INHOUD HOENJET
HOME

INTERVIEWS

AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
SPECIAAL

Hans Hoenjet (Valkenburg 1953) publiceert onder meer in HP/De Tijd en NRC Handelsblad over moderne literatuur en actuele culturele verschijnselen. Als prozaschrijver debuteerde hij in 1989 bij de Arbeiderspers met de verhalenbundel 'De wraakengel'. Hij studeerde in Tilburg, waar hij samen met Tom America en Ed Schilders het studententijdschrift 'Stulp' oprichtte. Momenteel woont en werkt hij in Arnhem.

Hans Hoenjet

Het Zwitserlevengevoel van Henri Roorda

 

'Ik ben niet bang meer voor de toekomst sinds ik tussen de veren van mijn matras een geladen revolver verstopt heb,' schrijft de Frans-Zwitserse auteur Henri Roorda (1870-1925) aan de vooravond van zijn zelfmoord. Zeven jaar na de Eerste Wereldoorlog, wanneer de geest van Dada door Midden-Europa waart, boekstaaft deze wiskundeleraar zijn morele bankroet in het keurige Lausanne. Lucide noteert hij zijn hilarische invallen. 'Ik hou enorm van het leven,' bekent hij. 'Maar om van het schouwspel te genieten heb je een goede plaats nodig.'

Roorda's biecht verschijnt een jaar na zijn dood in Zwitserland onder de titel Mijn Zelfmoord. Wie de tekst bezorgde en waarom het boekje aanvankelijk onder de schuilnaam E, Ruckstuhl-Bonanomi het licht zag, zal wel altijd een raadsel blijven. Vermoedelijk hebben zijn vrouw en dochters weinig plezier beleefd aan zijn galgenhumor. In het voorwoord schrijft Roorda dat hij oorspronkelijk van plan was in het Grand Café van zijn vriend Fritz een lezing over zelfmoord te houden. Het slotakkoord van de voordracht moest bestaan uit zijn openbare zelfexecutie. 'Maar ik heb mijn idee laten varen,' meldt hij laconiek. 'Fritz had zeker geweigerd, want mijn zelfmoord zou een onuitwisbare vlek op de vloer van zijn achtbaar etablissement kunnen achterlaten.'

Het is maar goed, dat hij definitief afzag van die bloedige performance en zijn afscheid voor de vergetelheid behoedde met een boekje, dat zo humoristisch en genadeloos is dat zelfs de grootste pessimist er vrolijk van wordt. Ook Jeroen Brouwers - de ultieme chroniqueur van literaire bedrijfsongevallen - roemt Roorda vanwege de geestige en ironische manier waarop hij over het zwaarmoedige thema zelfmoord schrijft.

'Om mijn zorgeloosheid aan te wakkeren zal ik eerst een halve fles oude port leegdrinken,' kondigt Roorda monter aan. 'Misschien schiet ik mis.' Over dat laatste hoefde hij zich gelukkig geen zorgen te maken. De kogel trof hem recht in het hart en maakte een einde aan zijn getourmenteerd leven. Bij het lijk troffen de nabestaanden een kattebelletje aan waarin de zelfmoordenaar vol zelfironie meedeelt: 'Wanneer je dit briefje ontvangt ben ik dood (tenzij ik misgeschoten heb). Alles heb ik verbruikt, in mij en om mij heen, en dat is onherstelbaar.'

Dat klinkt als de bekentenis van een man die groots en meeslepend heeft geleefd, de zwanenzang van een Don Juan en een vitalistische kosmopoliet, maar wie de werdegang van Henri Roorda aan een nader onderzoek onderwerpt, komt tot de conclusie dat hier een verbitterde intellectueel spreekt, die nooit aan de tredmolen van zijn burgermansbestaan heeft kunnen ontsnappen. Hij droomde van euforie, geestdrift en verrukking, maar moest genoegen nemen met een leventje als schoolfrik en oppassend echtgenoot.

Hoewel hij Franstalig werd opgevoed, kwam Henri eigenlijk uit een rebels, Hollands nest. Hij was de zoon van Sicco Ernst Willem Roorda van Eysinga (1825-1887), toegewijd correspondent van Multatuli, en officier in het Nederlands-Indisch leger waar hij in aanvaring kwam met zijn meerderen. Zijn schimpvers 'De laatste dag der Hollanders op Java' oftewel 'De vloekzang van Sentot' werd door Douwes Dekker in de 'Aantekeningen en ophelderingen' van de Max Havelaar opgenomen, zodat het bombastische gedicht voor het nageslacht bewaard bleef. Nadat hij als beroepsmilitair was ontslagen en men hem van zijn pensioenrechten had beroofd, verdiende Sicco Roorda zijn brood als journalist, beheerder van een koffieplantage en ingenieur. Uiteindelijk zou hij na een kort verblijf in Holland en Brussel definitief domicilie kiezen aan het Meer van Geneve, vanwaar hij zijn bijdragen naar verschillende Nederlandse kranten stuurde.

