van vergeten, komen er steeds meer herinneringen naar mij terug "

Ja, voor ik vertrok kende ik Trudie al, het was wat men noemt " een beetje los/vast " we gingen soms samen een keertje dansen of naar de film, maar dat echte van " Pak hem beet " nee zo ver waren wij nog niet.

Alhoewel, als ik ze soms met een andere knul zag lopen, dan was mijn dag niet de beste van de week, dus toen had er eigelijk al een lichtje moeten branden.

Maar goed ik moest onder dienst, de eerste keer dat ik in mijn militaire pakkie an thuis kwam, wist ik niet hoe vlug ik naar de straat moest waar Trudie woonde, maar nadat ik drie keer op en neer was gelopen, het was maar een korte straat, had ik nog geen Trudie gezien, zij mij wel, maar dat hoorde ik pas later, Verscholen achter het gordijn had ze naar mij gekeken, bij haar begon toen wel een lichtje te branden.

Voor ik naar Indië vertrok zijn we samen nog een keertje uit geweest, bij het afscheid nemen, toen heb ik haar voor het eerst gekust, nee niet dat heftige, meer wat men noemt een verjaardagskusje.

Maar het had wel als gevolg dat ik aan boord van de Grote Beer, die ons naar Indië bracht, wel vaak aan Trudie dacht.

Over Indië, ja u bent er ook geweest, dus waarschijnlijk hoeven wij elkaar niet veel te vertellen, heb de meeste tijd doorgebracht op verschillende buitenposten, als het dan een beetje ging spannen tijdens een patrouille bij een vuurgevecht met peloppers, dan dacht ik toch vaak dat ik heel graag Trudie nog eens terug wilde zien, dus bij mij ging het lichtje ook knipperen, maar dat wilde niet zeggen dat de schoonheid van de inlandse meisjes mij onberoerd liet.

Lag ik bij een meisje op de baleh bale, dan stelde ik mij in gedachte voor dat het Trudie was, eerst later moest ik dan mij zelf bekennen, met Trudie was dit niet gebeurd, bij Trudie zou ik moeten wachten tot na het huwelijksgebeuren.

Goed, ik ben na ruim twee jaar weer veilig in Holland terug gekeerd, had alleen een schot in mijn bovenarm opgelopen toen wij tijdens een rit naar Surabaja onder vuur werden genomen, maar dat is weer goed genezen.

Goed mijnheer, u begrijpt het al, binnen de kortste keren hadden Trudie en ik , wat men toen noemde ‘ verkering ‘ In het begin had ze moeite met mijn vrijpostigheid, want telkens opnieuw wilde ik bij haar controleren of alles nog wel daar zat waar het moest zitten, maar op den duur, wij genoten van elkaar.

We zijn toen vrij vlug getrouwd, we wilden steeds meer van elkaar genieten.

Maar dan komen de kindjes, je moet Trudie met anderen gaan delen, goed het zijn jou kinderen, maar toch, het wordt anders als in het begin.

Binnen no time ben je dan plots kostwinner en huisvader, waarvan er twaalf in een dozijn gaan. Soms denk je dan met een beetje weemoed weer terug aan die tijd in Indië, samen met je kameraden op een kleine buitenpost, enkele baboe’s om je heen, voor de was en voor het vervullen van andere behoeften.

Anders als in Holland, de baboe’s waren altijd vrolijk, ook al hadden ze vaak niet meer als een sarong en een baadje, voor een paar rupia en een bordje rijst waren ze vaak de hele dag in de weer om het ons de blandas naar de zin te maken.

Hier in Holland rijden de vrouwen vaak met een te zware kar, ze willen niet alleen het avondeten, maar ook het eten van morgen en volgende week al in de kast hebben liggen, dan komt het avondje uit al gauw in de verdrukking, met als gevolg dat Pa gaat biljarten of naar het voetballen.

Maar de tijd gaat zo snel, voor je het weet ben je al een echtpaar van middelbare leeftijd, met grote kinderen, je hebt het goed, maar het sausje, dat toen je jong was, het lekker maakte, nee dat is er niet meer.

Goed mijnheer, mijn Trudie is er nu ook niet meer, maar nu blijkt toch dat ze het sausje was dat kleur aan mijn leven gaf, ik was alleen de smaak kwijt.

Dus nu eten ik en mijn hondje Fikkie dagelijks warm, ook met een sausje, maar het heeft nooit meer de aroma zoals in de tijd toen Trudie er nog was.

Hij keek op zijn horloge en zei " Ik moet nu naar Fikkie, maar hoop dat ik je niet met mijn verhaal heb verveeld " Ik kon alleen maar denken " Eigelijk had ik hem hetzelfde verhaal kunnen vertellen.

Misschien dat we elkaar nog een keertje ontmoeten, het Kerstverhaal wordt tenslotte ook ieder jaar opnieuw verteld, deze keer was het Trudie, maar het hadden ook andere namen kunnen zijn.