Brabants Licht - uit de papieren harem
van Ad Willemen (4) - 22 foto's

 

In 1938 verbleef de schrijver Philippe Soupault samen met zijn vrouw Ré een tijdlang in Tunis. Terwijl de eerste werkte aan een opdracht van de Franse regering,  deed zijn vrouw iets buitengewoons. Van een politiechef en een sjeik wist zij toestemming te krijgen om een fotoreportage te maken in het ‘quartier reservé’ van de Tunesische hoofdstad. Het betreffende stadsdeel werd bewoond door vrouwen die door hun familie of echtgenoten verstoten waren en die als prostituee moesten zien te overleven. Het duurde overigens een halve eeuw voordat Ré Soupaults foto’s voor het eerst gepubliceerd werden. Dat gebeurde in een prachtig Duitstalig boek met de veelzeggende titel  Eine Frau allein gehört allen. 

Ik moest aan dit boek denken toen ik de ansichtkaarten van Noord-Afrikaanse vrouwen zag die deze keer een belangrijk deel van onze selectie uitmaken. Want het kan haast niet anders of een aantal van hen moet zich op deze manier geprostitueerd hebben. Er is echter een duidelijk en groot verschil. Terwijl Ré Soupault  sterk betrokken en met respect de Tunesische vrouwen fotografeert als personen met hun eigen trieste levenslot, hebben de makers van deze ansichtkaarten bijna uitsluitend oog voor de exotische en vooral erotische aspecten. Dat de kaarten gewoon met de post verstuurd werden, wijst erop dat in elk geval de wereldlijke autoriteiten er geen aanstoot aan namen.

De ansichtkaarten in het tweede deel van deze aflevering hebben voornamelijk betrekking op vrouwen uit  streken ten zuiden van de Sahara. Meer als curiositeit natuurlijk dan omwille van de schoonheid zit ook de min van de Ethiopische keizer Haile Selassie  erbij. Zo althans wordt de ruim bedeelde vrouw op de kaart genoemd: ‘ La Nourrice du Negus d’Abbisyne’.  Ze vormt een groot contrast met de verfijnde, kuis ogende Japanse dame die ditmaal de serie besluit

 Joep Eijkens