Henri werd in 1870 geboren in België. In de Verzamelde Correspondentie van Roorda en Multatuli komt een brief uit 1886 voor waarin trots melding wordt gemaakt van atheistische opvattingen van de ouders. 'Ik tracht den invloed van het ouderlyke huis te doen zegevieren op dien der school,' schrijft de vader strijdlustig. 'By myn vyftien-jarigen Henry is dat ook gelukt. Te Lausanne heet hy "le paien" (= de heiden). Hy verraste my onlangs met een opstel, waarin hy op natuurwetenschappelijke gronden de wawelary van een domine en pastoor weerlegt.'

Sicco Roorda mag de prestaties van zijn zoon graag reveleren. Henri ontpopt zich als een leergierige en begaafde leerling, die al op jonge leeftijd theologische disputen aanging en ingewikkelde wiskundige problemen oploste. 'Hy legt zich op al zyn vakken toe, vooral op wis- en scheikunde,' meldt zijn verwekker. 'Hy loste onlangs een geometrisch vraagstuk op, tot algemeene afkeuring voorgelegd aan holl. aspirant-cadetten, omdat zelfs een ervaren onderwyzer er tegen was opgetornd.'

Een jaar daarna stierf Sicco Roorda. Douwes Dekker daalde enkele maanden later af in het graf. De zeventienjarige Henri en zijn stiefmoeder kwamen tot de pijnlijke ontdekking dat hun erfenis grotendeels uit schulden bestond. Een veeg teken. Geldzorgen zouden de zoon tot aan zijn zelfgekozen dood blijven kwellen. 'Ik zei het al: degenen die mij hebben opgevoed, waren geen koppige en gierige boerenpummels. Het waren edelmoedige utopisten,' oordeelt hij opvallend mild in zijn zelfmoordboek.

De eerste veertig jaren van zijn leven was Roorda vooral een ernstige mathematicus en bevlogen pedagoog. Hij studeerde af als ingenieur en werd leraar aan een middelbare school voor meisjes. Vlijtig inventariseerde hij de stand van zaken in het wiskundeonderwijs in het kanton Vaud. Tussen 1910 en 1925 schreef hij een driedelige methode voor rekenkunde, algebra en meetkunde, een oefenboekje voor hoofdrekenen, anarchistisch getinte artikelen over didactiek en Le pédagogue n'aime pas les enfants (1917) waarin hij zijn afkeer van het ouderwetse schoolsysteem ventileert. Hij werkte samen met de Spaanse anarchist Francesco Ferrer, hield lezingen en was fervent lid van de Internationale Bond voor de Rationele Opvoeding van het Kind.

Wortelde Henri Roorda's spleen in de verbittering over zijn vergeefse strijd tegen het onderwijssysteem dat hij zo haatte? Het besef dat zijn lezingen en artikels hem geen rode rotcent opleverden - zodat hij ertoe veroordeeld was tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd les te blijven geven - kon hem moedeloos en wanhopig maken. 'Elk jaar, elke dag, spui ik dezelfde regels en formules [...] Bepaalde zinnen heb ik zo vaak moeten uitspreken dat de weerzin ze me soms op de lippen doen versterven,' verzucht hij. Hij voelde zich een automaat en een maniak, ' een ambtenaar in de sociale machinerie', terwijl hij zo graag een geestdriftige vernieuwer had willen zijn.

Roorda's principiële bezwaren tegen het onderwijs brachten hem in een lastige positie. Tegen wil en dank voelde hij zich een gevangenbewaarder die kinderen moest volproppen met onzinnige weetjes en specialistische kennis. Verder vond hij dat leerlingen ten onrechte werden beschouwd als rebelse en luie sujetten die zich wilden onttrekken aan 'de eisen van het programma'. Hij moest ze met harde hand in het gareel houden. De dommen en middelmatigen konden het tempo niet bijbenen, de intelligenten verveelden zich stierlijk. Roorda geloofde heilig dat er meer rekening met de individuele aanleg van het kind moest worden gehouden. Egalitarisme en nivellering vond hij echter gruwelijk, want. hij was voor 'de aristocratie van de intelligentie'.

In de correspondentie met zijn kameraad Jacques Gross gaf hij ongecensureerd lucht aan zijn frustraties. Volgens Roorda waren zijn leerlingen in een dronken bui door hun ouders verwekt en mochten ze al vroeg meezuipen. De verkrampte eisen en verwachtingen van de volwassenen hadden alle goede eigenschappen van de kinderen om zeep geholpen. Op hun tiende waren ze al veranderd in roofdiertjes, die alleen met veel getier en geschreeuw getemd konden worden. 'Ik was gemaakt om te houden van het beroep dat ik uitoefen, en mijn hartelijkheid zou zeker doeltreffend zijn geweest als ik in plaats van hun schoolmeester de coach van mijn leerlingen was geweest,' memoreert hij bedroefd.

