INHOUD HOENJET
HOME

OVERZICHT ALLE AUTEURS

OVERZICHT LEESTEKSTEN

Hans Hoenjet (Valkenburg 1953) publiceert onder meer in HP/De Tijd en NRC Handelsblad over moderne literatuur en actuele culturele verschijnselen. Als prozaschrijver debuteerde hij in 1989 bij de Arbeiderspers met de verhalenbundel 'De wraakengel'. Hij studeerde in Tilburg, waar hij samen met Tom America en Ed Schilders het studententijdschrift 'Stulp' oprichtte. Momenteel woont en werkt hij in Arnhem.

Hans Hoenjet

Beschouwingen over populaire literatuur

VAN MUZE TOT APOSTEL

Kort voor de dood van Scott Fitzgerald was zijn werk nergens meer verkrijgbaar. Bij zijn begrafenis in 1940, merkte een collega-auteur niet zonder leedvermaak op dat de schrijver van The great Gatsby was gestorven met de nalatenschap van een pauper en het testament van een miljonair. Zijn echtgenote Zelda kon bij de uitvaart niet aanwezig zijn. De artsen van de psychiatrische kliniek waarin ze was opgenomen, vonden het niet raadzaam haar met het ontzielde lichaam van Fitzgerald te confronteren. De schok zou te groot zijn voor de vrouw, die de discipel van de schrijver van de Jazz Age was geweest en haar leven eindigde als apostel van de Heer.

De onlangs verschenen fotobiografie Zelda Fitzgerald-An illustrated Life leest als een mild pleidooi voor eerherstel van 'die gekke vrouw'. Het oogstrelende koffietafelboek met reproducties van Zelda's olieverfschilderijen, schetsen en papieren aankleedpoppetjes die ze voor haar kleinkind fröbelde is een zoveelste poging tot rehabilitatie. Maar wie het essay van haar dochter Scottie leest, komt van een koude kermis thuis. Ironisch karakteriseert ze de pogingen van feministische academici om Zelda op te stoten naar het Pantheon van de letteren als een filmscript dat lekker wegleest, maar de werkelijkheid geweld aandoet. De legende dat zij door haar ziekelijk jaloerse echtgenoot werd gedwarsboomd bij haar pogingen een eigen artistieke carrière op te bouwen, verwijst de dochter van het echtpaar Fitzgerald met kracht van argumenten naar het rijk der fabelen. Scott moedigde haar juist aan, luidt haar oordeel. Wel steigerde hij van verontwaardiging toen ze 'zijn' autobiografisch materiaal over hun Europese jaren in haar roman Save me the Waltz had verwerkt. Fitzgerald wist dat ze kon schrijven, maar haar stijl was sentimenteel en geëxalteerd, haar vormgevoel gebrekkig. In haar College Humor-verhalen grossierde ze al in opgewonden gevoelsuitstortingen, gekunstelde metaforen en navelstaarderij. Waar Fitzgerald zijn gepolijste toon dempte, gooide zij er nog een schepje bovenop. Die dweperigheid was haar noodlot. Of ze nu schreef, danste dan wel schilderde, ze leverde zich zo fanatiek en ongeremd uit aan haar artistieke ambities, dat ze er letterlijk aan bezweek.

Zelda Fitzgerald was een nakomertje. Haar vader, rechter Sayre, gold als een koele, rationele man die op onbewaakte ogenblikken in driftbuien kon uitbarsten. Haar moeder adoreerde haar. De rijke familie Sayre uit Alabama kon bogen op een respectabele traditie van waanzin en suïcide. Zelda's grootmoeder en tante pleegden zelfmoord, haar zus Marjorie leed in haar jeugd aan zenuwinzinkingen en haar broer Anthony sprong uit een ziekenhuisraam, omdat hij krankzinnig was geworden van nachtmerries waarin hij zijn moeder probeerde te vermoorden. Van deze saillante details was Scott Fitzgerald niet op de hoogte toen hij verliefd op haar werd. In 1918 verbleef hij als luitenant in Camp Sheridan waar hij haar tijdens een dansavond leerde kennen. Hij hoopte weldra een heroische rol op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog te kunnen spelen, een verlangen dat nooit zou worden bevredigd en hem altijd bleef kwellen. Zelda was een aantrekkelijke jongedame, brutaal en eigengereid, verzot op schuine verhalen, drank en sigaretten. Ze was de belichaming van het verschijnsel 'flapper': een welbespraakte bakvis met kortgeknipt haar, afstandelijk, a-moreel en uitermate verleidelijk. Dorothy Parker zou haar later typeren als een meisje met een gezicht als een bonbondoos. Voor de geremde puritein en ex-katholiek Fitzgerald moet ze een openbaring zijn geweest.

