________________________________
[10 juni 2010 - nr
211)
Eruit!
‘Mijnheer, kunt
u misschien uw keus maken en naar buiten komen?’
De voorzitter
van het stembureau begint haar geduld nu toch wel te verliezen. Maar
Schoonebeek, die hier een klein kwartier geleden is komen
binnenzweven, weet het gewoon nog niet. Wat was het leven vroeger
toch overzichtelijk, peinst hij, terwijl hij voor de zevende keer
zijn blik langs al die namen laat glijden.
Hij denkt terug
aan 1977. Toen Nederland gepolariseerder leek dan ooit. Den Uyl en
Van Agt. De politicus en de carnavalspremier. ‘Van Agt eruit en de
CPN erin!’ juichten overmoedige jongeren. Het was de tijd waarin,
zoals iemand het zo aardig formuleerde, ‘linkse intellectueel’ een
pleonasme was.
Dat veranderde
vijftien jaar later toen die dekselse Bolkestein deed vermoeden dat
er op rechts ook wel eens iemand een boek las. En Wim Kok bewees dat
links ook ongeletterd kon zijn.
En nu? Die
Pechtold schijnt cultuurhistoricus te zijn en Rutte heeft
geschiedenis gestudeerd. Klinkt niet slecht. Cohen is hoogleraar
geweest, weliswaar in de rechten, maar toch. Femke Halsema?
Schoonebeek heeft geen idee. Hij kijkt even voorzichtig over zijn
schouder, maar van de voorzitter lijkt hierover geen opheldering te
verwachten.
De voorzitter
is een pronte vrouw. Zij is inmiddels achter haar tafel vandaan
gekomen en heeft zich op enige afstand achter Schoonebeek
geposteerd. Vuisten ferm in de zij. Veel dichterbij kan zij niet
komen, want als geen ander is zij op de hoogte van het reglement dat
twee personen in één hokje nadrukkelijk verbiedt.
Schoonebeek
zucht. Hij weet dat er nu toch wel gekozen moet worden. Maar wat?
Wie? En dan verschijnt voor zijn geestesoog ineens dat journaalbeeld
van een paar maanden terug. Van een wanhopige Vader Abraham.
Schoonebeek
draait zich om. Zijn blik botst op het muurvaste postuur van de
voorzitter. En met een wegwerpgebaar dat ergens tussen wanhoop en
berusting geboren is, roept hij: ‘Sieneke!’ en verlaat met gezwinde
stappen het huis van de democratie.
|