Het Zwitserleven-gevoel van Henri Roorda - die het grootste deel van zijn werkend bestaan doorbracht aan de oevers van het Meer van Genève - was een mengeling van walging, zelfhaat en vermoeidheid. Het vooruitzicht elke dag weer naar die vermaledijde school te moeten gaan, vervult hem met afkeer. Liever gaf hij zich over aan hedonistische genietingen en contemplatie, maar daarvoor ontbraken hem de pecunia.Een paar jaar na de geboorte van zijn jongste dochter had hij nog steeds de rekening van de verloskundige niet betaald. 'Dat zijn kosten waarvan ik mezelf beloof ze nooit meer te zullen maken, verdomme!', schrijft hij aan zijn vriend Gross. 'Om de fouten die ik begaan heb goed te maken, zou ik nog lange tijd eentonig ploeterwerk moeten verrichten en pijnlijke ontberingen moeten verduren. Ik stap er liever uit,' besluit hij dan ook maar.

In Mijn Zelfmoord bespot hij zijn naiveteit en gebrek aan wilskracht. Voortdurend beklaagt Roorda zich erover dat hij onvoldoende 'voorraden' heeft aangelegd, zodat hij nooit het geluk van de rijke deelachtig zal worden. En alsof dat al niet erg genoeg is, wonen er twee zielen in zijn borst. Zijn gemoedsstemmingen wisselen van Himmelhoch jauchzend bis zum Tode betrübt, een vervelende handicap voor man als hij die een gezin heeft te onderhouden en niet de bohémien kan uithangen. 'Duidelijk is dat de Grote Mecanicien mijn inwendige machientje niet erg zorgvuldig in elkaar heeft gezet, en dat hij vergeten is er een regulator in aan te brengen,' schrijft hij in zijn zelfmoordprotocol.

Roorda verlangde diep in zijn hart naar een euforisch leven vol poëzie en muziek. In Mijn Zelfmoord brengt hij dan ook liever een ode aan oude Bourgogne, culinaire genietingen en de glimlach van een mooie vrouw dan aan calvinistische deugden als ijver en spaarzaamheid. Zijn leven van alledag bood helaas weinig perspectief op verbetering. Hij moest schoolbordkrijt blijven opsnuiven en de kost verdienen voor een vrouw die hij niet meer beminde. Passie en verliefdheid hadden plaatsgemaakt voor sleur en plichtgevoel.

Misschien flakkerde zijn hoop voor het laatst op toen hij succes had met de satirische schetsen die hij voor de Tribune en de Gazette de Lausanne schreef en die postuum gebundeld werden. De opbrengsten waren voldoende om de ergste nood te lenigen, maar te karig om een verblijf in zijn geliefkoosde Luilekkerland te financieren. Rijpte het plan om eruit te stappen toen ook zijn vrolijke krantenstukjes de gedroomde erkenning en rijkdom niet brachten?

Het geschrift dat hij naliet is zowel een sardonisch mea culpa als een pleidooi voor het onvervreemdbaar recht op de zelfgekozen dood. 'Ik ben een speler die niets liever wil dan doorgaan met het spel maar de spelregels niet kan aanvaarden,' voert hij ter verklaring van zijn daad aan. Graag zou hij nog in een humane god geloven, maar hij kan zich niet voorstellen dat een kosmisch tribunaal over hem zal oordelen of dat het leven een diepere zin heeft. En de mens? Ach, die onderscheidde zich alleen maar van het dier, omdat hij kon fantaseren, liegen en huichelen. De ouderdom? Nee, Roorda had geen zin meer om de tragische aftakeling lijdzaam te ondergaan.

Wie is vergeten voldoende koopsompolissen aan te schaffen en vreest voor een berooide levensavond kan veel troost uit Mijn Zelfmoord putten.. Roorda is wars van zelfbeklag of valse pathos en combineert Nietzsche's vrolijke tegendraadsheid met het pessimisme van Schopenhauer. Alleen vindt hij geen troost in heroiek of berusting. Hij is een clown met lege handen. Dat maakt zijn egodocument tot zo'n aangrijpend en humoristisch kleinood.


Henri Roorda - Mijn Zelfmoord. Vertaling: Rokus Hofstede. Uitgeverij Vantilt. Tijdelijk in prijs verlaagd tot F 14.90

 

 
TERUG NAAR BEGIN PAGINA
HOME

OVERZICHT ALLE AUTEURS

OVERZICHT LEESTEKSTEN