Triangel
voor Den Bosch
Droomeiland,
den
bosch op vaders knie
in
hopgalop naar 't zoete gerritje
voorbij,
voorbij, voorbij Luilekkerland
bij
gulliver en andere reuzedwergen-
turend
van ver als veldheer op de veste
begroette
ik den eerste boer den beste.
Mistig
fantoom,
meimorgen
met muziek
moe
voeten slepend naar 't schip sint jan,
de
erwtenman, waar is de erwtenman?
droomdwalend
tusssen veelbewogen benen
kramen
en klanken
klokken
uit de toren
orgeldreun,
drommen,
liep
ik schreiende
in
de paradestad schreiende
verloren.
Bouwafbraakstad
een
baksteenbastion
bewaakt
het schrijn
waar
tijd tot eeuwigheid vergleed
wegwiggen
rukken zich vooruit
en
voeren toekomst aan
dag
morgenstad, roep ik...
maar
turend in het water
langs
de oude veste
zit
altijd nog de eerste boer de beste.