Met
een dubbele hamburger in mijn ene en een dubbele cola in mijn andere
hand wandelde ik over het Piusplein. Al happend en drinkend stond ik
opeens voor de zaak van de firma Ph. Hoendervangers, gespecialiseerd in
'Hoeden en Petten'.
Ik
zag de BigMac in de etalageruit in schril contrast met de winkel
spiegelen. Het was alsof ik kwam van Goliath en nu stond voor David. Ik
voelde dat er iets niet klopte.
Gedoodverfde
favorieten horen te verpletteren óf te verliezen, peinsde ik. Eén van
de twee. Nederland-Malta is alleen leuk bij 12-0 óf bij 0-1, maar is
ronduit saai bij 3-0. Doen favorieten niet wat ze moeten doen, dan
verliezen ze hun sympathie; alleen echte lievelingen horen gewoon te
winnen, liefst zelfs nog tegen de verdrukking in, want dat geeft ook de
burger moed. Slimme gedoodverfde sporters weten dat: zij manoeuvreren
zich vooraf in zo'n uitzichtloze situatie, dat de sympathie weer aan hun
kant ligt; dankzij karakter en doorzettingsvermogen winnen ze dan toch,
en eeuwige roem is verder hun deel. Zo versloeg Rocky I samen met II,
III, IV èn V de gehele Sovjet-Unie. Willem van Oranje trotseerde met
wat armzalige Geuzen zo het hele wereldrijk van Filips II. Maar niemand
lag wakker van wéér een Tour-overwinning van Indurain, en Nederland
kan het wereldkampioenschap korfballen nog tientallen jaren ongestoord
van België winnen: dood- en doodsaai.
De
ware sympathie ligt immers altijd bij de underdog.
In
de zakenwereld is het niet anders. De firma Ph. Hoendervangers bokst in
zijn eentje op tegen het grootkapitaal. Cafés rukken op, terrassen
verdringen de toegang, McDonald's ontsiert het uitzicht, maar deze
Hoendervangers blijft onverstoorbaar, als een rots in de branding, zoals
het een echte 'Ph.' betaamt.
Maar
niet alleen de uitzichtloze situatie vertederde me, ook de nering:
hoeden en petten. Wie draagt er nog een hoed, wie nog een pet?
Een
overijverige yup zie je weleens met een hoed, een ambtenaar-in-ruste nog
met een pet, maar verder niemand.
Het
vergaat de hoed en de pet als de plusfour en het korset.
Daarom
zal de winkel van de firma Ph. Hoendervangers ooit vervangen worden door
een filiaal van een uitzendburo, een winkel in goedkope spijkerbroeken
of weer een megastore in cd's. De nieuwe eigenaar zal de gevel heel
vooruitstrevend voorzien van kunststof, de houten voordeur vervangen
door een rolluik en op de plaats van de kassa vast een chipknip
plaatsen.
Hoendervangers'
dagen zijn kortom geteld. Methusalem heeft ook eens het bijltje erbij
neer moeten gooien. Maar toen ik voor de winkel stond, hoopte ik toch
dat deze David het nog heel lang zou volhouden tegen al die Goliaths,
als het laatste bolwerk van de kleine zelfstandige, als symbool van het
Tilburg zoals het eens was.
Na
de laatste hap en de allerlaatste slok deed ik daarom een stap terug en
nam mijn petje af voor deze Ph. Hoendervangers, die heel alleen op het
Piusplein tegen de verdrukking in een stuk oud-Tilburg conserveert, en
mompelde welgemeend: "Rocky, chapeau!"