INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Geschreven stad

Warandelaan - door Nick J. Swarth

 

In de tijd dat de grootsteedse allure Tilburg licht naar de bol begon te stijgen, eind jaren vijftig, werd in korte tijd een drietal buitenwijken uit de grond gestampt: het Zand, het Wandelbos en de Reit. Niet alle plannen werden doorgezet. Her en der resteerden in het landschap stille getuigen van projecten die waren opgestart, maar nooit werden voltooid. Zo lagen er in de kastelenbuurt (de Reit) enkele rijen fundering, plattegronden van huizen als het ware, overwoekerd door gras en brem. Van originaliteit verstoken grut speelde er vadertje en moedertje tussen muren van lucht.

Niet ver van deze kale fundamenten lag een plek die meer tot de verbeelding sprak. Het terrein, gesitueerd tussen de toenmalige Hogeschool en de Warande, fungeert tegenwoordig als parkeerplaats voor de KUB. Geconfronteerd met de huidige massa steen valt het zwaar te geloven dat dit gebied ooit appeleerde aan de fantasie. We noemden het 'De Witte Vlakte'. Klinkt als een naam uit een cowboyfilm, en zo zag het er ook uit: een duinachtig, dor, door hoge bomen omsloten zandveld. In het midden van het terrein een aantal raadselachtige torens. Ze staken fier uit de aarde, als ontluchtingskokers van een onderaardse burcht. In werkelijkheid waren het putten. Ze verklapten welk plan hier onvoltooid bleef: een ontsluitingsweg richting Taxandriëbaan, aan de andere kant van het spoor. Het witte zand, ongebruikelijk in de Warande, diende waarschijnlijk ter effening van de bodem.

Jaarlijks werd 'De Witte Vlakte' ten minste eenmaal aangedaan door een luidruchtig stampende kudde: het Kindervakantiewerk. Op hete dagen heerste er na het middaguur een zinderende stilte. Het zonlicht werd door het witte zand wreed weerkaatst. Je hoefde er maar naar te kijken en je tong was van leer. In het lommerrijke bos aan weerszijden van de vlakte puften groepjes kinderen tot het vijf uur sloeg, en ze weer naar huis mochten, stoffig en bezweet. Smerig werd je er sowieso. Smeriger dan die keer dat we een heuse waterval creëerden zijn we echter nooit geworden. De gemeente had op de vlakte een enorme berg zand geparkeerd, zeker acht meter hoog. Het had hevig geregend. Overal lagen plassen. We groeven boven een reservoir, en sjouwden het water uit de plassen in emmertjes omhoog. De waterval was een doorslaand succes. Al beweerden diverse moeders het tegendeel.

Als de vlakte nog bestond en haar verhaal kon vertellen, hield zij denkelijk haar mond. Een generatie werd er groot. Een 'indiaan' die zich in goed vertrouwen eens echt aan een boom liet binden, stond in die oncomfortabele positie langdurig met zijn broek op zijn knieën. En de kuilen aan de bosrand, die aanvankelijk dienstdeden als cavalerieforten, werden wachtkamers. 'Doctoren' van dubieuze faam hielden er spreekuur. 'Voor elk onderzoek in rok en broek' kon je er terecht. Clowns kwamen er niet aan te pas. We vermaakten onszelf wel, daar op 'De Witte Vlakte'.