CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - reacties van lezers

Reacties op Devotieprentjes in woord en beeld - De Heilige Kindsheid

 

Ed Dalderop geeft in een uitgebreide reactie een welkome aanvulling op de tekst over de H. Kindsheid. Ik vind zijn bijdrage ook interessant voor andere lezers zodat ik hem uitgebreid citeer:

 

" …misschien nog enigszins ter aanvulling, iets over die lapjeskrans om onze halsjes.

ik denk dat je doelt op het scapulier, of liever de scapulieren die daar waarschijnlijk in het spel waren.

Wat mijzelf betreft namelijk herinner ik me dat ons werd uitgelegd dat verschillende groepen kloosterlingen ook een soort sympathisantenclubjes hadden opgericht, die bij feestelijke gelegenheden én bij hun begrafenis (dat werd heel consequent als een feestelijke aangelegenheid opgevat destijds!) een stukje van hún  habijt mochten dragen.

 

Een scapulier heette dat: de losse lap die als een soort schort rond hun hals hing, en vóor en achter tot op de grond reikte.

Dat was bij de leden van die sympathisantenclubs intussen om praktische redenen wat verkleind geraakt omdat je er anders over struikelen zou, eerst tot een kort lapje tot je midddel, en daarna tot niet meer dan twee koordjes met een minuscuul lapje daaraan genaaid.

 

Daar stond wel tegenover dat je intussen tegelijk van drie of vier verschillende van die clubs lid mocht worden zodat er intussen vier verschillende kleuren lapjes aan elkaar genaaid waren, de grootste niet meer dan ongeveer vier bij vier centimeter, en de andere drie telkens een beetje kleiner daar bovenop genaaid zodat je alle vier de kleuren kon zien: zwart, bruin, wit en blauw - ik ben vergeten welke Orden het waren, alleen dat het ging over heel oude, en dat het blauwe van de Carmelitessen was. En dat die lapjes zowel voor als achter anderhalve decimeter afhingen, zodat je het onmogelijk los kon dragen, er moest altijd een speld aan.

 

 Maar ook daar was in voorzien: de kerk kón soms heel praktisch zijn juist bij liturgische zaken.

Als lid van de Kindsheid kreeg je dat samengestelde scapulier namelijk door de Deken van de stad ("namens de bisschop") in de kerk plechtig uitgereikt ("opgelegd" heette dat), maar er werd bovendien een kleine medaille bijgeleverd. En die kon dus op haar beurt weer dienst doen als vervanging van dat onhandige koordjesding.

 

 Tot mijn spijt bleek het niet de bedoeling dat die piepkleine medaille aan een halskettinkje moest hangen, zoals ik wel gehoopt had, maar ze werd door je moeder met een sluitspeld aan je onderhemd vastgemaakt.

Ik mocht het ook wel een tijdje  zelf doen, maar dat was moeilijker dan het leek, je prikte je regelmatig op onverwachte plekken, vooral als het pas wat later ónder je kleren losschoot, ik was zelfs wel eens bang dat het in mijn hart kon prikken.

Dat moeilijke gold trouwens ook voor het erafdoen, dus dat lieten we , als wij in bad moesten en ons hemd in de was, graag aan ons moeder over.

 

Soms werd het dan wel eens vergeten en kwam ook de medaille in de was terecht. Daardoor weet ik dat het blauwe glazuur dat erop leek te zitten, er gewoon afgewassen kon worden. Ik heb nog wel bij de frater gevraagd of dan ook 'de kracht er afging', maar hij meende van niet.

 

Het koordje met de lapjes raakte zodoende al gauw in onbruik, en kwam al gauw tussen het speelgoed terecht.

Daar heb ik het wel eens gebruikt als gewoon touwtje om het klapperende zolderraam vaster te zetten  toen het eens hard waaide, al twijfelde ik wel of dat niet te oneerbiedig was.

Toen het daarna juist veel harder ging waaien en het raam zelfs lossloeg - daar had je het al! - begreep ik, een beetje benepen, wel dat dat daarboven kennelijk niet op prijs gesteld werd, en durfde ik het niet aan mijn vader te vertellen. Maar zulke dingen kon je gelukkig biechten, dan was het evenwicht weer hersteld.  

Alleen was ik het ding sindsdien wel kwijt, zodat ik opnieuw de frater consulteerde of die medaille óok kon dienen als vervanging van een scapulier dat ik niet langer meer in stoffelijk bezit had. Maar gelukkig was dat zo, volgens hem.

Het dragen werd een tijdlang gewoonte, tot het op een goed moment blijkbaar toch in onbruik geraakt bleek, zonder dat ik het gemerkt had. Ik hoopte er maar het beste van.

 

Ja, je had als katholiek kind soms wel veel kleine zorgen. Het is echter achteraf toch wel leuk je zulke dingen weer te binnen te kunnen brengen naar aanleiding van jouw prentjes, ga er dus maar lekker mee door!"