CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 18

Elke week op zondag een nieuwe aflevering

De heilige Rita van Cascia

 

In twee plaatsen in onze provincie wordt de H. Rita bijzonder vereerd, vooral als patrones voor hopeloze gevallen en voor b.v. succes bij examens. In de Boskant, gemeente St. Oedenrode, staat sinds 1956 de H. Ritakerk. Bouwpastoor Teurlings bracht de verering van de heilige daar op gang en die gaat nog steeds door. Op haar feestdag - 22 mei – worden de zogenaamde Ritarozen gezegend en door bezoekers als heilbrengend mee naar huis genomen.

In Eindhoven is er in de paterskerk – de kerk van het H. Hart van Jezus – een aparte kapel die toegewijd is aan de H. Rita. Ook daar vindt op 22 mei een zegening plaats van "Ritarozen."

 

Wie was de H. Rita?

 

Rita Lotti werd in 1381 geboren in Roccaporena, een dorpje bij Cascia in Umbrië, Italië. Al op jonge leeftijd (12 jaar) wordt ze uitgehuwelijkt aan Paolo Mancini, een man met groffe omgangsvormen die ze op zachtmoedige manier weet te corrigeren. Ze wordt moeder van twee zoontjes. Twintig jaar na de bruiloft wordt haar echtgenoot slachtoffer van een politieke moord. Deze gebeurtenis verandert Rita’s leven. Ze weerhoudt haar zonen ervan wraak te nemen, ze verzwijgt voor haar familie de naam van de moordenaar. Ze wil geen wraak maar vergeving en verzoening. Enkele jaren later sterven haar zonen. Rita trekt zich dan vaak terug op de berg Schioppo die een mooi uitzicht biedt op de omgeving en tot meditatie stemt. Al voor haar huwelijk wilde ze naar het klooster en nu komt dat idee weer terug. Ze meldt zich bij de Augustinessen in Cascia, maar ze wordt geweigerd. Ze blijft bidden en hopen en dan krijgt ze een nachtelijk visioen waarin ze door Johannes de Doper, de H. Augustinus en St. Nicolaas van Tolentijn op geheimzinnige wijze naar het klooster wordt geleid. De deuren gaan nu wèl voor haar open. In de kleine kloostergemeenschap valt ze als novice op door haar liefde voor de gekruisigde Christus. Ze bidt vurig om Jezus’ lijden te mogen delen. Haar wens wordt vervuld. Een doorn uit de doornenkroon van Jezus schiet in haar voorhoofd en veroorzaakt daar een wond, die tot haar dood – vijftien jaar later - niet dichtgaat. Op het prentje heeft de tekenaar dat moment in beeld gebracht.

De rozen op het prentje verwijzen naar een wonderlijk gebeuren: Toen Rita op haar sterfbed lag, vroeg een familielid waar men haar een plezier mee kon doen. Zij vroeg om een roos uit de tuin van haar geboortehuis. Hoewel het winter was, bleek er aan een besneeuwde rozenstruik één bloeiende roos te staan.

Meteen na haar overlijden in 1457 vonden er wonderbaarlijke genezingen plaats door haar voorspraak. Zo werd b.v. de man die haar doodskist maakte genezen van een ernstige vorm van kreupelheid.

 

In 1628 werd ze zalig verklaard. De verering van de H. Rita had zich toen al over Europa verspreid. Het duurde echter nog tot 1900 voordat de paus haar heilig verklaarde.

 

 

Bronnen: zie inleiding