Toen ze direct na hun eerste ontmoeting al het bed met hem deelde, reageerde hij verrast en geschrokken. Hoeveel minnaars had ze al versleten? En wie zouden er na hem volgen? Deze vragen knaagden aan zijn mannelijk zelfvertrouwen en zouden hem zijn leven lang blijven achtervolgen. In Alabama verloofden Zelda en Scott zich. Toen haar duidelijk werd, dat hij een armlastige schrijver was die hem niet meer dan een kleurloos bestaan kon bieden, verbrak ze de verloving. Zelda haakte naar luxe en glamour. Fitzgerald keerde terug naar New York, herschreef het manuscript van This side of paradise (1920) en bracht het onder bij uitgeverij Scribner's. Binnen korte tijd was zijn debuut een overrompelend succes, voor Zelda een reden om het contact te herstellen en met hem te trouwen. In een later opgedoken lijstje memoreert ze waarom ze zo plotseling van gedachten veranderde. Vier redenen waren van doorslaggevende betekenis voor de ommezwaai. Fitzgerald beschikte nu over de kwaliteiten die ze altijd had gezocht. Hij was niet alleen een aantrekkelijke verschijning en aangenaam gezelschap, maar ook nog beroemd en rijk.

Scott en Zelda trouwden op 3 april 1920 in St. Patrick's Cathedral in New York. De ouders van het bruidspaar kwamen niet opdagen. Dat symboliseerde de definitieve breuk met het verleden. Zelda had haar hele leven bij haar familie in Montgomery doorgebracht en wilde nu nog alleen maar zijn op plekken waar het leven groots en meeslepend was. Het hectische New York beviel haar uitstekend. Haar leven zou nadien altijd chaotisch en onevenwichtig blijven.

De legende van Scott en Zelda als herauten van de Jazz Age en de belichaming van de 'Roaring Twenties' is nog steeds fascinerend, maar boeiender is de vraag hoe het mogelijk was dat ze zulke heftige gevoelens van bewondering en identificatie bij hun tijdgenoten opwekten. Voor veel Amerikanen symboliseerden ze het afscheid van de puriteinse negentiende eeuw. Het trauma van de Eerste Wereldoorlog moest vergeten worden, de economie maakte een geweldige boom door en de feestende nouveau riches en libertijnse jongeren genoten intens van de glans van Fitzgerald's society-helden. Dat zijn verhalen van noodlot en doem doortrokken waren, ontging de meesten.

Tijdens hun wittebroodsweken in New York shockeerden de Fitzgeralds de goegemeente met hilarische provocaties. Zelda danste op tafel, sprong in fonteinen en 'toonde haar knieën'. Ze was de ondeugende muze van Scott en het archetype van de vrijgevochten vrouw uit de jaren twintig. Het stel oogde als broer en zus en deed graag aan cross dressing: Fitzgerald als revuemeisje, zij als knappe jongeman. Talrijk zijn de ooggetuigeverslagen die reppen over hun hypnotiserende uitstraling en het erotiserende charisma. Zelfs de sardonische Smart Set - o.a, H.L. Mencken en Dorothy Parker - was onder de indruk van het paar en adopteerde hen als vertegenwoordigers van het Nieuwe Levensgevoel.

Maar achter die facade van spontane vrijmoedigheid en eeuwige dronkenschap lag de waanzin op de loer. Zelda's roemruchte conversatie was een mix van provocerend gelal, grootspraak en aanstellerij. Fitzgerald plagieerde haar idioom geraffineerd bij monde van Daisy in The great Gatsby. Ook al hing Scott graag de zelfverzekerde literaat en minnaar uit, Zelda's sensualiteit bracht hem uit zijn evenwicht en deed hem twijfelen aan zijn viriliteit. Hij was helemaal niet zo'n sexuele krachtpatser als hij leek, zo getuigen zijn minnaressen in de meest recente biografie die Jeffrey Meyers schreef. Dat Zelda hem in Parijs van homoseksualiteit beschuldigde, was het pijnlijkste en naar later bleek ongegronde verwijt dat ze hem ooit maakte.

Tijdens de jaren twintig pendelden de Fitzgeralds op en neer tussen Amerika en Europa. Het was een wereld van luxe hotels, sjieke vakantiehuizen en bars. De geboorte van Scottie en Zelda's moederschap brachten niet de gewenste stabiliteit in hun huwelijk. Over de periode op Long Island in 1922 - tijdens het schrijven van The great Gatsby - merkte Zelda op: 'Het was een uiterst alcoholische & chaotische tijd. Het was altijd theetijd of laat in de nacht.'

Zelda's eerste ernstige inzinking én het begin van Scott's creatieve impasse vielen vrijwel samen met de Beurskrach van Wall Street in 1929. Zo abrupt als de Roaring Twenties overgingen in de Depressie, zo plotseling manifesteerde de tekenen van schizofrenie zich bij Zelda. De voortekens dateerden al van begin jaren twintig. In Frankrijk deed ze een zelfmoordpoging nadat haar overspelige verhouding met een Franse vliegenier in 1924 was gestrand. Toen Fitzgerald al te intiem werd met danseres Isodora Duncan in St. Paul-de-Vence gooide ze zich met veel gevoel voor melodrama van de stenen trappen. En dan waren er de andere bizarre voorvallen. Aan de Rivièra wilde Zelda van de rotsen rijden ("I think, I'll turn of here'). Bij een andere gelegenheid ging ze voor de auto liggen en smeekte ze haar echtgenoot over haar heen te rijden.

