CuBra

INHOUD GESCHREVEN STAD
HOME

TEKSTEN

AUTEURS
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Geschreven stad

Schaepmanplein - door Peter Embregts

Een heel enkele keer kom ik er weer: Het Schaepmanplein in Tilburg. Tegenwoordig heet het Horversplein. Waarom is mij niet helemaal duidelijk. Misschien door al die nieuwbouw destijds. Men vond schijnbaar dat met het opknappen van het plein niet alleen de oude huizen, maar ook de oude naam maar moest verdwijnen. Helaas zijn ook de plantsoenen van destijds verdwenen.

 

Wij woonden gelukkig nog in de oudbouw. Op het Schaepmanplein dus, met plantsoenen. Naast de tunnel, recht tegenover de kerk, met daartussen in het Maria-beeld, wat, zoals het toen hoorde, op de kop van het smalle plantsoen stond. En als echte katholiek, en dat was destijds praktisch iedereen, ging je elke zondag ter kerke in de Theresiakerk, zoals die nu nog steeds heet, al heeft het kerkgebouw de functie van Godshuis verloren. Ook verdwenen.

 

En ik ging niet alleen op zondag ter kerke, en later ook wel eens op zaterdag, maar ook door de week. Ja, dagelijks was er toen nog wel een kerkdienst, soms wel twee per dag, de Ochtendienst en de Avonddienst. Oorzaak van mijn veelvuldig bezoek aan de kerk was niet alleen mijn katholiek zijn, maar ook de voor mij, destijds belangrijke functie die ik vervulde. Jawel, zoals de meeste jongens van die tijd, was ik misdienaar. Dat hoorde zo. En omdat de koster, volgens mij heette hij Van Ginniken, ook bij ons op het Schaepmanplein woonde, wist hij mij altijd snel te vinden als er weer eens een andere misdienaar die voor die dienst op het lijstje stond, verstek liet gaan.

 

Erg vond ik dat niet, de koster was een vrolijke man, die je meenam op ontdekkingsreis in de kerk. Natuurlijk buiten de mistijden, wel te verstaan. Overal waren wel geheimzinnige gangetjes, trapjes en ruimtes. Een keer mocht ik zelfs de toren beklimmen via een steile ladder die tussen de gewelven ingeklemd zat. Best spannend. En boven aangekomen had je, toen voor mijn gevoel, een schitterend uitzicht. Je kon over de hele wijk uitkijken. En ook nog wel een beetje verder. De kerk, het gebouw ging aan je kleven. Buiten de kerkdiensten was het een vredig, mystiek, voor jouw gevoel een ontzettende groot en warm gebouw. Ook al was het in de winter bijna niet warm te stoken. Het werd jouw kerkgebouw.

 

Tot de moderne tijd langzaam maar zeker zijn intrede deed. Langzaam maar zeker gingen veel mensen anders denken. Vrijer, moderner. En daardoor helaas ook minder socialer, al dacht men destijds juist het tegenovergestelde. Het individualisme sloeg toe. Er was sprake van vooruitgang.Men sprak elkaar minder aan, wat er met de directe leefomgeving gebeurde was eigenlijk niet zo leuk, maar daar bemoeide men zich niet meer mee, helaas.

 

De mooie plantsoenen verwilderden, werden woeste braakliggende landschappen. De gemeente deed in eerste instantie nog enkele pogingen om de omgeving op te knappen, wat resulteerde in nog meer woestenij. Mijn ouders, en vele andere gezinnen in de omgeving, hebben dat alles een tijdje met lede ogen aangezien. Tot opeens de gelegenheid zich voordeed om te verhuizen naar een mooie, nieuwe woonomgeving. Het Wandelbos wel te verstaan.

 

En zo werd ik ineens van mijn vertrouwde, mijn eigen kerkgebouw weggerukt. Niet dat ik daar op die leeftijd zoveel besef van had, pas op latere leeftijd realiseerde ik mij dat.

Enkele jaren later slaagde men, zo dacht men toen, er wel in om het plein en de omgeving in ere te herstellen. Dat hiervoor de oude karakteristieke bebouwing en het groen op het plein moesten wijken, ook dat hoorde bij de modernisering.

 

Wat ook een gevolg was van de individualisering, was het afnemen van het aantal kerk-bezoekers. Dit aantal liep in de loop der jaren zover terug, dat men genoodzaakt was om het kerkgebouw als Godshuis te sluiten. Er werd besloten om "het gebouw aan de Eredienst te onttrekken", zoals dat formeel verteld werd.

Gelukkig zag men tegen die tijd in dat niet alle aspecten van vooruitgang nuttig zijn, en besloot men het kerkgebouw te behouden en een nieuwe bestemming te geven.

Er werd zelfs weer leven in het gebouw gebracht, er werden stadsvilla’s in gebouwd.

 

Toch doet mij dat een beetje pijn, andere mensen, die nu wonen in mijn kerkgebouw. Het hart van de kerk is gelukkig gespaard gebleven, het schijnt dat het altaar, staande op het marmeren verhoogde plateau nog steeds aanwezig is.

Graag had ik ooit nog eens de kerk van binnen willen zien, misschien de oude warme gevoelens van vroeger weer willen ervaren. Dat zal wel nooit meer gebeuren, maar ik troost mij met de gedachte dat het kerkgebouw is blijven bestaan.

 

Eigenlijk is het ook maar goed dat de naam van het Schaepmanplein is veranderd in Horversplein. Dat klinkt strakker, zonder karakteristieke woningen, zonder plantsoenen en vooral zonder Mariabeeld.