Wielrennen
is een katholieke sport. Schaatsen niet, kaatsen nog minder. In het
peloton zijn geen Falko’s, Idsen en Rintjes. Het lijden, sterven en
weer opstaan uit de dood is niet alleen voorbehouden aan gelovigen. Je
moet zelfs katholiek zijn - of minstens katholiek zijn opgevoed- om een
goede wielrenner te worden. Vandaar dat Italianen en Belgen al jaren de
lakens uitdelen in het peloton. God straft zelfs iedere niet-katholiek
die het toch wil proberen: Raymond Poulidor en Joop Zoetemelk werden
samen ontelbare keren slechts tweede achter rechtgeaarde katholieken.
Ha, hadden ze maar het juiste geloof moeten hebben! Fausto Coppi ging er
met ‘de dame in het wit’ vandoor en húp, het betekende
meteen het einde van zijn carrière. Gerechtigheid.
Een
paar jaar geleden werd in de nacht vóór de openingsklassieker
Milaan-San Remo de favoriet Maurizio Fondriest opgebeld met de
mededeling dat zijn vrouw weeën had. ‘Als het een meisje is, moet
ze Maria Vittoria heten’, zei hij, draaide zich om en sliep door.
De
dag erop won hij wel op magistrale wijze de Primavera: op de Poggio
demarreerde hij en de laatste rechte kilometers vloog hij alleen op de
streep af, ja: de laatste honderd meter sprintte hij zelfs onder het
luid roepen van de naam ‘Maria
Vittoria, Maria Vittoria’!
Gevraagd
naar zijn merkwaardige gedrag en tegen wie hij had gedacht te sprinten,
antwoordde hij dat hij niet tégen iemand had gesprint, maar vóór
iemand. Niet Fondriest, maar het katholicisme had gewonnen.Tilburg is
katholiek, zo katholiek als maar kan. Maar welk plekje is nou het
katholiekst? Kan katholiek-katholieker-katholiekst eigenlijk wel?
Natuurlijk! De fraters vonden ons toch nooit katholiek genoeg, de buren
waren toch altijd katholieker en monseigneur Bekkers was toch altijd het
katholiekst?
Een
kerk misschien? Nee, te voor de hand liggend. Een kapelletje? Nee, de
ingetogenheid zit er te diep ingebakken. Het kerkhof met alle heiligen
misschien? (De H. Rita is mijn favoriet sinds ik weet dat ze de patrones
is van alle ‘hopeloze en onmogelijke zaken’: da’s pas
opoffering!) Zou kunnen.
Maar
mijn favoriete, katholíekste plekje is toch de Zouavenlaan. ‘Zouaven’
waren jongens die in de vorige eeuw naar Rome trokken; zij waren
misschien minder aangetrokken door bijbel en kruis, maar dès te meer
door vuur en zwaard! Meer dan 3.000 Nederlandse, lees ‘Brabantse’,
jongens zijn in Italië de onafhankelijkheid van Rome gaan redden. Ons
land, lees ‘Brabant’, heeft verreweg de meeste Zouaven geleverd!
En
daarom is de Zouavenlaan de katholiekste laan, en daarom moet het
wereldkampioenschap wielrennen in 1999 in Tilburg georganiseerd worden:
100 rondjes Burgemeester van de Mortelplein met start en finish aan de
Zouavenlaan.
Als
dat gebeurt, ga ik weer hard trainen en vooral iedere zondag weer naar
de kerk en dan word ik misschien wel wereldkampioen en dan kom ik toch
nog in de hemel. Kijk, dát geloven: da’s pas katholiek!