Het waren allemaal voorafschaduwingen van de eerste ernstige zenuwinzinking, die volgde op Zelda's driejarige periode van intensieve ballettraining in Parijs. Op foto's uit 1930 kijkt ze geirriteerd en gespannen in de lens. Ze krijgt last van chronisch exceem en is nog maar een schaduw van het opwindende, knappe meisje uit de jaren twintig. Periodes van gekte en lichtzinnigheid volgen elkaar dan in rap tempo op. Scott Fitzgerald wordt verscheurd door schuldgevoelens en wanhoop. Hij correspondeert druk met haar artsen en ontwikkelt een theorie van de waanzin, waarin hij Zelda's labiliteit verklaart uit een gebrek aan chemisch evenwicht in haar lichaam, veroorzaakt door 'een tekort of teveel aan water, zaad of suiker'.

De bom in het huwelijk barst als ze in 1932 haar relaas over de tumultueuze jaren twintig in Frankrijk en het begin van haar ziekte fictionaliseert in Save me the Waltz. 'Je bent altijd een derderangs ballerina en schrijfster geweest,' tiert Scott, die zich pijnlijk bewust is van het risico dat zijn vrouw het autobiografisch materiaal gebruikt dat hij voor zijn roman Tender is the night heeft gereserveerd. Na het schrappen van bepaalde passages verschijnt Zelda's boek in aangepaste vorm bij Scribner's.

Tussen 1930 en 1948 verblijft Zelda in een reeks van sjieke Amerikaanse klinieken. Scott betaalt trouw de gepeperde rekeningen, bekommert zich op een afstand om de opvoeding van hun dochter en neemt zijn vrouw af en toe mee naar Miami, Cuba en andere vakantiebestemmingen. De weekenden en trips eindigen meestal in wederzijdse verbittering en vervreemding. Haar gemoedsschommelingen worden steeds onvoorspelbaarder.

De in Een namiddag van een schrijver (redactie Jan Donkers) gebundelde opstellen, waaronder de Crack Up-essays en het geruchtmakende Post-interview, tonen de opgebrande schrijver en echtgenoot in de herfst van zijn leven. Scott Fitzgerald sukkelt met zijn gezondheid, is alcoholist en probeert vergeefs zijn creativiteit en inspiratie te herwinnen. Hij leeft van verhalen voor The New York Evening Post, mislukt als scenarioschrijver in Hollywood en boekstaaft zijn filmervaringen in het postuum verschenen The last Tycoon (1941). De man die in de jaren twintig gold als een van de toonaangevende literaten van Amerika is in de vergetelheid weggezakt. Wanneer hij in 1940 aan een hartaanval overlijdt, is er geen boek meer van hem verkrijgbaar. Zelda is zoals het eufemistisch heet 'niet in staat' zijn begrafenis bij te wonen.

De laatste acht jaar van haar leven woont ze in bij haar hoogbejaarde moeder. Regelmatig moet ze weer worden opgenomen in de kliniek, waar ze bij wijze van therapie schildert, poppetjes knipt en lange wandelingen maakt. 'Daar gaat die gekke vrouw,' merken de bewoners van Montgomery op wanneer ze op snikhete dagen in dikke kousen en met een alpinopet op voorbij komt fietsen. Zelda heeft haar eindstation bereikt. Ze lijdt aan godsdienstwaanzin. Als apostel van de Heer probeert ze wildvreemden te bekeren en het pad van de deugd te wijzen. Het liefst schildert ze nu bijbelse taferelen. In 1948 breekt er een felle, uitslaande brand uit in de Highland kliniek. Negen vrouwelijke patiënten komen om in de vuurzee. Een van hen is de vrouw van Scott Fitzgerald. Men identificeert haar aan de hand van de verkoolde slipper onder haar verbrande lichaam. Uiteindelijk wordt ze begraven naast de schrijver die zijn dochter in een brief smeekte lief voor haar te zijn. Pathetisch vergeleek Fitzgerald haar met dwazen die slechts gasten op aarde zijn en gebroken decalogen met zich meedragen die ze niet kunnen lezen. Een toepasselijker grafschrift had hij voor zijn muze niet kunnen schrijven.


Zelda - an illustrated life. The private world of Zelda Fitzgerald. Uitg. Harry N. Abrams. ISBN 0-8109-3983-5. F 49.50.

Scott Fitzgerald van Jeffrey Meyers. Uitg. MacMillan Paperback. ISBN 0-333-63953-7. F 37.80.

F. Scott Fitzgerald - A life in letters. Editor: M.J. Bruccoli. Uitg. Simon & Schuster. ISBN 0684801531. F 38.95

 

TERUG NAAR BEGIN PAGINA
HOME

OVERZICHT ALLE AUTEURS

OVERZICHT LEESTEKSTEN