Het
is nog niet zo gek lang geleden dat het gezicht van de V&D-ingang
niet bepaald werd door Allee-ventende daklozen, doch door
hangerige pubers.
Vooral
op koopavonden waren deze niet bijster kansrijke jongeren prominent bij
de ingang aanwezig. Deze aanwezigheid werd door het winkelend publiek
als uiterst bedreigend ervaren.
Persoonlijk
vond ik dat wel meevallen. Enkele leden van de V&D-groepering
behoorden namelijk tot mijn kennissenkring, zodat ik zo nu en dan op
visite kwam wanneer de jongeren op donderdagavond hun spreekuur hielden.
Want
veel meer dan een spreekuur was het niet. Er werd weliswaar af en toe
wat gebreakdanced of tegen een leeg colablikje aangetrapt, maar er werd
bovenal ontiegelijk geouwehoerd. En daar was niets bedreigends aan.
Afstompend was het des te meer.
Zo
herinner ik mij nog deze dialoog tussen twee V&D'ers, die in zijn
stompzinnigheid werkelijk briljant was:
"Wanneer
gifde gij men onderhaand 's die 12-inch van Run D.M.C. trug?"
"Ksèèm
kwèèt."
"Zèède
gij 'm kwèèt?"
"Jao,
'ksèèm kwèèt."
"Dè
gij 'm naa toch kwèèt zèèt, zèg!"
"Jè,
ik snap 't ok nie, mar 'k zèè'm toch ècht kwèèt."
Een
derde V&D'er wendde zich tijdens deze conversatie tot mij en sprak:
"Daor worde nie mèèlig van, hee, van dè 'Ksèè'm kwèèt', daor
worde nie mèèlig van. Hij zee niks as 'Ksèèm kwèèt. Daor worde nie
mèèlig van!"
Minderjarige
Klisjeemannetjes waren ze, die V&D'ers. Dankzij hun onvoorwaardelijk
geloof in De Kracht Van De Herhaling konden zij ieder gesprek tot in het
oneindige rekken. Sluitingstijd haalden ze dan ook makkelijk met hun
gekeuvel. En zelden werd daarbij de ingang verlaten, al gingen soms
enige V&D'ers naar binnen om op de sportafdeling de nieuwe
trainingspakken te gaan bekijken.
Wanneer
ze zich naar deze afdeling begaven, waren de V&D'ers immer euforisch
gestemd. Zij waanden zich reeds eigenaar van de glimmende kostuums.
"Ik
denk da'k 'n XL vat."
"Gij
'n XL? Daor verzöpte gij in, man, schraolen bats!"
De
trainingspakken bleken echter altijd te duur te zijn. Teleurgesteld
keerden ze dan weer terug bij hun pleisterplaats bij de ingang, waar de
kringgesprekken weer hervat werden.
"Hoe
lang hèdde gij naa verkering?"
"Twee
jaor, vier maond, drie weeke en 'n paor daoge."
"A1
twee jaor, vier maond, drie weeke en 'n paor daoge?"
"Jè,
ik wies irst ok nie' dè w' al twee jaor, vier maond, drie weeke en 'n
paor daoge verkering hadde, mar..."
Aanvankelijk
vond ik het erg amusant om deze gesprekken af te luisteren, maar ik
ontgroeide de V&D'ers, en de V&D'ers ontgroeiden de V&D.
De
vraag is nu nog: of zij ook hun toenmalige conversatieniveau ontgroeid
zijn.