Paul
Vlemminx
Aan
zoetlief Gerritje
Et
Venus in Silvis *
De
minnar blijft u trouw,
o
Meierijse vrouw,
zo
helderziend en vroed
en
minzaam van gemoed,
die
mij hebt rijk gemaakt
en
diep in 't hart geraakt.
Uw
eenvoud maakte mij
welvarend
aan uw zij.
Geen
scheiding is er meer,
want
ik bezit u weer,
die
mij hebt ingewijd
in
liefdes eeuwigheid.
Geen
scheiding kan er zijn
voor
twee die alle schijn
van
aardes wankel goed
vertreden
met de voet
en
leven zonder buur
ten
lusthof der natuur.
Toen
in de wintertijd
verdween
de groenigheid
van
zomers loverhuis
-
lentes doorzongen kluis -
hebben
we luw ons nest
temidden
mast gevest.
Daar
ben 'k uw liefste gast,
die
zó goed bij u past
dat
gij met uw geduld
mijn
liefste wens vervult
Daarom
kies ik uw schoon
voor
altijd tot mijn woon.
Als
na de voorjaarsbloei
zal
volgen zomergroei,
zal
't najaar wel voluit
gedijen
met zijn fruit,
zodat
te wintertijd
gij
niet alleen meer zijt
*)
Lucretius v 962
Ook
in Den Bosch
is
de godin der liefde los:
zij
koppelt in het groenewoud
zo
jong als oud
in
dartle min.