CuBra
Inhoud Devotie- prenten
Inhoud De Croon
Home
Speciale bijdragen
Rijk rooms leven

CuBra rubriek van Gerard de Croon

U kunt reageren

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Gerard de Croon

Devotieprentjes in woord en beeld - 85

Elke week een aflevering

De erewacht

Net als in de vorige aflevering zien we ook nu een  vouwprentje.  Het jaar van publicatie wordt niet vermeld, maar aan de vormgeving te zien – vooral de randversiering - komt het uit de periode rond 1900 -1910. Vermoedelijk dateert het uit de periode waarin Pius X paus was. (1903-1914)

Het prentje is in Duitsland gedrukt bij  Uitgeverij B. Kühlen in Mönchen-Gladbach en dat bedrijf bestaat nog steeds.

 

Het geldt voor de ingeschrevene als  bewijs van lidmaatschap van de Aartsbroederschap “de Eerewacht v.h.H.Hart van Jezus”.

Op de twee binnenzijden is te lezen wat deze organisatie van haar leden verwacht en wat die voor hun inzet kunnen verwachten, namelijk gedeeltelijke of volle aflaten.

Voor het vervullen van een wachtuur had Paus Pius XI ( 1792-1878) zelfs een heel bijzondere aflaat in het vooruitzicht gesteld, volgens de tekst op blz 2 van het prentje, namelijk zeven jaren en zeven maal 40 dagen. Als dat geen aantrekkelijk aanbod is ….

 

Een aartsbroederschap is volgens het WNT: in de Kath. Kerk. De hoofdbroederschap, waarmede andere broederschappen in verbinding staan.Tja, het is geen verhelderende definitie, maar het komt me voor dat in een (aarts-)broederschap mannen en vrouwen zich konden verenigen om samen religieuze activiteiten te verrichten. Een heel bekende aartsbroederschap – ook in onze streken - was die van de H. Familie. Gehuwde katholieke mannen werden in de tijd van het Rijke Roomse Leven geacht daar lid van te worden en naar de zondagse middagbijeenkomsten in de parochiekerk te gaan, waar een priester een preek afstak en de aanwezigen enkele godsdienstige liederen zongen. Dat is ten minste het beeld dat ik ervan heb, gebaseerd op uitlatingen die ik destijds her en der opving. Mijn grootvader( 1862-1950) was “lid van de H.Familie” en zelfs heel lang. Bij zijn zestigjarig lidmaatschap  - diamanten feest dus - kreeg hij een koperen medaille met een afbeelding van de H.Familie erop als blijk van waardering. Helaas was toen de scherpte van zijn geest niet meer optimaal en dat verklaart dat hij op de gekregen medaille duidelijk een klein diamantje zag zitten ter hoogte van de schouder van de afgebeelde H. Jozef. Met een scherp mesje had hij het bewuste plekje net zo lang schoongekrabd dat er een glimmend stukje van de ondergrond was vrijgekomen en op dat plekje zat het bewuste diamantje, hield hij stug vol. Nou ja, als je iets vast gelooft …..

In de tekst is ook nog een aardig overzicht te vinden van een aantal feestdagen. Voor moderne lezers zal de naam Maria-Zuivering ( 2 februari) het meest mysterieus klinken. Tegenwoordig heet dat feest meestal Maria Lichtmis, wat overigens ook raadselachtig klinkt.

Veertig dagen na de geboorte van Jezus moest Maria naar de tempel om daar een offer te brengen

om weer “rein” te worden na het baren van een kind: zuivering dus. Zo was het voorgeschreven in het boek Leviticus. In navolging daarvan moesten ook alle katholieke moeders de zgn kerkgang maken als ze een kind gekregen hadden, voordat ze weer konden deelnemen aan de eucharistieviering.

Mijn eigen moeder heb ik dat ook zien doen toen in 1946 mijn jongste broer geboren was. Ze zat apart op een bidstoel in de zijbeuk van de kerk en de pastoor kwam naast haar staan en legde een deel van zijn stola om haar schouders, als ik me goed herinner, waarna ze samen min of meeer hardop een gebed lazen van een papier. Ik geloof dat ze daarna de zegen kreeg waarmee haar  zuivering een feit was.

Dit ritueel raakte in onbruik en de kerk legde daarna meer de nadruk op de herdenking van de opdracht van Christus in de tempel op de 40e dag na zijn geboorte. De bijhorende processie met veel kaarsen leidde tot de naam Maria Lichtmis.

Een uitgebreide uitleg is te vinden bij katholieknederland.nl