Brabants Licht - Theo Hol - Frente una tienda (5)

Theo Hol vervolgt zijn serie Frente una tiende met vier foto’s. Hij schreef er zelf de bijschriften bij..

 

‘Hipolito (links) en Juan stammen uit een muzikantengeslacht. Hipolito roert nog steeds de trom in de Banda van Alto Lucero, Juan is er om gezondsheidsredenen enkele jaren geleden mee gestopt. Een Banda is het mexicaanse equivalent van een fanfare. Op een enkele pauk na zijn er louter blaasinstrumenten. De Banda werd zestig jaar geleden opgericht door Beto, de oudste van Juan en Hipolito’s 18 broers en zussen. In hoogtijdagen  telde de Banda zo’n 30 actieve leden, het merendeel familie. Zowel bij religieuze als bij wereldse feesten en partijen in de wijde omgeving was de Banda een veelgevraagde attractie. In de loop der jaren zijn de optredens evenwel minder talrijk geworden en telt de Banda nog 7 actieve leden: de jongste is 20, de oudste 85. Beto wordt met respect bejegend en mag zich vanwege zijn verdiensten voor de gemeenschap Don Beto noemen.’

 

‘Angelica fotografeerde ik eerder voor mijn Mariastraatproject (zie www.theomexico.exto.nl).       Ze was toen zestien, zat op de middelbare school en droomde ervan te gaan studeren.  Nu, twee jaar later is ze gehuwd. Qua leeftijd zou haar echtgenoot haar vader kunnen zijn. Aangezien hij op een boorplatform in de Golf van Mexico werkt is hij weinig thuis. Daar zit Angelica niet mee, want met een “petrolero” heeft ze een goede partij getrouwd. Dat is belangrijker dan zijn aanwezigheid. Overdag slentert ze, haar zoontje op de arm, door het dorp. Een tweede baby is op komst…’.

 

‘Pantaleon is Angelica’s grootvader. Pantaleon is misschien wel de meest frequente bezoeker van de hangplek. Pantaleon is “flocho”, lui, weet iedereen in Alto Lucero te vertellen: de poetshuizen van zijn vrouw zijn op de vingers van twee handen niet te tellen. Lezen en schrijven heeft hij nooit geleerd. Pantaleon heeft genoeg aan de letter X om te weten welke bus naar Xalapa gaat en die wetenschap heeft hij hooguit eenmaal per jaar nodig. Eénmaal is Pantaleon door zijn zoon meegenomen naar Mexico Stad. De metro was zijn grootste belevenis, daarover vertelt hij nog dagelijks.’

 

‘Gaudencio is niet erg spraakzaam. Hij is een adept van Trini Lopez, de  burgemeester van Alto Lucero. Het verhaal over haar corruptie (zie Frente una Tienda  1) is volgens hem met het oog op de verkiezingen in september bedacht door politieke tegenstanders. Trini heeft hem een baantje bezorgd. Hij doet “iets” op het stadhuis, maar niemand weet eigenlijk wat.
Waarschijnlijk betekent “iets” in dit geval  “niets”. Gaudencio hoopt ooit zelf tot burgemeester van Alto Lucero te worden gekozen.’